Co:V0.2 Contra-indicatie&Overgevoeligheid: verschil tussen versies

Uit informatiestandaarden
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
 
(484 tussenliggende versies door 3 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
 
{{underconstruction}}  
 
{{underconstruction}}  
  
=1. Inleiding=
+
=Inleiding=
==1.1 Algemeen==
+
==Algemeen==
Deze pagina beschrijft het functioneel ontwerp voor de informatiestandaard Contra-indicatie en overgevoeligheden (CIO). Dit functioneel ontwerp is een toevoeging op de informatie standaard [https://www.nictiz.nl/standaardisatie/informatiestandaarden/medicatieveiligheid/ Medicatieveiligheid].
+
Deze pagina beschrijft het functioneel ontwerp voor de informatiestandaard Contra-indicatie en Overgevoeligheden (CiO). Dit functioneel ontwerp is onderdeel van de standaardenset voor [https://www.nictiz.nl/standaardisatie/informatiestandaarden/medicatieveiligheid/ Medicatieveiligheid]. De standaardenset voor Medicatieveiligheid bestaat uit de informatiestandaarden MP9, CiO en Lab2Zorg. De informatiestandaard CiO is tot stand gekomen in samenwerking met een projectgroep met deelnemers uit verschillende domeinen in de zorg: huisartsen, specialisten, specialisten ouderenzorg, apothekers, verpleegkundigen, etc.  
  
Bij het voorschrijven, verstrekken of toedienen van medicatie is voor de patiëntveiligheid een actueel medicatieoverzicht verplicht. Geneesmiddelovergevoeligheden zijn in dit overzicht essentieel. Patiënten kunnen bijvoorbeeld een allergie of niet-allergische overgevoeligheid (ook wel intolerantie genoemd) hebben voor bepaalde geneesmiddelen. Bijwerkingen van deze geneesmiddelen kunnen schade toebrengen aan de gezondheid. Als zorgverleners met overgevoeligheden rekening houden kan (vervolg)schade bij de patiënt worden beperkt of worden voorkomen.
+
Bij het voorschrijven, verstrekken of toedienen van medicatie is voor de patiëntveiligheid een actueel medicatieoverzicht/basisset medicatiegegevens verplicht. Contra-indicaties en geneesmiddelovergevoeligheden zijn in dit overzicht essentieel. Een contra-indicatie is aandoening of kenmerk van een patiënt waarbij bepaalde geneesmiddelen niet, of alleen onder bepaalde voorwaarden, mogen worden toegepast. Een patiënt kan ook een allergie of niet-allergische overgevoeligheid hebben voor bepaalde geneesmiddelen. Bijwerkingen van geneesmiddelen kunnen schade toebrengen aan de gezondheid van een patiënt. Echter, dit FO focust zich niet alleen op geneesmiddelovergevoeligheden. Ook niet medicatie gerelateerde overgevoeligheden vallen binnen de scope van dit FO en daarmee binnen de informatiestandaard CiO. Deze overgevoeligheden zijn opgenomen in [https://www.nictiz.nl/standaardisatie/terminologiecentrum/referentielijsten/allergenen/ vijf referentielijsten voor substanties]: voedselallergenen, inhalatieallergenen, insectengifallergenen, beroepsallergenen en contactallergenen.
  
Digitaal registreren en overdragen van geneesmiddelovergevoeligheden is van belang voor goede ondersteuning van zorgverleners bij medicatiebewaking op geneesmiddelovergevoeligheid. Via deze pagina worden de kaders en uitgangspunten evenals de totstandkoming met betrekking tot de Contra-indicatie en overgevoeligheden nader toegelicht. Ook worden verschillende use cases beschreven.  
+
Als zorgverleners rekening houden met contra-indicaties en overgevoeligheden kan (vervolg)schade bij de patiënt worden beperkt of worden voorkomen. Het elektronisch verwerken en uitwisselen van contra-indicaties en overgevoeligheden is van belang voor goede ondersteuning van zorgverleners bij (medicatie)bewaking op contra-indicatie en overgevoeligheid.  
  
 
Voor uitwisseling van contra-indicatie en overgevoeligheden worden de volgende zibs gebruikt:  
 
Voor uitwisseling van contra-indicatie en overgevoeligheden worden de volgende zibs gebruikt:  
* [https://zibs.nl/wiki/Patient-v3.1.1(2019NL) Patiënt]
 
* [https://zibs.nl/wiki/Zorgaanbieder-v3.3(2019NL) Zorgaanbieder]
 
* [https://zibs.nl/wiki/Zorgverlener-v3.4(2019NL) Zorgverlener]
 
* [https://zibs.nl/wiki/Alert-v3.1(2017NL) Alert]
 
* [https://zibs.nl/wiki/AllergieIntolerantie-v3.3(2019NL) AllergieIntolerantie].
 
  
==1.2 Doelgroep==
+
* [https://zibs.nl/wiki/MedicatieContraIndicatie-v1.0(2020NL) MedicatieContraIndicatie] en;
 +
* [https://zibs.nl/wiki/AllergieIntolerantie-v3.3(2019NL) AllergieIntolerantie] inclusief reacties <tzt vernieuwen>
 +
 
 +
Met daaraan gerelateerd de zibs:
 +
* [https://zibs.nl/wiki/Patient-v3.2(2020NL) Patiënt]
 +
* [https://zibs.nl/wiki/Zorgaanbieder-v3.4(2020NL) Zorgaanbieder]
 +
* [https://zibs.nl/wiki/Zorgverlener-v3.5(2020NL) Zorgverlener]
 +
* [https://zibs.nl/wiki/Contactpersoon-v3.4(2020NL) Contactpersoon]
 +
 
 +
Contra-indicaties en overgevoeligheden hebben een relatie met een bepaalde diagnose, verrichting, laboratoriumuitslag of andere medische concepten. Deze concepten zijn niet in de zorginformatiebouwstenen MedicatieContraIndicatie en AllergieIntolerantie opgenomen. De relatie daarmee bestaat idealiter wel in de informatiesystemen van zorgverleners.
 +
 
 +
Op deze wiki-pagina worden de doelgroep, kaders & uitgangspunten en kwalificatie van contra-indicatie en overgevoeligheden nader toegelicht. Ook worden verschillende use cases beschreven. Onderaan deze wiki-pagina zijn de referenties en de paginahistorie opgenomen.
 +
 
 +
==Doelgroep==
 
De doelgroep voor deze pagina bestaat uit:  
 
De doelgroep voor deze pagina bestaat uit:  
* Productmanagers, architecten, ontwerpers en testers van XIS-leveranciers, regio-organisaties en Nictiz;
+
* Productmanagers
* Vertegenwoordigers van zorgverleners met name verpleegkundigen en verzorgenden.  
+
* Architecten
 +
* Ontwerpers
 +
* Ontwikkelaars
 +
* Testers van XIS- / AIS-leveranciers
 +
* Regio-organisaties
 +
* Nictiz
 +
 
 +
Dit functioneel ontwerp (FO) is opgesteld door de werkgroep ‘Contra-indicatie en Overgevoeligheid’ (zie lijst hieronder) en goedgekeurd door de autorisatieraad van Medicatieoverdracht.
 +
* Z-index
 +
* Pharmapartners
 +
* NFU
 +
* KNMP
 +
* LUMC
 +
* Stichting HealthBase
 +
* Lareb
 +
* NHG
 +
* NVZA
 +
* VZVZ
 +
* Nictiz
 +
 
 +
==Kaders & Uitgangspunten==
 +
===Richtlijn===
 +
De geneesmiddelovergevoeligheden en contra-indicaties zijn een verplicht onderdeel van het medicatieoverzicht zoals aangegeven in de [https://www.knmp.nl/downloads/herziene-richtlijn-overdracht-van-medicatiegegevens-in-de-keten.pdf Richtlijn Overdracht van Medicatiegegevens in de Keten, herziening 2018/2019].
 +
 
 +
In de [https://www.knmp.nl/patientenzorg/medicatiebewaking/knmp-richtlijn-medicatiebewaking KNMP-richtlijn Medicatiebewaking uit 2016] wordt contra-indicatie als één van de farmacotherapiegerelateerde problemen benoemd waarvoor medicatiebewaking moet worden uitgevoerd. In deze richtlijn worden aanbevelingen gedaan voor een optimale medicatiebewaking, zodat de patiënt zijn geneesmiddel veilig en efficiënt kan gebruiken. Medicatiebewaking vindt plaats in de eigen systemen, daarom moeten opgevraagde contra-indicatie, die door anderen zijn vastgelegd, overgenomen worden in de eigen systemen.
 +
 
 +
Afspraken uit het project Informatie-uitwisseling geneesmiddelovergevoeligheden staan in het document [https://www.nictiz.nl/wp-content/uploads/2018/03/Registratie-en-overdracht-geneesmiddelovergevoeligheden-januari-2017-versie-1.0.pdf Registratie en Overdracht geneesmiddelovergevoeligheden januari 2017, versie 1]. Het doel van dit project was het opstellen van afspraken over de kenmerken van geneesmiddelovergevoeligheden die uitgewisseld worden tussen zorgverleners en bepalen wat het uitwisselen van de kenmerken betekent voor de informatiestandaarden en –systemen.
 +
 
 +
Binnen het Programma Medicatieoverdracht zijn 10 stappen onderkend waarmee de informatievoorziening ten behoeve van medicatieveiligheid moet worden verbeterd. Deze 10 stappen zijn nodig om te komen tot een adequaat medicatieoverzicht. Stap 8 betreft de verbeteringen ten behoeve van contra-indicaties en overgevoeligheid. Zowel contra-indicaties als overgevoeligheid zijn opgenomen in het medicatieoverzicht en worden gebruikt bij medicatiebewaking door voorschrijvers en verstrekkers in alle domeinen van de zorg.
 +
 
 +
Vanuit het beheer van het Programma Medicatieoverdracht vindt de doorontwikkeling van de informatiestandaard CiO plaats. Het beheer wordt ingericht conform [https://www.nictiz.nl/standaardisatie/zib-centrum/beheerproces-zibs/ NEN7522].
 +
 
 +
[http://terminologie.nictiz.nl/art-decor/ica-mapping De Nationale Contra-indicatielijst] (NCI) is in de G-standaard opgenomen als Thesaurus 40. Binnen de zib Contra-Indicatie wordt de Contra-Indicatienaam hieruit overgenomen.
 +
 
 +
===Homoniemen===
 +
De terminologie rondom contra-indicatie en contra-indicatieaard wordt niet altijd eenduidig gehanteerd. Z-Index kent twee grootheden, namelijk contra-indicatieaard en contra-indicatie. Het veld kent nog een derde grootheid, namelijk vastgelegde contra-indicatie in het dossier.
 +
 +
 
 +
Hieronder de definitie van de verschillende termen:
 +
* Contra-indicatieaard: de lijst met items uit G-standaard thesaurus 40.
 +
* Contra-indicatie: de combinatie van vastgelegde contra-indicatie aard + geneesmiddel (de contra-indicatiecodes uit bestand 655).
 +
* Vastgelegde contra-indicatie: vastlegging van de constatering dat de contra-indicatie aanwezig is bij de patiënt en dat daar in de medicatiebewaking rekening mee gehouden moet worden.
 +
 
 +
In dit document wordt gebruik gemaakt van de term contra-indicatie als zijnde de vastgelegde contra-indicatie in het dossier van de patiënt.
 +
 
 +
===Overgevoeligheid(sreactie)===
 +
Op dit moment wordt in de afsprakenset 'Registratie en overdracht van geneesmiddelovergevoeligheden' met overgevoeligheid(sreactie) bedoeld een allergie, niet-allergische overgevoeligheid(sreactie) (intolerantie) of één of meer onacceptabele bijwerkingen.
 +
#Allergie (type B-bijwerking*) = Een allergie is een immuungerelateerde overgevoeligheid op stoffen die in contact komen met het lichaam of het lichaam binnen komen, zoals pollen, bijengif of geneesmiddelen<ref>1 WOA The White Book on Allergy, 2011</ref>.
 +
#Niet-allergische overgevoeligheid (intolerantie) (type B-bijwerking*) = Een niet-allergische overgevoeligheid is een niet-immuungerelateerde overgevoeligheid, zoals een overgevoeligheid voor NSAID’s<ref>2 Kowalski ML, Makowska JS. Seven steps to the diagnosis of NSAIDs hypersensitivity: how to apply a new classificationin real practice? Allergy Asthma Immunol Res 2015;7(4):312-20</ref>). Deze overgevoeligheid wordt ook wel een intolerantie genoemd. De term intolerantie verdient echter niet de voorkeur.
 +
#Bijwerking (type A-bijwerking*) = Een bijwerking is een schadelijk en/of onbedoeld effect dat optreedt bij de toepassing van een geneesmiddel in een gebruikelijke dosering voor preventie, diagnose of behandeling van een ziekte of aandoening’<ref>3 World Health Organisation</ref>.
  
==1.3 Kaders & Uitgangspunten==
+
(*) Opmerkingen:
===1.3.1 Richtlijn===
+
* Een type A-bijwerking is dosisafhankelijk, voorspelbaar en gerelateerd aan het farmacologische effect. Binnen de context van dit document is er bewust voor gekozen om type A-bijwerking onder de overkoepelende term ‘overgevoeligheids(reactie)’ op te nemen, terwijl deze bijwerking strikt genomen niet onder de definitie van het begrip ‘overgevoeligheids(reactie)’ valt. In de praktijk is het wenselijk om bij het optreden van (onacceptabele) type A-bijwerkingen bepaalde kenmerken te registreren en uit te wisselen. Deze kenmerken komen overeen met de kenmerken die optreden bij allergische of niet-allergische overgevoeligheidsreacties;
De geneesmiddelovergevoeligheden zijn een verplicht onderdeel van het medicatieoverzicht zoals aangegeven is in de [https://www.medicatieoverdracht.nl/Media/Default/Documents/Richtlijn%20Overdracht%20van%20Medicatiegegevens-def-20080425%20(4).pdf Richtlijn Overdracht van Medicatiegegevens in de Keten]. De afspraken uit het project Informatie-uitwisseling geneesmiddelovergevoeligheden staan in het document [https://teams.microsoft.com/_?tenantId=3d542e8d-a3eb-448f-998d-dd6880dc119c#/pdf/viewer/teams/https:~2F~2Fnictiznl.sharepoint.com~2Fsites~2FCO~2FGedeelde%20documenten~2FBelangrijke%20documenten~2FRegistratie-en-overdracht-geneesmiddelovergevoeligheden-januari-2017-versie-1.0.pdf?threadId=19:f9e47ab74a304d9bb315142e7fcbf3f2@thread.tacv2&baseUrl=https:~2F~2Fnictiznl.sharepoint.com~2Fsites~2FCO&fileId=2C9843D8-7C27-423A-B963-346742536656&viewerAction=view Registratie en overdracht geneesmiddeloverhevoeligheden januari 2017, versie 1]. Het doel van dit project was het opstellen van afspraken over de kenmerken van geneesmiddelovergevoeligheden die uitgewisseld worden tussen zorgverleners en bepalen wat het uitwisselen van de kenmerken betekent voor de informatiestandaarden en –systemen.  
+
* Een type B-bijwerking is niet dosisafhankelijk, niet voorspelbaar en (meestal) niet gerelateerd aan het farmacologische effect.
  
Binnen het Programma Medicatieoverdracht zijn 10 stappen onderkend waarmee de informatievoorziening ten behoeve van medicatieveiligheid moet worden verbeterd. Deze 10 stappen zijn nodig om te komen tot een adequaat medicatieoverzicht. Stap 8 betreft de verbeteringen ten behoeve van contra-indicaties en overgevoeligheid. Zowel contra-indicaties als overgevoeligheid zijn opgenomen in het medicatieoverzicht en worden gebruikt bij medicatiebewaking door voorschrijvers en verstrekkers in alle domeinen van de zorg.
+
NB. Afsprakenset zal naar aanleiding van het nieuwe datamodel mogelijk aangepast worden. In het veld kunnen zorgprofessionals lastig het verschil maken tussen de verschillende types bijwerkingen en overgevoeligheidsreacties. In het datamodel van de informatiestandaard wordt uitgegaan van een vereenvoudiging van de werkelijkheid om de kwaliteit van de vastlegging en eenheid van taal te bevorderen.
  
De producten uit het Programma Medicatieoverdracht zijn in beheer genomen. Vanuit dit beheer vindt de doorontwikkeling van de informatiestandaard ICA plaats. Het beheer wordt ingericht [https://www.nictiz.nl/standaardisatie/zib-centrum/beheerproces-zibs/ conform NEN7522].  
+
===Reikwijdte informatiestandaard===
 +
De reikwijdte van de informatiestandaard beslaat de functionele beschrijvingen en de dataset voor alle gegevensuitwisselingen binnen één of meerdere zorgprocessen (o.a. medicatiebewaking).
  
Voor het advies betreft de verbeteringen ten behoeve van contra-indicaties en overgevoeligheid dat aanleiding was tot deze nieuwe informatiestandaard, zie [https://nictiznl.sharepoint.com/sites/CO-Werkmap/Gedeelde%20documenten/Werkmap/betreft%20de%20verbeteringen%20ten%20behoeve%20van%20contra-indicaties%20en%20overgevoeligheid%20( Contra-Indicatie en overgevoeligheid]. Voor een methodologische beschrijving van de totstandkoming van de Contra-Indicatie en Overgevoeligheden, zie [https://nictiznl.sharepoint.com/sites/CO/Gedeelde%20documenten/Belangrijke%20documenten/Plan%20van%20aanpak%20en%20analyse/ICA_doorontwikkeling_PvA_v096%20tbv%20WG.pdf?CT=1589190030743&OR=ItemsView Methode Contra-Indicatie en Overgevoeligheden].
+
===Infrastructuur===
 +
De berichten beschreven in deze informatiestandaard kunnen over elke willekeurige infrastructuur worden getransporteerd. De specificatie van de infrastructuur is buiten scope van deze informatiestandaard.
  
===1.3.2 Infrastructuur===
+
===Wettelijke kaders===
De berichten beschreven in deze informatiestandaard kunnen over elke willekeurige infrastructuur worden getransporteerd. De specificatie van de infrastructuur en het berichttransport is buiten scope van deze informatiestandaard.  
+
Contra-indicatie & overgevoeligheid is een informatiestandaard. Overeenkomstig de lagen van interoperabiliteit zijn aanvullende afspraken nodig om in de praktijk te komen tot implementatie van een informatieoverdracht. Daarbij gelden altijd de wettelijke kaders als uitgangspunt.
  
===1.3.3 Wettelijke kaders===
+
==Kwalificatie==
Contra-indicatie is een informatiestandaard. Overeenkomstig de lagen van interoperabiliteit zijn aanvullende afspraken nodig om in de praktijk te komen tot implementatie van een informatieoverdracht. Daarbij gelden altijd de wettelijke kaders als uitgangspunt. Overeenkomstig de eis uit de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) zal een Data Privacy Impact Assessment (DPIA) voor iedere gegevensverwerking onderdeel moeten zijn van de implementatie. Op basis hiervan moet worden bepaald wat er in een bepaalde use case uitgewisseld kan en mag worden.
+
Op basis van dit FO en de daarbij behorende dataset wordt een kwalificatiescript opgesteld. Een kwalificatie bij Nictiz vindt plaats per systeemrol. Het opstellen van kwalificatiescripts valt buiten de scope van dit FO. Voor meer informatie zie de websitepagina over [https://www.nictiz.nl/standaardisatie/kwalificatiecentrum/ Nictiz kwalificaties] of stuur een mail naar 'kwalificatie@nictiz.nl'. De kwalificatiescripts voor Contra-indicatie zijn te vinden op de volgende [https://informatiestandaarden.nictiz.nl/wiki/Co:Kwalificatie webpagina]. De kwalificatiescripts voor Overgevoeligheid is te vinden op......
  
==1.4 Kwalificatie==
+
Nictiz biedt leveranciers de mogelijkheid hun producten en diensten te laten testen op correcte implementatie van informatiestandaarden.
Op deze informatiestandaard is een Nictiz kwalificatie van toepassing. Kwalificatie vindt plaats per systeemrol. Voor meer informatie, stuur een mail naar 'kwalificatie@nictiz.nl'.  
+
Voor meer informatie over het testen met de simulator vanuit ART-DECOR: [https://decor.nictiz.nl/wiki/index.php/Testen_met_ART-DECOR Testen met ART-DECOR].
Kwalificatiescripts zijn momenteel nog niet beschikbaar.
 
  
=2. Use cases=
+
=Use cases=
De informatiestandaard bestaat uit Drie use cases. Iedere use case is koppelt met een scenario in ART-DECOR. Use case 1 betreft het vastleggen van contra-indicatie. Usecase 2 betreft het opvragen en opleveren van contra-indicatie (PULL). Use case 3 betreft het versturen van een contra-indicatie naar een bekend adres (PUSH).  
+
Dit hoofdstuk bevat verschillende use cases voor zowel contra-indicatie als voor overgevoeligheid. Een use case is een specifieke beschrijving van een praktijksituatie in de zorg waarbij voor een concrete situatie het uitwisselen van informatie wordt beschreven aan de hand van actoren (mensen, systemen) en transacties (welke informatie wordt wanneer uitgewisseld). Een use case is een verbijzondering van een specifiek onderdeel van het zorgproces. Een informatiestandaard kan bestaan uit één of meerdere use cases. Iedere use case is gekoppeld met een scenario in ART-DECOR. Wanneer verschillende use cases gebruik maken van hetzelfde scenario kan een andere indeling gewenst zijn, bijvoorbeeld op basis van proces. In dit FO worden de volgende use cases geanalyseerd en uitgewerkt:
 +
* Use case 1 betreft het beschikbaarstellen en raadplegen van contra-indicatie t.b.v. (medicatie)bewaking (PULL);
 +
* Use case 2 betreft het sturen van een contra-indicatie naar een andere zorgverlener (PUSH);
 +
* Use case 3 betreft het beschikbaarstellen en raadplegen van overgevoeligheid t.b.v. (medicatie)bewaking (PULL);
 +
* Use case 4 betreft het sturen van een overgevoeligheid naar een andere zorgverlener (PUSH).
  
==2.1 Use case 1 – Vastleggen Contra-Indicatie==
+
==Use case 1 – Contra-indicatie raadplegen==
===2.1.1 Procesbeschrijving===
 
  
====Preconditities====
+
===Doel en Relevantie===
De zorgverlener is ingelogd in het eigen informatiesysteem en is geautoriseerd om contra-indicatie vast te leggen met juiste authenticatie. Voordat een contra-indicatie wordt vastgelegd vindt er een risico-inschatting plaats van de medicamenteuze behandelingen, onder andere de medicatiebewaking van de huidige situatie van de cliënt conform geldende richtlijnen.
+
De voorschrijver/verstrekker wil (opnieuw) medicatie voorschrijven en/of verstrekken en wil de medicatie toetsen op veiligheid.
  
====Trigger====
+
Zie onderstaande patient journey om de relevantie van deze use case te begrijpen:
Naar aanleiding van vaststelling van een Contra-Indicatie wordt deze vastgelegd door desbetreffende zorgverlener in het informatiesysteem van de instelling.
 
  
====Basic flow====
+
* Medicatieoverzicht
1. De zorgverlener legt de Contra-indicatie van de patiënt digitaal vast in het eigen informatiesysteem van desbetreffende instelling.
+
Een patiënt wordt vanwege een hartstilstand opgenomen in het ziekenhuis. In de ambulance haalt de broeder het medicatieoverzicht op inclusief de contra-indicaties. Op de lijst is te lezen dat de internist op 15 mei 2008 Diabetes als contra-indicatie heeft vastgelegd. De broeder neemt dit over in zijn informatiesysteem.
 +
Contra-indicatie: Diabetes Mellitus, 15-5-2008, internist
  
====Alternatieve flow====
+
* Medicatieverificatie
Nader in te vullen....
+
Een medisch specialist uit het ziekenhuis wil medicatieverificatie uitvoeren voorafgaand aan het voorschrijven van medicatie. Hiervoor vraagt hij/zij alle contra-indicaties van de patiënt op als onderdeel van medicatieoverzicht. Voor het opvragen van contra-indicaties van een patiënt, is minimaal het identificatienummer van desbetreffende patiënt nodig. Daarnaast kan het verzoek tot het beschikbaarstellen van contra-indicatie(s) specifieker worden gemaakt door het toevoegen van een begindatum, einddatum, contra-indicatienaam of het identificatienummer van een contra-indicatie.
  
====Postcondities====
+
===Proces en Context===
De Contra-Indicatie is vastgelegd en wordt overzichtelijk getoond aan de zorgverlener in het eigen informatiesysteem.
+
====Preproces====  
 +
De ontvangende zorgverlener is ingelogd in het informatiesysteem met juiste authenticatie en is geautoriseerd om contra-indicaties op te vragen.
  
====Praktijksituatie====
+
====Proces====
Blablabla….
+
# De zorgverlener die medicatiebewaking wil uitvoeren vraagt de bekende contra-indicaties op bij andere zorgverleners.
 +
# Zorgverleners die een contra-indicatie hebben vastgelegd leveren deze op.
 +
# Het informatiesysteem van de medicatiebewaker ontvangt het bericht en toont de gegevens op het scherm. Het informatiesysteem toont daarbij de medicatiebewakingssignalen.
  
===2.3.2 Bedrijfsrollen===
+
====Postproces====
 +
De contra-indicaties zijn opgevraagd en worden overzichtelijk getoond in het informatiesysteem van de medicatiebewaker en kunnen indien gewenst gebruikt worden bij de medicatiebewaking.
  
Deze use case kent twee bedrijfsrollen.
+
===Bedrijfsrollen===
  
 +
Deze use case kent twee bedrijfsrollen, een overzicht is weergegeven in tabel 1.
 +
 +
 +
Tabel 1. Bedrijfsrollen use case 1.
 
{| style="text-align:left; color: black; background-color: #CCC0D9;" width="100%"
 
{| style="text-align:left; color: black; background-color: #CCC0D9;" width="100%"
!Bedrijfsrol:
+
!Bedrijfsrol
 
!Activiteit
 
!Activiteit
 
|-
 
|-
| style="text-align:left; background-color: white;"|  Zorgverlener
+
| style="text-align:left; background-color: white;"|  Medicatiebewaker
| style="text-align:left; background-color: white;"|  Legt de contra-indicatie van de patiënt vast in het eigen informatiesysteem van de instelling.  
+
| style="text-align:left; background-color: white;"|  Vraagt contra-indicatie op
 +
|-
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  Contra-indicatie verstrekker
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  Levert contra-indicatie op waarvan hijzelf de bron is. De contra-indicatie verstrekker kan een voorschrijver of verstrekker zijn.
 
|}
 
|}
  
  
 
Onderstaande afbeelding toont de bedrijfsrollen en de activiteiten die zij uitvoeren.  
 
Onderstaande afbeelding toont de bedrijfsrollen en de activiteiten die zij uitvoeren.  
[[Bestand:Figuur 1. Activiteitendiagram vastleggen contra-indicatielijst..png| style="align:left;| miniatuur|Figuur 1. Activiteitendiagram vastleggen contra-indicatielijst.]]
+
[[Bestand:Firguur 3. Activiteitendiagram Opvragen en aanleveren contra-indicatielijst..png|omkaderd|500px|none|Figuur 1. Activiteitendiagram Opvragen en aanleveren contra-indicatielijst]]
  
 +
===Informatieoverdracht===
  
 +
====Systemen & Systeemrollen====
 +
Alle bedrijfsrollen maken ieder gebruik van een informatiesysteem (XIS / AIS). Deze informatiesystemen kennen ieder verschillende systeemrollen, die het uitwisselen van gegevens tussen deze informatiesystemen mogelijk maken.
 +
Elk XIS / AIS per bedrijfsrol vervult 1 systeemrol, namelijk:
 +
*CIO-CIB [3]: beschikbaarstellend systeem; of
 +
*CIO-CIR [4]: raadplegend systeem.
  
 +
Zie ook onderstaande afbeelding (figuur 2).
  
 +
[[Bestand:Figuur 4. Systemen en systeemrollen binnen opvragen en aanleveren contra-indicatielijst (PULL).png|omkaderd|none|Figuur 2. Systemen en systeemrollen binnen beschikbaarstellen en raadplegen contra-indicatie (PULL).]]
  
 +
====Transacties & Transactiegroepen====
 +
Het uitwisselen van gegevens tussen de verschillende systeemrollen gebeurt op basis van transacties, een verzameling van transacties (bijvoorbeeld een vraag- en antwoordbericht) vormt een zogeheten transactiegroep. Figuur 3 toont de samenhang tussen de bedrijfsrollen, bedrijfsprocessen, systeemrollen transacties en transactiegroepen die onderdeel uitmaken van beschikbaarstellen en raadplegen van contra-indicatie (PULL).
  
 +
[[Bestand:Figuur 5. Use case Diagram Opvragen en aanleveren contra-indicatie (PULL).png|none|100px|omkaderd|Figuur 3. Use case Diagram Opvragen en aanleveren contra-indicatie (PULL).]]
  
 +
Zoals zichtbaar is in bovenstaande afbeelding, hebben sommige bedrijfsactiviteiten een bepaalde transactie tot gevolg. Deze transactie wordt uitgevoerd door een systeemrol, en maakt onderdeel uit van een transactiegroep. De gegevenselementen die als onderdeel van de transacties tussen systeemrollen worden uitgewisseld, zijn gespecificeerd in ART-DECOR.
  
 +
====Samenhang bedrijfsrollen, activiteiten, transacties, systeemrollen en transactiegroepen====
  
Figuur 1. Activiteitendiagram vastleggen contra-indicatielijst.
+
Het overzicht in tabel 2 maakt het mogelijk direct de gewenste scenario’s, transactiegroepen en/of transacties te raadplegen in ART-DECOR.  
  
===2.3.3 Systemen & Systeemrollen===
 
Alle bedrijfsrollen maken in ieder gebruik van een informatiesysteem (XIS). Deze systemen kennen ieder verschillende systeemrollen, die het uitwisselen van gegevens tussen deze systemen mogelijk maken. Echter gaat deze use case niet over het uitwisselen van gegevens tussen systemen, maar enkel het vastleggen van gegevens in één XIS.
 
  
 +
Tabel 2. Referenties naar ART-DECOR transacties voor beschikbaarstellen en raadplegen van contra-indicatie (PULL).
 +
{| style="text-align:left; color: black; background-color: #CCC0D9;" width="100%"
 +
!Scenario:
 +
!Transactiegroep:
 +
!Transacties
 +
|-
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  [https://decor.nictiz.nl/decor/services/RetrieveDataSet?id=2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.26.1.2&effectiveDate=2020-04-02T00:00:00&language=nl-NL&ui=nl-NL&format=html&hidecolumns=3456bcdefghijklmnop Contra-Indicatie]
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  [https://decor.nictiz.nl/art-decor/decor-scenarios--cio-?id=2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.26.4.16&effectiveDate=2020-06-22T10%3A18%3A30&datasetId=2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.26.1.2&datasetEffectiveDate=2020-04-02T00%3A00%3A00&language=nl-NL&scenariotree=true Contra-Indicatie (PULL)]
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  [https://decor.nictiz.nl/art-decor/decor-scenarios--cio-?id=2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.26.4.18&effectiveDate=2020-06-22T10%3A18%3A30&datasetId=2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.26.1.2&datasetEffectiveDate=2020-04-02T00%3A00%3A00&conceptId=2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.26.2.2.302&conceptEffectiveDate=2020-06-17T08%3A36%3A11&language=nl-NL&scenariotree=true Beschikbaarstellen contra-indicatie]
 +
[https://decor.nictiz.nl/art-decor/decor-scenarios--cio-?id=2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.26.4.17&effectiveDate=2020-06-22T10%3A18%3A30&datasetId=2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.26.1.2&datasetEffectiveDate=2020-04-02T00%3A00%3A00&conceptId=2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.26.2.2.317&conceptEffectiveDate=2020-06-19T13%3A24%3A29&language=nl-NL&scenariotree=true Raadplegen contra-indicatie]
 +
|}
 +
 +
==Use case 2 – Contra-indicatie sturen==
 +
 +
===Doel en Relevantie===
 +
Een zorgverlener wil een andere zorgverlener actief op de hoogte stellen van een contra-indicatie.
  
Zie ook onderstaande afbeelding.  
+
Zie onderstaande patient journey om de relevantie van deze use case te begrijpen:
 +
 
 +
* Ontslag
 +
Een patiënt is vanwege een hartstilstand opgenomen in het ziekenhuis. In het ziekenhuis is op 7 juli 2019 een contra-indicatie voor Ischemische hartziekten vastgesteld en vastgelegd in het ziekenhuisinformatiesysteem. Bij ontslag wordt de contra-indicatie door de specialist verstuurd naar de huisarts en vaste apotheek van de patiënt. De huisarts en apotheek nemen deze contra-indicatie over in hun informatiesysteem. Bij medicatiebewaking door huisarts en apotheek wordt deze contra-indicatie nu ook gecontroleerd.
 +
Contra-indicatie: Ischemische hartziekten, 7-7-2019, cardioloog
 +
 
 +
===Proces en Context===
 +
====Preproces====
 +
De zorgverlener is ingelogd in het informatiesysteem met juiste authenticatie en is geautoriseerd om contra-indicatie te versturen.
 +
De ontvangende zorgverlener heeft een behandelrelatie met de patiënt.
 +
 
 +
====Proces====
 +
# De zorgverlener van de sturende organisatie stuurt de contra-indicatie naar de ontvangende zorgorganisatie.
 +
# Het informatiesysteem van de ontvangende zorgorganisatie ontvangt de contra-indicatie, toont de gegevens op het scherm van de zorgverlener en verwerkt deze zo nodig in het dossier van de patiënt zodat medicatiebewaking uitgevoerd wordt.
 +
 
 +
====Postproces====
 +
De contra-indicatie is gestuurd naar de ontvangende organisatie. De contra-indicatie wordt overzichtelijk getoond aan de zorgverlener van de ontvangende organisatie.
 +
 
 +
===Bedrijfsrollen===
 +
De use case kent twee bedrijfsrollen, zoals weergegeven in tabel 3.
 +
 
 +
 
 +
Tabel 3. Bedrijfsrollen use case 2.
 +
{| style="text-align:left; color: black; background-color: #CCC0D9;" width="100%"
 +
!Bedrijfsrol
 +
!Activiteit
 +
|-
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  Voorschrijver/verstrekker (sturende organisatie)
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  Verstuurt de contra-indicatie van de patiënt naar een reeds bekende zorgorganisatie 
 +
|-
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  Verstrekker/zorgverlener (ontvangende organisatie)
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  Ontvangt de contra-indicatie van de sturende organisatie
 +
|}
 +
 
 +
 
 +
Figuur 4 toont de bedrijfsrollen en de activiteiten die zij uitvoeren.  
 
   
 
   
Afbeelding 6: Systemen en systeemrollen binnen vastleggen Contra-Indicatie.
+
[[Bestand:Figuur 6. Activiteitendiagram versturen contra-indicatie..png|omkaderd|none|Figuur 4. Activiteitendiagram versturen contra-indicatie.]]
  
VERWIJZING Art Decor (Systeemrollen worden in ART-DECOR als actor opgenomen bij de transacties).
+
===Informatieoverdracht===
  
===2.3.4 Transacties & Transactiegroepen===
+
====Systemen & Systeemrollen====
 +
Alle bedrijfsrollen maken gebruik van een informatiesysteem (XIS / AIS). De informatiesystemen kennen ieder verschillende systeemrollen, die het uitwisselen van gegevens tussen deze informatiesystemen mogelijk maken.
 +
 
 +
Elk XIS / AIS per bedrijfsrol vervult 1 systeemrol, namelijk:
 +
*CIO-CIS [1]: sturend systeem; of
 +
*CIO -CIO [2]: ontvangend systeem.
 +
 
 +
Zie ook onderstaande afbeelding (figuur 5).
 +
 +
 
 +
[[Bestand:Figuur 7. Systemen en systeemrollen binnen Versturen van contra-indicatie (PUSH).png|omkaderd|none|Figuur 5. Systemen en systeemrollen binnen Versturen van contra-indicatie (PUSH)]]
 +
 
 +
====Transacties & Transactiegroepen====
 
Het uitwisselen van gegevens tussen de verschillende systeemrollen gebeurt op basis van transacties, een verzameling van transacties (bijvoorbeeld een vraag- en antwoordbericht) vormt een zogeheten transactiegroep.  
 
Het uitwisselen van gegevens tussen de verschillende systeemrollen gebeurt op basis van transacties, een verzameling van transacties (bijvoorbeeld een vraag- en antwoordbericht) vormt een zogeheten transactiegroep.  
  
In deze use case is geen sprake van uitwisseling van gegevens tussen de verschillende systeemrollen. Er vindt geen stransactie(groep) plaats.
+
Figuur 6 toont de samenhang tussen de bedrijfsrollen, bedrijfsprocessen, systeemrollen transacties en transactiegroepen die onderdeel uitmaken van Versturen contra-indicatie (PUSH).
 +
 
 +
[[Bestand:Figuur 8. Use case Diagram Versturen contra-indicatie (PULL).png|none|omkaderd|Figuur 6. Use case Diagram Versturen contra-indicatie (PUSH).]]
 +
 
 +
 
 +
Zoals zichtbaar is in bovenstaande afbeelding, hebben sommige bedrijfsactiviteiten een bepaalde transactie tot gevolg. Deze transactie wordt uitgevoerd door een systeemrol, en maakt onderdeel uit van een transactiegroep. De gegevenselementen die als onderdeel van de transacties tussen systeemrollen worden uitgewisseld, zijn gespecificeerd in ART-DECOR.
  
 +
====Samenhang bedrijfsrollen, activiteiten, transacties, systeemrollen en transactiegroepen====
 +
 +
Het overzicht in tabel 4 maakt het mogelijk direct de gewenste scenario’s, transactiegroepen en/of transacties te raadplegen in ART-DECOR.
 +
  
==2.2 Use case 2 – Opvragen en aanleveren contra-indicatielijst (PULL)==
+
Tabel 4. Referenties naar ART-DECOR transacties voor sturen en ontvangen van contra-indicatielijst (PUSH).
 +
{| style="text-align:left; color: black; background-color: #CCC0D9;" width="100%"
 +
!Scenario
 +
!Transactiegroep
 +
!Transacties
 +
|-
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  Contra-indicatie (2)
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  [https://decor.nictiz.nl/art-decor/decor-scenarios--snictiz-?id=2.16.9999.1.113883.2.4.3.11.9999.905.4.55&effectiveDate=2020-05-29T11%3A09%3A11&datasetId=2.16.9999.1.113883.2.4.3.11.9999.905.1.1&datasetEffectiveDate=2020-01-07T14%3A45%3A33&language=nl-NL&scenariotree=true Contra-indicatie  (PUSH)]
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  [https://decor.nictiz.nl/art-decor/decor-scenarios--snictiz-?id=2.16.9999.1.113883.2.4.3.11.9999.905.4.56&effectiveDate=2020-05-29T11%3A09%3A11&datasetId=2.16.9999.1.113883.2.4.3.11.9999.905.1.1&datasetEffectiveDate=2020-01-07T14%3A45%3A33&conceptId=2.16.9999.1.113883.2.4.3.11.9999.905.2.337&conceptEffectiveDate=2020-04-08T14%3A01%3A45&language=nl-NL&scenariotree=true Sturen contra-indicatie]
 +
[https://decor.nictiz.nl/art-decor/decor-scenarios--snictiz-?id=2.16.9999.1.113883.2.4.3.11.9999.905.4.57&effectiveDate=2020-05-29T11%3A09%3A11&datasetId=2.16.9999.1.113883.2.4.3.11.9999.905.1.1&datasetEffectiveDate=2020-01-07T14%3A45%3A33&language=nl-NL&scenariotree=true Ontvangstbevestiging contra-indicatie]
 +
|}
  
===2.2.1 Procesbeschrijving===
+
==Use case 3 – Overgevoeligheid raadplegen==
====Preconditities====  
+
===Doel en Relevantie===
De medicatiebewaker is ingelogd in het systeem met juiste authenticatie en is geautoriseerd om de contra-indicatie op te vragen.
+
* De voorschrijver/verstrekker wil (opnieuw) medicatie voorschrijven en/of verstrekken en wil de medicatie toetsen op veiligheid.
 +
*
  
====Trigger====
+
Zie onderstaande patient journey om de relevantie van deze use case te begrijpen:
Er is een medicatievoorschrift of verstrekkingsverzoek geschreven dat getoetst moet worden op veiligheid.
 
  
====Basic flow====
+
* Overgevoeligheid en reactie beschikbaarstellen en raadplegen bij ontslag uit het ziekenhuis
1. De medicatiebewaker stuurt een opvragenContraindicatie bericht naar de conditie-verstrekker.  
+
Een huisarts haalt gestructureerde overgevoeligheden en reacties bij een ziekenhuis op. Hiervoor vraagt hij/zij alle overgevoeligheden van de patiënt op als onderdeel van het ontslag. Voor het opvragen van overgevoeligheden en reacties van een patiënt, is minimaal het identificatienummer van desbetreffende patiënt nodig.
2. De conditie-verstrekker stuurt een opleverenContraindicatie bericht terug naar de medicatiebewaker.
 
3. Het systeem van de medicatiebewaker ontvangt het bericht en toont de gegevens op het scherm voor de medicatiebewaker.  
 
  
====Alternatieve flow====
+
* Beschikbaarstellen van een niet medicatie gerelateerde overgevoeligheden
Het bericht komt niet aan, er komt een foutmelding terug, ontvangstbevestiging komt niet aan, of het bericht kan niet verstuurd worden door een bepaalde oorzaak. Het versturen wordt nog 3 keer geprobeerd met intervallen van 10 minuten. Dit patroon wordt na een uur herhaald. Als er dan nog geen succes is dan wordt er een melding gestuurd naar de beheerder.  
+
Patiënt heeft een keer een heftige reactie (gevoel dichtknijpen keel) gehad na het eten, de vorige huisarts zou op basis hiervan hebben gezegd dat dit door de kiwi kwam. De huisarts legt dit vast in het dossier van de patiënt. De apotheker van de patiënt vraagt alle overgevoeligheden bij het ter hand stellen op.
  
====Postcondities====
+
*Voorbeeld voor allergoloog
De condities zijn opgevraagd en worden overzichtelijk getoond in het systeem van de medicatiebewaker.
+
(Let op nog niet klaar! Neem een voorbeeld van het document use cases Overgevoeligheid) ... huisarts legt overgevoeligheid vast en stel beschikbaar voor allergoloog.
  
====Praktijksituatie====
+
* Medicatieoverzicht
Blablabla….
+
Overgevoeligheden zijn onderdeel van het medicatieoverzicht en worden in de transactie voor het raadplegen van een medicatieoverzicht meegenomen in de informatiestandaard Medicatieproces 9 (MP9).
  
===2.2.2 Bedrijfsrollen===
+
(Let op nog niet klaar! Neem een voorbeeld van het document use cases Overgevoeligheid) Een patiënt wordt vanwege een hartstilstand opgenomen in het ziekenhuis. In de ambulance haalt de broeder het medicatieoverzicht op inclusief de overgevoeligheden. Op de lijst is te lezen dat de internist op 15 mei 2008 Diabetes als contra-indicatie heeft vastgelegd. De broeder neemt dit over in zijn informatiesysteem. Overgevoeligheid (wellicht tonen in een tabel vergelijkbaar met example instances in de zib): ...  
  
Deze use case kent twee bedrijfsrollen.  
+
* Medicatieverificatie
Bedrijfsrol         Activiteit
+
Een medisch specialist uit het ziekenhuis wil medicatieverificatie uitvoeren voorafgaand aan het voorschrijven van medicatie. Hiervoor vraagt hij/zij alle overgevoeligheden van de patiënt op als onderdeel van medicatieoverzicht.
Medicatiebewaker Wil contra-indicatielijst opvragen
 
Conditie-verstrekker Levert contra-indicatielijst op  
 
  
 +
Zie voor uitgebreide uitwerkingen van de business use cases paragraaf 3.3.
 +
 +
===Proces en Context===
 +
====Preproces====
 +
De medicatiebewaker is ingelogd in het informatiesysteem met juiste authenticatie en is geautoriseerd om overgevoeligheden op te vragen.
 +
 +
====Proces====
 +
# De zorgverlener die medicatiebewaking wil uitvoeren vraagt de bekende overgevoeligheden op bij andere zorgverleners.
 +
# Zorgverleners die een overgevoeligheid hebben vastgelegd leveren deze op.
 +
# Het informatiesysteem van de medicatiebewaker ontvangt het bericht en toont de gegevens op het scherm. Het informatiesysteem toont daarbij de medicatiebewakingssignalen.
 +
 +
====Postproces====
 +
De overgevoeligheden zijn opgevraagd en worden overzichtelijk getoond in het informatiesysteem van de medicatiebewaker en kunnen indien gewenst gebruikt worden bij de medicatiebewaking.
 +
 +
===Bedrijfsrollen===
 +
 +
Deze use case kent twee bedrijfsrollen, een overzicht is weergegeven in tabel 5.
 +
 +
 +
Tabel 5. Bedrijfsrollen use case 3.
 +
{| style="text-align:left; color: black; background-color: #CCC0D9;" width="100%"
 +
!Bedrijfsrol
 +
!Activiteit
 +
|-
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  Zorgverlener/Medicatiebewaker
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  Vraagt overgevoeligheid op
 +
|-
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  Zorgverlener/Overgevoeligheid verstrekker
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  Levert overgevoeligheid op waarvan deze verstrekker de bron is
 +
|}
  
  
 
Onderstaande afbeelding toont de bedrijfsrollen en de activiteiten die zij uitvoeren.  
 
Onderstaande afbeelding toont de bedrijfsrollen en de activiteiten die zij uitvoeren.  
 
+
[[Bestand:Firguur 3. Activiteitendiagram Opvragen en aanleveren overgevoeligheidslijst..png|omkaderd|500px|none|Figuur 7. Activiteitendiagram Opvragen en aanleveren overgevoeligheidslijst]]
Figuur 1. Activiteitendiagram Opvragen en aanleveren contra-indicatielijst.
 
  
===2.2.3 Systemen & Systeemrollen===
+
===Informatieoverdracht===
Alle bedrijfsrollen maken ieder gebruik van een informatiesysteem (XIS). Deze systemen kennen ieder verschillende systeemrollen, die het uitwisselen van gegevens tussen deze systemen mogelijk maken.
 
Elke XIS per bedrijfsrol vervult 2 systeemrollen, namelijk:
 
• CIO-VOB [3]: beschikbaarstellend systeem.
 
• CIO-VOR [4]: raadplegend systeem.
 
  
Zie ook onderstaande afbeelding.  
+
====Systemen & Systeemrollen====
+
Alle bedrijfsrollen maken ieder gebruik van een informatiesysteem (XIS / AIS). Deze informatiesystemen kennen ieder verschillende systeemrollen, die het uitwisselen van gegevens tussen deze informatiesystemen mogelijk maken.
Afbeelding 10: Systemen en systeemrollen binnen opvragen en aanleveren contra-indicatielijst (PULL)
+
Elk XIS / AIS per bedrijfsrol vervult 1 systeemrol, namelijk:
 +
*CIO-OVB [3]: beschikbaarstellend systeem; of
 +
*CIO-OVR [4]: raadplegend systeem.
 +
 
 +
Zie ook onderstaande afbeelding (figuur 8).
 +
 
 +
[[Bestand:Tekening1tekst.jpg|omkaderd|none|Figuur 8. Systemen en systeemrollen binnen opvragen en aanleveren overgevoeligheid (PULL).]]
 +
 
 +
====Transacties & Transactiegroepen====
 +
Het uitwisselen van gegevens tussen de verschillende systeemrollen gebeurt op basis van transacties, een verzameling van transacties (bijvoorbeeld een vraag- en antwoordbericht) vormt een zogeheten transactiegroep. Figuur 9 toont de samenhang tussen de bedrijfsrollen, bedrijfsprocessen, systeemrollen transacties en transactiegroepen die onderdeel uitmaken van Opvragen en aanleveren overgevoeligheid (PULL).
 +
 
 +
[[Bestand:Figuur 5. Use case Diagram Opvragen en aanleveren contra-indicatie (PULL).png|none|100px|omkaderd|Figuur 9. Use case Diagram Opvragen en aanleveren overgevoeligheid (PULL).]]
  
===2.2.4 Transacties & Transactiegroepen===
+
Zoals zichtbaar is in bovenstaande afbeelding, hebben sommige bedrijfsactiviteiten een bepaalde transactie tot gevolg. Deze transactie wordt uitgevoerd door een systeemrol, en maakt onderdeel uit van een transactiegroep. De gegevenselementen die als onderdeel van de transacties tussen systeemrollen worden uitgewisseld, zijn gespecificeerd in ART-DECOR.
Het uitwisselen van gegevens tussen de verschillende systeemrollen gebeurt op basis van transacties, een verzameling van transacties (bijvoorbeeld een vraag- en antwoordbericht) vormt een zogeheten transactiegroep.  
 
Onderstaande afbeelding toont de samenhang tussen de bedrijfsrollen, bedrijfsprocessen, systeemrollen transacties en transactiegroepen die onderdeel uitmaken van Opvragen en aanleveren contra-indicatie (PULL).  
 
 
Afbeelding 11: Use case van opvragen en aanleveren contra-indicatielijst (PULL)
 
  
Zoals zichtbaar is in bovenstaande afbeelding, hebben sommige bedrijfsactiviteiten een bepaalde transactie tot gevolg. Deze transactie wordt uitgevoerd door een systeemrol, en maakt onderdeel uit van een transactiegroep. De gegevenselementen die als onderdeel van de transacties tussen systeemrollen worden uitgewisseld, zijn gespecificeerd in ART-DECOR.
+
====Samenhang bedrijfsrollen, activiteiten, transacties, systeemrollen en transactiegroepen====
Onderstaande tabel maakt het mogelijk direct de gewenste scenario’s, transactiegroepen en/of transacties te raadplegen in ART-DECOR.
 
  
Scenario Transactiegroep Transacties
+
Het overzicht in tabel 6 maakt het mogelijk direct de gewenste scenario’s, transactiegroepen en/of transacties te raadplegen in ART-DECOR.
Contra-Indicatie (2) Contra-indicatie  (PULL)
 
Raadplegen Contra-Indicatie
 
  
Beschikbaar stellen Contra-Indicatie
+
Tabel 6. Referenties naar ART-DECOR transacties voor beschikbaarstellen en raadplegen van overgevoeligheid (PULL).
Tabel 2: Referenties naar ART-DECOR transacties voor opvragen en aanleveren contra-indicatielijst (PULL)
+
{| style="text-align:left; color: black; background-color: #CCC0D9;" width="100%"
 +
!Scenario:
 +
!Transactiegroep:
 +
!Transacties
 +
|-
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  [https://decor.nictiz.nl/decor/services/RetrieveDataSet?id=2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.26.1.2&effectiveDate=2020-04-02T00:00:00&language=nl-NL&ui=nl-NL&format=html&hidecolumns=3456bcdefghijklmnop Overgevoeligheid]
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  [https://decor.nictiz.nl/art-decor/decor-scenarios--cio-?id=2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.26.4.16&effectiveDate=2020-06-22T10%3A18%3A30&datasetId=2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.26.1.2&datasetEffectiveDate=2020-04-02T00%3A00%3A00&language=nl-NL&scenariotree=true Overgevoeligheid (PULL)]
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  [https://decor.nictiz.nl/art-decor/decor-scenarios--cio-?id=2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.26.4.18&effectiveDate=2020-06-22T10%3A18%3A30&datasetId=2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.26.1.2&datasetEffectiveDate=2020-04-02T00%3A00%3A00&conceptId=2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.26.2.2.302&conceptEffectiveDate=2020-06-17T08%3A36%3A11&language=nl-NL&scenariotree=true Beschikbaarstellen overgevoeligheid]
 +
[https://decor.nictiz.nl/art-decor/decor-scenarios--cio-?id=2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.26.4.17&effectiveDate=2020-06-22T10%3A18%3A30&datasetId=2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.26.1.2&datasetEffectiveDate=2020-04-02T00%3A00%3A00&conceptId=2.16.840.1.113883.2.4.3.11.60.26.2.2.317&conceptEffectiveDate=2020-06-19T13%3A24%3A29&language=nl-NL&scenariotree=true Raadplegen overgevoeligheid]
 +
|}
  
 +
==Use case 4 – Overgevoeligheid sturen==
 +
===Doel en Relevantie===
 +
Een zorgverlener wil een andere zorgverlener actief op de hoogte stellen van een overgevoeligheid.
  
 +
Zie onderstaande patient journey om de relevantie van deze use case te begrijpen:
  
==2.3 Use case 3 – Versturen van Contra-indicatie (PUSH)==
+
* Klinische vaststelling
===2.3.1 Procesbeschrijving===
+
Patiënt is met klachten van diarree, misselijkheid naar de huisarts gegaan. De huisarts legt deze klachten vast in het dossier. Op verzoek van patiënt is deze uiteindelijk doorverwezen naar de MDL-arts. Deze heeft eerst een H-test aangevraagd. Aangezien dit in de familie leek voor te komen ook nog een genotypering van lactase aangevraagd, welke positief was op een lactase deficiëntie. De MDL-arts legt deze overgevoeligheid vast en stuurt deze naar de huisarts.
====Preconditities====
 
De zorgverlener van de sturende zorgorganisatie is ingelogd in het systeem met juiste authenticatie en is geautoriseerd om contra-indicatie te versturen.
 
  
====Trigger====
+
* Overgevoeligheid en reactie beschikbaarstellen en raadplegen bij ontslag uit het ziekenhuis
De reeds bekende of zojuist vastgelegde Contra-Indicatie wordt doorgestuurd naar een door de patiënt/zorgverlener bekende ontvangende zorgorganisatie om deze op de hoogte te stellen.  
+
...
  
====Basic flow====
+
* Beschikbaarstellen van een niet medicatie gerelateerde overgevoeligheden
1. De zorgverlener van de sturende organisatie stuurt een Contra-Indicatie bericht naar de ontvangende organisatie.  
+
...
2. Het systeem van de ontvangende organisatie ontvangt het bericht en toont de gegevens op het scherm.  
 
  
====Alternatieve flow====
+
* Voorbeeld voor allergoloog stuurt informatie naar huisarts
Het bericht komt niet aan, er komt een foutmelding terug, ontvangstbevestiging komt niet aan, of het bericht kan niet verstuurd worden door een bepaalde oorzaak. Het versturen wordt nog 3 keer geprobeerd met intervallen van 10 minuten. Dit patroon wordt na een uur herhaald. Als er dan nog geen succes is dan wordt er een melding gestuurd naar de beheerder.  
+
...
  
====Postcondities====
+
Zie voor uitgebreide uitwerkingen van de business use cases paragraaf 3.3.
De Contra-Indicatie is gestuurd naar de ontvangende organisatie. De Contra-Indicatie wordt overzichtelijk getoond aan de zorgverlener van de ontvangende organisatie.
 
  
====Praktijksituatie====
+
===Proces en Context===
Blablabla….
+
====Preproces====
 +
De zorgverlener is ingelogd in het informatiesysteem met juiste authenticatie en is geautoriseerd om overgevoeligheid te versturen.
 +
De ontvangende zorgverlener heeft een behandelrelatie met de patiënt.
  
===2.3.2 Bedrijfsrollen===
+
====Proces====
 +
Een zorgverlener wil een andere zorgverlener actief op de hoogte stellen van een overgevoeligheid.
  
De use case kent twee bedrijfsrollen.  
+
# De zorgverlener van de sturende organisatie stuurt de overgevoeligheid naar de ontvangende zorgorganisatie.  
Bedrijfsrol Activiteit
+
# Het informatiesysteem van de ontvangende zorgorganisatie ontvangt de overgevoeligheid, toont de gegevens op het scherm van de zorgverlener en verwerkt deze zo nodig in het dossier van de patiënt zodat medicatiebewaking uitgevoerd wordt.
Sturende organisatie Verstuurd de contra-indicatielijst van de patiënt naar een reeds bekende zorgorganisatie  
 
Ontvangende organisatie Ontvangt de contra-indicatielijst van de sturende organisatie
 
  
 +
====Postproces====
 +
De overgevoeligheid is gestuurd naar de ontvangende organisatie. De overgevoeligheid wordt overzichtelijk getoond aan de zorgverlener van de ontvangende organisatie.
  
 +
===Bedrijfsrollen===
 +
De use case kent twee bedrijfsrollen, zoals weergegeven in tabel 7.
  
Onderstaande afbeelding toont de bedrijfsrollen en de activiteiten die zij uitvoeren.
 
 
 
Figuur 1. Activiteitendiagram versturen contra-indicatielijst.
 
  
===2.3.3 Systemen & Systeemrollen===
+
Tabel 7. Bedrijfsrollen use case 4.
Alle bedrijfsrollen maken gebruik van een informatiesysteem (XIS). De systemen kennen ieder verschillende systeemrollen, die het uitwisselen van gegevens tussen deze systemen mogelijk maken.
+
{| style="text-align:left; color: black; background-color: #CCC0D9;" width="100%"
 +
!Bedrijfsrol
 +
!Activiteit
 +
|-
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  Voorschrijver/verstrekker (sturende organisatie)
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  Verstuurt de overgevoeligheid van de patiënt naar een reeds bekende zorgorganisatie 
 +
|-
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  Verstrekker/zorgverlener (ontvangende organisatie)
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  Ontvangt de overgevoeligheid van de sturende organisatie
 +
|}
  
Elke XIS per bedrijfsrol vervult 2 systeemrollen, namelijk:
 
• CIO-VOS [1]: sturend systeem.
 
• CIO -VOO [2]: ontvangend systeem.
 
  
Zie ook onderstaande afbeelding.  
+
Figuur 10 toont de bedrijfsrollen en de activiteiten die zij uitvoeren.  
 
   
 
   
+
[[Bestand:Figuur 6. Activiteitendiagram versturen contra-indicatie..png|omkaderd|none|Figuur 10. Activiteitendiagram sturen overgevoeligheid.]]
Afbeelding 6: Systemen en systeemrollen binnen de Contra-Indicatie en Overgevoeligheden (PUSH).
+
 
 +
===Informatieoverdracht===
 +
 
 +
====Systemen & Systeemrollen====
 +
Alle bedrijfsrollen maken gebruik van een informatiesysteem (XIS / AIS). De systemen kennen ieder verschillende systeemrollen, die het uitwisselen van gegevens tussen deze systemen mogelijk maken.
 +
 
 +
Elke XIS / AIS per bedrijfsrol vervult 2 systeemrollen, namelijk:
 +
*CIO-OVS [1]: sturend systeem.
 +
*CIO-OVO [2]: ontvangend systeem.
 +
 
 +
Zie ook onderstaande afbeelding (figuur 11).
  
VERWIJZING Art Decor (Systeemrollen worden in ART-DECOR als actor opgenomen bij de transacties).  
+
[[Bestand:Figuur 11. Systemen en systeemrollen binnen sturen en ontvangen overgevoeligheid (PUSH).png|omkaderd|none|Figuur 11. Systemen en systeemrollen binnen sturen en ontvangen overgevoeligheid (PUSH).]]
  
===2.3.4 Transacties & Transactiegroepen===
+
====Transacties & Transactiegroepen====
 
Het uitwisselen van gegevens tussen de verschillende systeemrollen gebeurt op basis van transacties, een verzameling van transacties (bijvoorbeeld een vraag- en antwoordbericht) vormt een zogeheten transactiegroep.  
 
Het uitwisselen van gegevens tussen de verschillende systeemrollen gebeurt op basis van transacties, een verzameling van transacties (bijvoorbeeld een vraag- en antwoordbericht) vormt een zogeheten transactiegroep.  
  
Onderstaande afbeelding toont de samenhang tussen de bedrijfsrollen, bedrijfsprocessen, systeemrollen transacties en transactiegroepen die onderdeel uitmaken van Versturen contra-indicatie (PUSH).
+
Figuur 12 toont de samenhang tussen de bedrijfsrollen, bedrijfsprocessen, systeemrollen transacties en transactiegroepen die onderdeel uitmaken van Versturen overgevoeligheid (PUSH).
  
+
[[Bestand:Figuur 12. Use case Diagram sturen overgevoeligheid (PUSH)..png|none|100px|omkaderd|Figuur 12. Use case Diagram sturen en ontvangen overgevoeligheid (PUSH).]]
Afbeelding 7: Use case van versturen contra-indicatie (PUSH)  
+
 
 +
Zoals zichtbaar is in bovenstaande afbeelding, hebben sommige bedrijfsactiviteiten een bepaalde transactie tot gevolg. Deze transactie wordt uitgevoerd door een systeemrol, en maakt onderdeel uit van een transactiegroep. De gegevenselementen die als onderdeel van de transacties tussen systeemrollen worden uitgewisseld, zijn gespecificeerd in ART-DECOR.
  
Zoals zichtbaar is in bovenstaande afbeelding, hebben sommige bedrijfsactiviteiten een bepaalde transactie tot gevolg. Deze transactie wordt uitgevoerd door een systeemrol, en maakt onderdeel uit van een transactiegroep. De gegevenselementen die als onderdeel van de transacties tussen systeemrollen worden uitgewisseld, zijn gespecificeerd in ART-DECOR.
+
====Samenhang bedrijfsrollen, activiteiten, transacties, systeemrollen en transactiegroepen====
Onderstaande tabel maakt het mogelijk direct de gewenste scenario’s, transactiegroepen en/of transacties te raadplegen in ART-DECOR.
 
  
Scenario Transactiegroep Transacties
+
Het overzicht in tabel 8 maakt het mogelijk direct de gewenste scenario’s, transactiegroepen en/of transacties te raadplegen in ART-DECOR.
Contra-Indicatie (2) Contra-indicatie  (PUSH)
 
Sturen Contra-Indicatie
 
  
Ontvangstbevestiging Contra-Indicatie
 
  
Tabel 2: Referenties naar ART-DECOR transacties voor versturen Contra-Indicatie (PUSH)
+
Tabel 8. Referenties naar ART-DECOR transacties voor sturen en ontvangen van overgevoeligheidslijst (PUSH).
 +
{| style="text-align:left; color: black; background-color: #CCC0D9;" width="100%"
 +
!Scenario
 +
!Transactiegroep
 +
!Transacties
 +
|-
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  Overgevoeligheid (2)
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  [https://decor.nictiz.nl/art-decor/decor-scenarios--snictiz-?id=2.16.9999.1.113883.2.4.3.11.9999.905.4.55&effectiveDate=2020-05-29T11%3A09%3A11&datasetId=2.16.9999.1.113883.2.4.3.11.9999.905.1.1&datasetEffectiveDate=2020-01-07T14%3A45%3A33&language=nl-NL&scenariotree=true Overgevoeligheid  (PUSH)]
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  [https://decor.nictiz.nl/art-decor/decor-scenarios--snictiz-?id=2.16.9999.1.113883.2.4.3.11.9999.905.4.56&effectiveDate=2020-05-29T11%3A09%3A11&datasetId=2.16.9999.1.113883.2.4.3.11.9999.905.1.1&datasetEffectiveDate=2020-01-07T14%3A45%3A33&conceptId=2.16.9999.1.113883.2.4.3.11.9999.905.2.337&conceptEffectiveDate=2020-04-08T14%3A01%3A45&language=nl-NL&scenariotree=true Sturen overgevoeligheid]
 +
[https://decor.nictiz.nl/art-decor/decor-scenarios--snictiz-?id=2.16.9999.1.113883.2.4.3.11.9999.905.4.57&effectiveDate=2020-05-29T11%3A09%3A11&datasetId=2.16.9999.1.113883.2.4.3.11.9999.905.1.1&datasetEffectiveDate=2020-01-07T14%3A45%3A33&language=nl-NL&scenariotree=true Ontvangstbevestiging overgevoeligheid]
 +
|}
  
=3.Referenties=
+
=Aanwijzingen / eisen voor functionaliteit van systemen=
 +
==Gebruik HPK t/m SNK voor medicatiebewaking==
 +
Bij een geneesmiddelovergevoeligheid worden stoffen op verschillende niveaus vastgelegd. Het bewaken op een geneesmiddelovergevoeligheid gebeurt op het vastgelegde niveau. Hoe dat gebeurt is vastgelegd in een aantal documenten:
 +
*[https://www.z-index.nl/documentatie/functionele-beschrijvingen/documenten/MB%20%20%20%20%20%20%20%20%20%20%20%20-%20Beschrijving%20allergie%20en%20ongewenste%20middelen.pdf Bewaking op allergieën en ongewenste middelen]. Dit is een algemene procesbeschrijving rondom de bewaking van allergie en ongewenste middelen vanuit de G-Standaard.
 +
*[https://www.z-index.nl/documentatie/functionele-beschrijvingen/documenten/IR%20Allergieen%20V-4-1-1.pdf Implementatie Richtlijn Allergieën en ongewenste middelen IR V-4-1-1]. Deze implementatie richtlijn beschrijft op welke wijze de G-Standaard softwarematig voor de zorgverlener kan worden ingezet bij de bewaking op allergieën en ongewenste middelen.
 +
*Welke richtlijn voor SHB geldt hier?
  
Auteur(s) Titel Versie Datum Bron Organisatie
+
==Functionaliteit rond de 5 referentiesets van allergenen==
AUTEUR(S) TITEL VERSIE DATUM BRON ORGANISATIE
+
In een informatiesysteem wordt bij het vastleggen van een niet-geneesmiddel overgevoeligheid gebruik gemaakt van [https://www.nictiz.nl/standaardisatie/terminologiecentrum/referentielijsten/allergenen/ vijf referentiesets voor allergenen]. De zorginformatiebouwsteen en de informatiestandaard maken gebruik van één lijst met alle allergenen [AllergenenCodeLijst: naam volgt nog]. Deze lijst bevat alle allergenen uit de referentiesets maar dan zonder dubbellingen. Het informatiesysteem maakt bij uitwisseling een vertaling van de vijf allergenenlijsten naar de lijst met allergenen in de informatiestandaard door de SNOMED code over te nemen. Daarnaast worden één of meerdere overgevoeligheidscategorieën aangegeven.
Tabel 11: Referenties
 
  
=4.Paginahistorie=
+
=Referenties=
 +
Eem overzicht van de referenties is weergegeven in tabel 9.
  
Versie Datum Omschrijving
+
Tabel 9. Referenties.
1.0 1-5-2019 Versie 1.0  
+
{| style="text-align:left; color: black; background-color: #CCC0D9;" width="100%"
Tabel 12: Paginahistorie
+
!Auteur
 +
!Titel
 +
!Versie  
 +
!Datum
 +
!Bron
 +
!Organisatie
 +
|-
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  Nictiz
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  Informatiestandaarden Medicatieveiligheid
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"| 
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  [https://www.nictiz.nl/standaardisatie/informatiestandaarden/medicatieveiligheid/ Website Nictiz]
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  Nictiz
 +
|-
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  ActiZ, Associatie van Ketenapotheken, Federatie Medisch Specialisten et al.
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  Richtlijn Overdracht van Medicatiegegevens in de keten Herziening 2018/2019
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"| 
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  28 november 2019
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  [https://www.knmp.nl/downloads/herziene-richtlijn-overdracht-van-medicatiegegevens-in-de-keten.pdf Website KNMP]
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  KNMP
 +
|-
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  Gert Koelewijn, Froukje Harkes, Idzinga 
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  Registratie en overdracht geneesmiddelovergevoeligheden
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  1.0
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  Januari 2017
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  [https://www.nictiz.nl/wp-content/uploads/2018/03/Registratie-en-overdracht-geneesmiddelovergevoeligheden-januari-2017-versie-1.0.pdf Website Nictiz]
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  Nictiz
 +
|-
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  KNMP 
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  KNMP-richtlijn Medicatiebewaking
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"| 
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  December 2016
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  [https://www.knmp.nl/patientenzorg/medicatiebewaking/knmp-richtlijn-medicatiebewaking Website KNMP]
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  KNMP
 +
|}
 +
 
 +
=Paginahistorie=
 +
Een overzicht van de paginahistorie wordt weergegeven in tabel 10.
 +
 
 +
 
 +
Tabel 10. Paginahistorie.
 +
{| style="text-align:left; color: black; background-color: #CCC0D9;" width="100%"
 +
!Versie
 +
!Datum
 +
!Omschrijving
 +
|-
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  1.0
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  27-05-2020
 +
| style="text-align:left; background-color: white;"|  Conceptversie 1.0
 +
|}

Huidige versie van 15 apr 2021 om 08:06

Inleiding

Algemeen

Deze pagina beschrijft het functioneel ontwerp voor de informatiestandaard Contra-indicatie en Overgevoeligheden (CiO). Dit functioneel ontwerp is onderdeel van de standaardenset voor Medicatieveiligheid. De standaardenset voor Medicatieveiligheid bestaat uit de informatiestandaarden MP9, CiO en Lab2Zorg. De informatiestandaard CiO is tot stand gekomen in samenwerking met een projectgroep met deelnemers uit verschillende domeinen in de zorg: huisartsen, specialisten, specialisten ouderenzorg, apothekers, verpleegkundigen, etc.

Bij het voorschrijven, verstrekken of toedienen van medicatie is voor de patiëntveiligheid een actueel medicatieoverzicht/basisset medicatiegegevens verplicht. Contra-indicaties en geneesmiddelovergevoeligheden zijn in dit overzicht essentieel. Een contra-indicatie is aandoening of kenmerk van een patiënt waarbij bepaalde geneesmiddelen niet, of alleen onder bepaalde voorwaarden, mogen worden toegepast. Een patiënt kan ook een allergie of niet-allergische overgevoeligheid hebben voor bepaalde geneesmiddelen. Bijwerkingen van geneesmiddelen kunnen schade toebrengen aan de gezondheid van een patiënt. Echter, dit FO focust zich niet alleen op geneesmiddelovergevoeligheden. Ook niet medicatie gerelateerde overgevoeligheden vallen binnen de scope van dit FO en daarmee binnen de informatiestandaard CiO. Deze overgevoeligheden zijn opgenomen in vijf referentielijsten voor substanties: voedselallergenen, inhalatieallergenen, insectengifallergenen, beroepsallergenen en contactallergenen.

Als zorgverleners rekening houden met contra-indicaties en overgevoeligheden kan (vervolg)schade bij de patiënt worden beperkt of worden voorkomen. Het elektronisch verwerken en uitwisselen van contra-indicaties en overgevoeligheden is van belang voor goede ondersteuning van zorgverleners bij (medicatie)bewaking op contra-indicatie en overgevoeligheid.

Voor uitwisseling van contra-indicatie en overgevoeligheden worden de volgende zibs gebruikt:

Met daaraan gerelateerd de zibs:

Contra-indicaties en overgevoeligheden hebben een relatie met een bepaalde diagnose, verrichting, laboratoriumuitslag of andere medische concepten. Deze concepten zijn niet in de zorginformatiebouwstenen MedicatieContraIndicatie en AllergieIntolerantie opgenomen. De relatie daarmee bestaat idealiter wel in de informatiesystemen van zorgverleners.

Op deze wiki-pagina worden de doelgroep, kaders & uitgangspunten en kwalificatie van contra-indicatie en overgevoeligheden nader toegelicht. Ook worden verschillende use cases beschreven. Onderaan deze wiki-pagina zijn de referenties en de paginahistorie opgenomen.

Doelgroep

De doelgroep voor deze pagina bestaat uit:

  • Productmanagers
  • Architecten
  • Ontwerpers
  • Ontwikkelaars
  • Testers van XIS- / AIS-leveranciers
  • Regio-organisaties
  • Nictiz

Dit functioneel ontwerp (FO) is opgesteld door de werkgroep ‘Contra-indicatie en Overgevoeligheid’ (zie lijst hieronder) en goedgekeurd door de autorisatieraad van Medicatieoverdracht.

  • Z-index
  • Pharmapartners
  • NFU
  • KNMP
  • LUMC
  • Stichting HealthBase
  • Lareb
  • NHG
  • NVZA
  • VZVZ
  • Nictiz

Kaders & Uitgangspunten

Richtlijn

De geneesmiddelovergevoeligheden en contra-indicaties zijn een verplicht onderdeel van het medicatieoverzicht zoals aangegeven in de Richtlijn Overdracht van Medicatiegegevens in de Keten, herziening 2018/2019.

In de KNMP-richtlijn Medicatiebewaking uit 2016 wordt contra-indicatie als één van de farmacotherapiegerelateerde problemen benoemd waarvoor medicatiebewaking moet worden uitgevoerd. In deze richtlijn worden aanbevelingen gedaan voor een optimale medicatiebewaking, zodat de patiënt zijn geneesmiddel veilig en efficiënt kan gebruiken. Medicatiebewaking vindt plaats in de eigen systemen, daarom moeten opgevraagde contra-indicatie, die door anderen zijn vastgelegd, overgenomen worden in de eigen systemen.

Afspraken uit het project Informatie-uitwisseling geneesmiddelovergevoeligheden staan in het document Registratie en Overdracht geneesmiddelovergevoeligheden januari 2017, versie 1. Het doel van dit project was het opstellen van afspraken over de kenmerken van geneesmiddelovergevoeligheden die uitgewisseld worden tussen zorgverleners en bepalen wat het uitwisselen van de kenmerken betekent voor de informatiestandaarden en –systemen.

Binnen het Programma Medicatieoverdracht zijn 10 stappen onderkend waarmee de informatievoorziening ten behoeve van medicatieveiligheid moet worden verbeterd. Deze 10 stappen zijn nodig om te komen tot een adequaat medicatieoverzicht. Stap 8 betreft de verbeteringen ten behoeve van contra-indicaties en overgevoeligheid. Zowel contra-indicaties als overgevoeligheid zijn opgenomen in het medicatieoverzicht en worden gebruikt bij medicatiebewaking door voorschrijvers en verstrekkers in alle domeinen van de zorg.

Vanuit het beheer van het Programma Medicatieoverdracht vindt de doorontwikkeling van de informatiestandaard CiO plaats. Het beheer wordt ingericht conform NEN7522.

De Nationale Contra-indicatielijst (NCI) is in de G-standaard opgenomen als Thesaurus 40. Binnen de zib Contra-Indicatie wordt de Contra-Indicatienaam hieruit overgenomen.

Homoniemen

De terminologie rondom contra-indicatie en contra-indicatieaard wordt niet altijd eenduidig gehanteerd. Z-Index kent twee grootheden, namelijk contra-indicatieaard en contra-indicatie. Het veld kent nog een derde grootheid, namelijk vastgelegde contra-indicatie in het dossier.


Hieronder de definitie van de verschillende termen:

  • Contra-indicatieaard: de lijst met items uit G-standaard thesaurus 40.
  • Contra-indicatie: de combinatie van vastgelegde contra-indicatie aard + geneesmiddel (de contra-indicatiecodes uit bestand 655).
  • Vastgelegde contra-indicatie: vastlegging van de constatering dat de contra-indicatie aanwezig is bij de patiënt en dat daar in de medicatiebewaking rekening mee gehouden moet worden.

In dit document wordt gebruik gemaakt van de term contra-indicatie als zijnde de vastgelegde contra-indicatie in het dossier van de patiënt.

Overgevoeligheid(sreactie)

Op dit moment wordt in de afsprakenset 'Registratie en overdracht van geneesmiddelovergevoeligheden' met overgevoeligheid(sreactie) bedoeld een allergie, niet-allergische overgevoeligheid(sreactie) (intolerantie) of één of meer onacceptabele bijwerkingen.

  1. Allergie (type B-bijwerking*) = Een allergie is een immuungerelateerde overgevoeligheid op stoffen die in contact komen met het lichaam of het lichaam binnen komen, zoals pollen, bijengif of geneesmiddelen[1].
  2. Niet-allergische overgevoeligheid (intolerantie) (type B-bijwerking*) = Een niet-allergische overgevoeligheid is een niet-immuungerelateerde overgevoeligheid, zoals een overgevoeligheid voor NSAID’s[2]). Deze overgevoeligheid wordt ook wel een intolerantie genoemd. De term intolerantie verdient echter niet de voorkeur.
  3. Bijwerking (type A-bijwerking*) = Een bijwerking is een schadelijk en/of onbedoeld effect dat optreedt bij de toepassing van een geneesmiddel in een gebruikelijke dosering voor preventie, diagnose of behandeling van een ziekte of aandoening’[3].

(*) Opmerkingen:

  • Een type A-bijwerking is dosisafhankelijk, voorspelbaar en gerelateerd aan het farmacologische effect. Binnen de context van dit document is er bewust voor gekozen om type A-bijwerking onder de overkoepelende term ‘overgevoeligheids(reactie)’ op te nemen, terwijl deze bijwerking strikt genomen niet onder de definitie van het begrip ‘overgevoeligheids(reactie)’ valt. In de praktijk is het wenselijk om bij het optreden van (onacceptabele) type A-bijwerkingen bepaalde kenmerken te registreren en uit te wisselen. Deze kenmerken komen overeen met de kenmerken die optreden bij allergische of niet-allergische overgevoeligheidsreacties;
  • Een type B-bijwerking is niet dosisafhankelijk, niet voorspelbaar en (meestal) niet gerelateerd aan het farmacologische effect.

NB. Afsprakenset zal naar aanleiding van het nieuwe datamodel mogelijk aangepast worden. In het veld kunnen zorgprofessionals lastig het verschil maken tussen de verschillende types bijwerkingen en overgevoeligheidsreacties. In het datamodel van de informatiestandaard wordt uitgegaan van een vereenvoudiging van de werkelijkheid om de kwaliteit van de vastlegging en eenheid van taal te bevorderen.

Reikwijdte informatiestandaard

De reikwijdte van de informatiestandaard beslaat de functionele beschrijvingen en de dataset voor alle gegevensuitwisselingen binnen één of meerdere zorgprocessen (o.a. medicatiebewaking).

Infrastructuur

De berichten beschreven in deze informatiestandaard kunnen over elke willekeurige infrastructuur worden getransporteerd. De specificatie van de infrastructuur is buiten scope van deze informatiestandaard.

Wettelijke kaders

Contra-indicatie & overgevoeligheid is een informatiestandaard. Overeenkomstig de lagen van interoperabiliteit zijn aanvullende afspraken nodig om in de praktijk te komen tot implementatie van een informatieoverdracht. Daarbij gelden altijd de wettelijke kaders als uitgangspunt.

Kwalificatie

Op basis van dit FO en de daarbij behorende dataset wordt een kwalificatiescript opgesteld. Een kwalificatie bij Nictiz vindt plaats per systeemrol. Het opstellen van kwalificatiescripts valt buiten de scope van dit FO. Voor meer informatie zie de websitepagina over Nictiz kwalificaties of stuur een mail naar 'kwalificatie@nictiz.nl'. De kwalificatiescripts voor Contra-indicatie zijn te vinden op de volgende webpagina. De kwalificatiescripts voor Overgevoeligheid is te vinden op......

Nictiz biedt leveranciers de mogelijkheid hun producten en diensten te laten testen op correcte implementatie van informatiestandaarden. Voor meer informatie over het testen met de simulator vanuit ART-DECOR: Testen met ART-DECOR.

Use cases

Dit hoofdstuk bevat verschillende use cases voor zowel contra-indicatie als voor overgevoeligheid. Een use case is een specifieke beschrijving van een praktijksituatie in de zorg waarbij voor een concrete situatie het uitwisselen van informatie wordt beschreven aan de hand van actoren (mensen, systemen) en transacties (welke informatie wordt wanneer uitgewisseld). Een use case is een verbijzondering van een specifiek onderdeel van het zorgproces. Een informatiestandaard kan bestaan uit één of meerdere use cases. Iedere use case is gekoppeld met een scenario in ART-DECOR. Wanneer verschillende use cases gebruik maken van hetzelfde scenario kan een andere indeling gewenst zijn, bijvoorbeeld op basis van proces. In dit FO worden de volgende use cases geanalyseerd en uitgewerkt:

  • Use case 1 betreft het beschikbaarstellen en raadplegen van contra-indicatie t.b.v. (medicatie)bewaking (PULL);
  • Use case 2 betreft het sturen van een contra-indicatie naar een andere zorgverlener (PUSH);
  • Use case 3 betreft het beschikbaarstellen en raadplegen van overgevoeligheid t.b.v. (medicatie)bewaking (PULL);
  • Use case 4 betreft het sturen van een overgevoeligheid naar een andere zorgverlener (PUSH).

Use case 1 – Contra-indicatie raadplegen

Doel en Relevantie

De voorschrijver/verstrekker wil (opnieuw) medicatie voorschrijven en/of verstrekken en wil de medicatie toetsen op veiligheid.

Zie onderstaande patient journey om de relevantie van deze use case te begrijpen:

  • Medicatieoverzicht

Een patiënt wordt vanwege een hartstilstand opgenomen in het ziekenhuis. In de ambulance haalt de broeder het medicatieoverzicht op inclusief de contra-indicaties. Op de lijst is te lezen dat de internist op 15 mei 2008 Diabetes als contra-indicatie heeft vastgelegd. De broeder neemt dit over in zijn informatiesysteem. Contra-indicatie: Diabetes Mellitus, 15-5-2008, internist

  • Medicatieverificatie

Een medisch specialist uit het ziekenhuis wil medicatieverificatie uitvoeren voorafgaand aan het voorschrijven van medicatie. Hiervoor vraagt hij/zij alle contra-indicaties van de patiënt op als onderdeel van medicatieoverzicht. Voor het opvragen van contra-indicaties van een patiënt, is minimaal het identificatienummer van desbetreffende patiënt nodig. Daarnaast kan het verzoek tot het beschikbaarstellen van contra-indicatie(s) specifieker worden gemaakt door het toevoegen van een begindatum, einddatum, contra-indicatienaam of het identificatienummer van een contra-indicatie.

Proces en Context

Preproces

De ontvangende zorgverlener is ingelogd in het informatiesysteem met juiste authenticatie en is geautoriseerd om contra-indicaties op te vragen.

Proces

  1. De zorgverlener die medicatiebewaking wil uitvoeren vraagt de bekende contra-indicaties op bij andere zorgverleners.
  2. Zorgverleners die een contra-indicatie hebben vastgelegd leveren deze op.
  3. Het informatiesysteem van de medicatiebewaker ontvangt het bericht en toont de gegevens op het scherm. Het informatiesysteem toont daarbij de medicatiebewakingssignalen.

Postproces

De contra-indicaties zijn opgevraagd en worden overzichtelijk getoond in het informatiesysteem van de medicatiebewaker en kunnen indien gewenst gebruikt worden bij de medicatiebewaking.

Bedrijfsrollen

Deze use case kent twee bedrijfsrollen, een overzicht is weergegeven in tabel 1.


Tabel 1. Bedrijfsrollen use case 1.

Bedrijfsrol Activiteit
Medicatiebewaker Vraagt contra-indicatie op
Contra-indicatie verstrekker Levert contra-indicatie op waarvan hijzelf de bron is. De contra-indicatie verstrekker kan een voorschrijver of verstrekker zijn.


Onderstaande afbeelding toont de bedrijfsrollen en de activiteiten die zij uitvoeren.

Figuur 1. Activiteitendiagram Opvragen en aanleveren contra-indicatielijst

Informatieoverdracht

Systemen & Systeemrollen

Alle bedrijfsrollen maken ieder gebruik van een informatiesysteem (XIS / AIS). Deze informatiesystemen kennen ieder verschillende systeemrollen, die het uitwisselen van gegevens tussen deze informatiesystemen mogelijk maken. Elk XIS / AIS per bedrijfsrol vervult 1 systeemrol, namelijk:

  • CIO-CIB [3]: beschikbaarstellend systeem; of
  • CIO-CIR [4]: raadplegend systeem.

Zie ook onderstaande afbeelding (figuur 2).

Figuur 2. Systemen en systeemrollen binnen beschikbaarstellen en raadplegen contra-indicatie (PULL).

Transacties & Transactiegroepen

Het uitwisselen van gegevens tussen de verschillende systeemrollen gebeurt op basis van transacties, een verzameling van transacties (bijvoorbeeld een vraag- en antwoordbericht) vormt een zogeheten transactiegroep. Figuur 3 toont de samenhang tussen de bedrijfsrollen, bedrijfsprocessen, systeemrollen transacties en transactiegroepen die onderdeel uitmaken van beschikbaarstellen en raadplegen van contra-indicatie (PULL).

Figuur 3. Use case Diagram Opvragen en aanleveren contra-indicatie (PULL).

Zoals zichtbaar is in bovenstaande afbeelding, hebben sommige bedrijfsactiviteiten een bepaalde transactie tot gevolg. Deze transactie wordt uitgevoerd door een systeemrol, en maakt onderdeel uit van een transactiegroep. De gegevenselementen die als onderdeel van de transacties tussen systeemrollen worden uitgewisseld, zijn gespecificeerd in ART-DECOR.

Samenhang bedrijfsrollen, activiteiten, transacties, systeemrollen en transactiegroepen

Het overzicht in tabel 2 maakt het mogelijk direct de gewenste scenario’s, transactiegroepen en/of transacties te raadplegen in ART-DECOR.


Tabel 2. Referenties naar ART-DECOR transacties voor beschikbaarstellen en raadplegen van contra-indicatie (PULL).

Scenario: Transactiegroep: Transacties
Contra-Indicatie Contra-Indicatie (PULL) Beschikbaarstellen contra-indicatie

Raadplegen contra-indicatie

Use case 2 – Contra-indicatie sturen

Doel en Relevantie

Een zorgverlener wil een andere zorgverlener actief op de hoogte stellen van een contra-indicatie.

Zie onderstaande patient journey om de relevantie van deze use case te begrijpen:

  • Ontslag

Een patiënt is vanwege een hartstilstand opgenomen in het ziekenhuis. In het ziekenhuis is op 7 juli 2019 een contra-indicatie voor Ischemische hartziekten vastgesteld en vastgelegd in het ziekenhuisinformatiesysteem. Bij ontslag wordt de contra-indicatie door de specialist verstuurd naar de huisarts en vaste apotheek van de patiënt. De huisarts en apotheek nemen deze contra-indicatie over in hun informatiesysteem. Bij medicatiebewaking door huisarts en apotheek wordt deze contra-indicatie nu ook gecontroleerd. Contra-indicatie: Ischemische hartziekten, 7-7-2019, cardioloog

Proces en Context

Preproces

De zorgverlener is ingelogd in het informatiesysteem met juiste authenticatie en is geautoriseerd om contra-indicatie te versturen. De ontvangende zorgverlener heeft een behandelrelatie met de patiënt.

Proces

  1. De zorgverlener van de sturende organisatie stuurt de contra-indicatie naar de ontvangende zorgorganisatie.
  2. Het informatiesysteem van de ontvangende zorgorganisatie ontvangt de contra-indicatie, toont de gegevens op het scherm van de zorgverlener en verwerkt deze zo nodig in het dossier van de patiënt zodat medicatiebewaking uitgevoerd wordt.

Postproces

De contra-indicatie is gestuurd naar de ontvangende organisatie. De contra-indicatie wordt overzichtelijk getoond aan de zorgverlener van de ontvangende organisatie.

Bedrijfsrollen

De use case kent twee bedrijfsrollen, zoals weergegeven in tabel 3.


Tabel 3. Bedrijfsrollen use case 2.

Bedrijfsrol Activiteit
Voorschrijver/verstrekker (sturende organisatie) Verstuurt de contra-indicatie van de patiënt naar een reeds bekende zorgorganisatie
Verstrekker/zorgverlener (ontvangende organisatie) Ontvangt de contra-indicatie van de sturende organisatie


Figuur 4 toont de bedrijfsrollen en de activiteiten die zij uitvoeren.

Figuur 4. Activiteitendiagram versturen contra-indicatie.

Informatieoverdracht

Systemen & Systeemrollen

Alle bedrijfsrollen maken gebruik van een informatiesysteem (XIS / AIS). De informatiesystemen kennen ieder verschillende systeemrollen, die het uitwisselen van gegevens tussen deze informatiesystemen mogelijk maken.

Elk XIS / AIS per bedrijfsrol vervult 1 systeemrol, namelijk:

  • CIO-CIS [1]: sturend systeem; of
  • CIO -CIO [2]: ontvangend systeem.

Zie ook onderstaande afbeelding (figuur 5).


Figuur 5. Systemen en systeemrollen binnen Versturen van contra-indicatie (PUSH)

Transacties & Transactiegroepen

Het uitwisselen van gegevens tussen de verschillende systeemrollen gebeurt op basis van transacties, een verzameling van transacties (bijvoorbeeld een vraag- en antwoordbericht) vormt een zogeheten transactiegroep.

Figuur 6 toont de samenhang tussen de bedrijfsrollen, bedrijfsprocessen, systeemrollen transacties en transactiegroepen die onderdeel uitmaken van Versturen contra-indicatie (PUSH).

Figuur 6. Use case Diagram Versturen contra-indicatie (PUSH).


Zoals zichtbaar is in bovenstaande afbeelding, hebben sommige bedrijfsactiviteiten een bepaalde transactie tot gevolg. Deze transactie wordt uitgevoerd door een systeemrol, en maakt onderdeel uit van een transactiegroep. De gegevenselementen die als onderdeel van de transacties tussen systeemrollen worden uitgewisseld, zijn gespecificeerd in ART-DECOR.

Samenhang bedrijfsrollen, activiteiten, transacties, systeemrollen en transactiegroepen

Het overzicht in tabel 4 maakt het mogelijk direct de gewenste scenario’s, transactiegroepen en/of transacties te raadplegen in ART-DECOR.


Tabel 4. Referenties naar ART-DECOR transacties voor sturen en ontvangen van contra-indicatielijst (PUSH).

Scenario Transactiegroep Transacties
Contra-indicatie (2) Contra-indicatie (PUSH) Sturen contra-indicatie

Ontvangstbevestiging contra-indicatie

Use case 3 – Overgevoeligheid raadplegen

Doel en Relevantie

  • De voorschrijver/verstrekker wil (opnieuw) medicatie voorschrijven en/of verstrekken en wil de medicatie toetsen op veiligheid.

Zie onderstaande patient journey om de relevantie van deze use case te begrijpen:

  • Overgevoeligheid en reactie beschikbaarstellen en raadplegen bij ontslag uit het ziekenhuis

Een huisarts haalt gestructureerde overgevoeligheden en reacties bij een ziekenhuis op. Hiervoor vraagt hij/zij alle overgevoeligheden van de patiënt op als onderdeel van het ontslag. Voor het opvragen van overgevoeligheden en reacties van een patiënt, is minimaal het identificatienummer van desbetreffende patiënt nodig.

  • Beschikbaarstellen van een niet medicatie gerelateerde overgevoeligheden

Patiënt heeft een keer een heftige reactie (gevoel dichtknijpen keel) gehad na het eten, de vorige huisarts zou op basis hiervan hebben gezegd dat dit door de kiwi kwam. De huisarts legt dit vast in het dossier van de patiënt. De apotheker van de patiënt vraagt alle overgevoeligheden bij het ter hand stellen op.

  • Voorbeeld voor allergoloog

(Let op nog niet klaar! Neem een voorbeeld van het document use cases Overgevoeligheid) ... huisarts legt overgevoeligheid vast en stel beschikbaar voor allergoloog.

  • Medicatieoverzicht

Overgevoeligheden zijn onderdeel van het medicatieoverzicht en worden in de transactie voor het raadplegen van een medicatieoverzicht meegenomen in de informatiestandaard Medicatieproces 9 (MP9).

(Let op nog niet klaar! Neem een voorbeeld van het document use cases Overgevoeligheid) Een patiënt wordt vanwege een hartstilstand opgenomen in het ziekenhuis. In de ambulance haalt de broeder het medicatieoverzicht op inclusief de overgevoeligheden. Op de lijst is te lezen dat de internist op 15 mei 2008 Diabetes als contra-indicatie heeft vastgelegd. De broeder neemt dit over in zijn informatiesysteem. Overgevoeligheid (wellicht tonen in een tabel vergelijkbaar met example instances in de zib): ...

  • Medicatieverificatie

Een medisch specialist uit het ziekenhuis wil medicatieverificatie uitvoeren voorafgaand aan het voorschrijven van medicatie. Hiervoor vraagt hij/zij alle overgevoeligheden van de patiënt op als onderdeel van medicatieoverzicht.

Zie voor uitgebreide uitwerkingen van de business use cases paragraaf 3.3.

Proces en Context

Preproces

De medicatiebewaker is ingelogd in het informatiesysteem met juiste authenticatie en is geautoriseerd om overgevoeligheden op te vragen.

Proces

  1. De zorgverlener die medicatiebewaking wil uitvoeren vraagt de bekende overgevoeligheden op bij andere zorgverleners.
  2. Zorgverleners die een overgevoeligheid hebben vastgelegd leveren deze op.
  3. Het informatiesysteem van de medicatiebewaker ontvangt het bericht en toont de gegevens op het scherm. Het informatiesysteem toont daarbij de medicatiebewakingssignalen.

Postproces

De overgevoeligheden zijn opgevraagd en worden overzichtelijk getoond in het informatiesysteem van de medicatiebewaker en kunnen indien gewenst gebruikt worden bij de medicatiebewaking.

Bedrijfsrollen

Deze use case kent twee bedrijfsrollen, een overzicht is weergegeven in tabel 5.


Tabel 5. Bedrijfsrollen use case 3.

Bedrijfsrol Activiteit
Zorgverlener/Medicatiebewaker Vraagt overgevoeligheid op
Zorgverlener/Overgevoeligheid verstrekker Levert overgevoeligheid op waarvan deze verstrekker de bron is


Onderstaande afbeelding toont de bedrijfsrollen en de activiteiten die zij uitvoeren.

Figuur 7. Activiteitendiagram Opvragen en aanleveren overgevoeligheidslijst

Informatieoverdracht

Systemen & Systeemrollen

Alle bedrijfsrollen maken ieder gebruik van een informatiesysteem (XIS / AIS). Deze informatiesystemen kennen ieder verschillende systeemrollen, die het uitwisselen van gegevens tussen deze informatiesystemen mogelijk maken. Elk XIS / AIS per bedrijfsrol vervult 1 systeemrol, namelijk:

  • CIO-OVB [3]: beschikbaarstellend systeem; of
  • CIO-OVR [4]: raadplegend systeem.

Zie ook onderstaande afbeelding (figuur 8).

Figuur 8. Systemen en systeemrollen binnen opvragen en aanleveren overgevoeligheid (PULL).

Transacties & Transactiegroepen

Het uitwisselen van gegevens tussen de verschillende systeemrollen gebeurt op basis van transacties, een verzameling van transacties (bijvoorbeeld een vraag- en antwoordbericht) vormt een zogeheten transactiegroep. Figuur 9 toont de samenhang tussen de bedrijfsrollen, bedrijfsprocessen, systeemrollen transacties en transactiegroepen die onderdeel uitmaken van Opvragen en aanleveren overgevoeligheid (PULL).

Figuur 9. Use case Diagram Opvragen en aanleveren overgevoeligheid (PULL).

Zoals zichtbaar is in bovenstaande afbeelding, hebben sommige bedrijfsactiviteiten een bepaalde transactie tot gevolg. Deze transactie wordt uitgevoerd door een systeemrol, en maakt onderdeel uit van een transactiegroep. De gegevenselementen die als onderdeel van de transacties tussen systeemrollen worden uitgewisseld, zijn gespecificeerd in ART-DECOR.

Samenhang bedrijfsrollen, activiteiten, transacties, systeemrollen en transactiegroepen

Het overzicht in tabel 6 maakt het mogelijk direct de gewenste scenario’s, transactiegroepen en/of transacties te raadplegen in ART-DECOR.

Tabel 6. Referenties naar ART-DECOR transacties voor beschikbaarstellen en raadplegen van overgevoeligheid (PULL).

Scenario: Transactiegroep: Transacties
Overgevoeligheid Overgevoeligheid (PULL) Beschikbaarstellen overgevoeligheid

Raadplegen overgevoeligheid

Use case 4 – Overgevoeligheid sturen

Doel en Relevantie

Een zorgverlener wil een andere zorgverlener actief op de hoogte stellen van een overgevoeligheid.

Zie onderstaande patient journey om de relevantie van deze use case te begrijpen:

  • Klinische vaststelling

Patiënt is met klachten van diarree, misselijkheid naar de huisarts gegaan. De huisarts legt deze klachten vast in het dossier. Op verzoek van patiënt is deze uiteindelijk doorverwezen naar de MDL-arts. Deze heeft eerst een H-test aangevraagd. Aangezien dit in de familie leek voor te komen ook nog een genotypering van lactase aangevraagd, welke positief was op een lactase deficiëntie. De MDL-arts legt deze overgevoeligheid vast en stuurt deze naar de huisarts.

  • Overgevoeligheid en reactie beschikbaarstellen en raadplegen bij ontslag uit het ziekenhuis

...

  • Beschikbaarstellen van een niet medicatie gerelateerde overgevoeligheden

...

  • Voorbeeld voor allergoloog stuurt informatie naar huisarts

...

Zie voor uitgebreide uitwerkingen van de business use cases paragraaf 3.3.

Proces en Context

Preproces

De zorgverlener is ingelogd in het informatiesysteem met juiste authenticatie en is geautoriseerd om overgevoeligheid te versturen. De ontvangende zorgverlener heeft een behandelrelatie met de patiënt.

Proces

Een zorgverlener wil een andere zorgverlener actief op de hoogte stellen van een overgevoeligheid.

  1. De zorgverlener van de sturende organisatie stuurt de overgevoeligheid naar de ontvangende zorgorganisatie.
  2. Het informatiesysteem van de ontvangende zorgorganisatie ontvangt de overgevoeligheid, toont de gegevens op het scherm van de zorgverlener en verwerkt deze zo nodig in het dossier van de patiënt zodat medicatiebewaking uitgevoerd wordt.

Postproces

De overgevoeligheid is gestuurd naar de ontvangende organisatie. De overgevoeligheid wordt overzichtelijk getoond aan de zorgverlener van de ontvangende organisatie.

Bedrijfsrollen

De use case kent twee bedrijfsrollen, zoals weergegeven in tabel 7.


Tabel 7. Bedrijfsrollen use case 4.

Bedrijfsrol Activiteit
Voorschrijver/verstrekker (sturende organisatie) Verstuurt de overgevoeligheid van de patiënt naar een reeds bekende zorgorganisatie
Verstrekker/zorgverlener (ontvangende organisatie) Ontvangt de overgevoeligheid van de sturende organisatie


Figuur 10 toont de bedrijfsrollen en de activiteiten die zij uitvoeren.

Figuur 10. Activiteitendiagram sturen overgevoeligheid.

Informatieoverdracht

Systemen & Systeemrollen

Alle bedrijfsrollen maken gebruik van een informatiesysteem (XIS / AIS). De systemen kennen ieder verschillende systeemrollen, die het uitwisselen van gegevens tussen deze systemen mogelijk maken.

Elke XIS / AIS per bedrijfsrol vervult 2 systeemrollen, namelijk:

  • CIO-OVS [1]: sturend systeem.
  • CIO-OVO [2]: ontvangend systeem.

Zie ook onderstaande afbeelding (figuur 11).

Figuur 11. Systemen en systeemrollen binnen sturen en ontvangen overgevoeligheid (PUSH).

Transacties & Transactiegroepen

Het uitwisselen van gegevens tussen de verschillende systeemrollen gebeurt op basis van transacties, een verzameling van transacties (bijvoorbeeld een vraag- en antwoordbericht) vormt een zogeheten transactiegroep.

Figuur 12 toont de samenhang tussen de bedrijfsrollen, bedrijfsprocessen, systeemrollen transacties en transactiegroepen die onderdeel uitmaken van Versturen overgevoeligheid (PUSH).

Figuur 12. Use case Diagram sturen en ontvangen overgevoeligheid (PUSH).

Zoals zichtbaar is in bovenstaande afbeelding, hebben sommige bedrijfsactiviteiten een bepaalde transactie tot gevolg. Deze transactie wordt uitgevoerd door een systeemrol, en maakt onderdeel uit van een transactiegroep. De gegevenselementen die als onderdeel van de transacties tussen systeemrollen worden uitgewisseld, zijn gespecificeerd in ART-DECOR.

Samenhang bedrijfsrollen, activiteiten, transacties, systeemrollen en transactiegroepen

Het overzicht in tabel 8 maakt het mogelijk direct de gewenste scenario’s, transactiegroepen en/of transacties te raadplegen in ART-DECOR.


Tabel 8. Referenties naar ART-DECOR transacties voor sturen en ontvangen van overgevoeligheidslijst (PUSH).

Scenario Transactiegroep Transacties
Overgevoeligheid (2) Overgevoeligheid (PUSH) Sturen overgevoeligheid

Ontvangstbevestiging overgevoeligheid

Aanwijzingen / eisen voor functionaliteit van systemen

Gebruik HPK t/m SNK voor medicatiebewaking

Bij een geneesmiddelovergevoeligheid worden stoffen op verschillende niveaus vastgelegd. Het bewaken op een geneesmiddelovergevoeligheid gebeurt op het vastgelegde niveau. Hoe dat gebeurt is vastgelegd in een aantal documenten:

Functionaliteit rond de 5 referentiesets van allergenen

In een informatiesysteem wordt bij het vastleggen van een niet-geneesmiddel overgevoeligheid gebruik gemaakt van vijf referentiesets voor allergenen. De zorginformatiebouwsteen en de informatiestandaard maken gebruik van één lijst met alle allergenen [AllergenenCodeLijst: naam volgt nog]. Deze lijst bevat alle allergenen uit de referentiesets maar dan zonder dubbellingen. Het informatiesysteem maakt bij uitwisseling een vertaling van de vijf allergenenlijsten naar de lijst met allergenen in de informatiestandaard door de SNOMED code over te nemen. Daarnaast worden één of meerdere overgevoeligheidscategorieën aangegeven.

Referenties

Eem overzicht van de referenties is weergegeven in tabel 9.

Tabel 9. Referenties.

Auteur Titel Versie Datum Bron Organisatie
Nictiz Informatiestandaarden Medicatieveiligheid Website Nictiz Nictiz
ActiZ, Associatie van Ketenapotheken, Federatie Medisch Specialisten et al. Richtlijn Overdracht van Medicatiegegevens in de keten Herziening 2018/2019 28 november 2019 Website KNMP KNMP
Gert Koelewijn, Froukje Harkes, Idzinga Registratie en overdracht geneesmiddelovergevoeligheden 1.0 Januari 2017 Website Nictiz Nictiz
KNMP KNMP-richtlijn Medicatiebewaking December 2016 Website KNMP KNMP

Paginahistorie

Een overzicht van de paginahistorie wordt weergegeven in tabel 10.


Tabel 10. Paginahistorie.

Versie Datum Omschrijving
1.0 27-05-2020 Conceptversie 1.0
  1. 1 WOA The White Book on Allergy, 2011
  2. 2 Kowalski ML, Makowska JS. Seven steps to the diagnosis of NSAIDs hypersensitivity: how to apply a new classificationin real practice? Allergy Asthma Immunol Res 2015;7(4):312-20
  3. 3 World Health Organisation