mp:V1.0.0 Opvragen en versturen labwaarden: verschil tussen versies

Uit informatiestandaarden
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
k (Tekst vervangen - "{{#customtitle:" door "{{DISPLAYTITLE:")
 
(8 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
{{#customtitle:Opvragen en versturen labwaarden|Opvragen en versturen labwaarden}}
+
{{DISPLAYTITLE:Opvragen en versturen labwaarden|Opvragen en versturen labwaarden}}
<noinclude>{{DocumentPart|ns=mp|title=V1.0.0 labTransacties}}</noinclude>
+
<noinclude>{{DocumentPart|ns=mp|title=V1.0.0_Ontwerp_Medicatieproces_Labwaardenoverdracht}}</noinclude>
  
 
===Opvragen en versturen labwaarden===
 
===Opvragen en versturen labwaarden===
 +
=====Doel=====
 +
Labwaarden kunnen op verschillende manieren worden overgedragen. De volgende use cases behandelen het opvragen van gegevens met en zonder index:
 +
* Met index. Indien er een index aanwezig is in de zorginfrastructuur is, kan de labwaardenopvrager op ieder moment zelf de gegevens ophalen bij de labwaardenverstrekker. De index houdt bij welke labwaardenverstrekker gegevens beschikbaar heeft gesteld van een patiënt. Hiertoe moeten de gegevens wel aangemeld zijn bij de index door de labwaardenverstrekker. 
 +
* Zonder index. Indien er geen index gebruikt wordt in de zorginfrastructuur, dan vraagt de labwaardenopvrager de gegevens direct op bij de labwaardenverstrekker. De labwaardenopvrager stuurt hiervoor een verzoek naar de labwaardenverstrekker en deze stuurt als reactie zelf de labwaarden naar de labwaardenopvrager.
  
Labwaarden kunnen op verschillende manieren worden overgedragen. De volgende use cases behandelen het opvragen van gegevens met en zonder zorginfrastructuur:
+
=====Actoren=====
* Met zorginfrastructuur. Indien er een zorginfrastructuur is, dan gebruikt de labwaardenopvrager de pull-methode. De labwaardenopvrager kan op ieder moment zelf de gegevens ophalen bij de labwaardenverstrekker. 
 
* Zonder zorginfrastructuur. Indien er geen zorginfrastructuur is, dan gebruikt de labwaardenopvrager en de labwaardenverstrekker de push-methode. De labwaardenopvrager stuurt een verzoek naar de labwaardenverstrekker en deze stuurt als reactie zelf de labwaarden naar de labwaardenopvrager.
 
In sectie [[mp:V1.0.0 Medicatieproces Labwaardenoverdracht#Aanmelden labwaarden|3.1.1]]  staat de zorginfrastructuur beschreven.
 
  
 +
# Labwaardenopvrager
 +
# Labwaardenverstrekker
  
====Use case Labwaarden opvragen en versturen met zorginfrastructuur====
+
=====Interacties=====
  
De labwaardenopvrager gebruikt de pull-methode.
+
# opvragen labuitslagen (zie IH Labuitslagen)
 +
# opleveren labuitslagen (zie IH Labuitslagen)
 +
 
 +
De volgende labwaarden kunnen momenteel opgeleverd worden:
 +
[[Bestand:Labtabel.png|kaderloos|geen]]
 +
 
 +
=====Use case Labwaarden opvragen en versturen met index=====
 +
 
 +
De labwaardenopvrager gebruikt een infrastructuur met index.
  
 
''Precondities:''
 
''Precondities:''
* De zorgverlener is ingelogd in zijn zorgsysteem (labwaardenopvrager) en is geautoriseerd om de labwaarden op te halen via een geaccepteerde zorginfrastructuur.  
+
* De labwaardenopvrager is ingelogd in zijn zorgsysteem en is geautoriseerd om de labwaarden op te halen via een geaccepteerde zorginfrastructuur.  
* Op het LIS (labwaardenverstrekker) staan de labwaarden.
+
* De labwaardenverstrekker heeft labwaarden aangemeld op de index en stelt deze hierdoor beschikbaar aan de labwaardenopvrager.
* Op de zorginfrastructuur staat een aanmelding van het LIS.
 
  
 
''Trigger'': De patiënt komt bij de zorgverlener voor een behandeling, een voorschrift of een verstrekking.
 
''Trigger'': De patiënt komt bij de zorgverlener voor een behandeling, een voorschrift of een verstrekking.
  
 
''Basic flow:''
 
''Basic flow:''
# De zorgverlener verifieert de identiteit van de patiënt.
+
# De labwaardenopvrager verifieert de identiteit van de patiënt.
# De zorgverlener zoekt de patiëntgegevens in zijn zorginformatiesysteem.
+
# De labwaardenopvrager zoekt de patiëntgegevens in zijn zorginformatiesysteem.
# De zorgverlener vraagt met zijn zorginformatiesysteem (labwaardenopvrager)  via de zorginfrastructuur de labwaarden op bij het LIS (labwaardenverstrekker).  
+
# De labwaardenopvrager vraagt met zijn zorginformatiesysteem via de zorginfrastructuur de labwaarden op bij de labwaardenverstrekker (bericht opvragen labuitslagen).  
# Het LIS (labwaardenverstrekker) stuurt geautomatiseerd (zonder tussenkomst van een medewerker) de labwaarden naar de zorgverlener.
+
# Het informatiesysteem van de labwaardenverstrekker stuurt geautomatiseerd (zonder tussenkomst van een medewerker) de labwaarden naar de zorgverlener (bericht opleveren labuitslagen).
# Het zorginformatiesysteem (labwaardenopvragertoont de labwaarden aan de zorgverlener op het scherm.
+
# Het zorginformatiesysteem van de labwaardenopvrager toont de labwaarden aan de zorgverlener op het scherm.
# De zorgverlener gebruikt de labwaarden voor medicatiebewaking.
+
# De labwaardenopvrager gebruikt de labwaarden voor medicatiebewaking.
 
# De patiënt krijgt op basis van de medicatiebewaking een passend medicatieadvies.
 
# De patiënt krijgt op basis van de medicatiebewaking een passend medicatieadvies.
  
 
''Alternatieve flows:''
 
''Alternatieve flows:''
* De patiënt is niet bekend in het zorginformatiesysteem. Als behandelend zorgverlener is het wel mogelijk om de labwaarden op te halen.
+
* De patiënt is niet bekend in het zorginformatiesysteem van de labwaardenopvrager. Als behandelend zorgverlener is het wel mogelijk om de labwaarden op te halen.
 
** De patiënt wordt geregistreerd in het zorginformatiesysteem.
 
** De patiënt wordt geregistreerd in het zorginformatiesysteem.
** De zorgverlener haalt vervolgens de labwaarden op (stap 3).
+
** De labwaardenopvrager haalt vervolgens de labwaarden op (stap 3).
* Er zijn geen labwaarden in het LIS.
+
* Er zijn geen labwaarden in het systeem van de labwaardenverstrekker.
 
** In dit geval wordt er een melding gegeven dat de labwaarden er niet zijn.
 
** In dit geval wordt er een melding gegeven dat de labwaarden er niet zijn.
 
* De patiënt heeft geen toestemming gegeven voor het delen van de labwaarden. Deze toestemming staat niet in de zorginfrastructuur.
 
* De patiënt heeft geen toestemming gegeven voor het delen van de labwaarden. Deze toestemming staat niet in de zorginfrastructuur.
Regel 42: Regel 52:
 
''
 
''
 
Postcondities:''
 
Postcondities:''
* De zorgverlener heeft de laboratoriumwaarden.
+
* De labwaardenopvrager heeft de laboratoriumwaarden.
  
===Use case Labwaarden opvragen en versturen zonder zorginfrastructuur===
+
=====Use case Labwaarden opvragen en versturen zonder zorginfrastructuur=====
  
De labwaardenopvrager en -verstrekker gebruiken de push-methode.
+
De labwaardenopvrager en -verstrekker gebruiken geen index.
  
 
''Precondities:''
 
''Precondities:''
* De zorgverlener is ingelogd in zijn zorgsysteem (labwaardenopvrager).
+
* De labwaardenopvrager is ingelogd in zijn zorgsysteem.
* Op het LIS (labwaardenverstrekker) staan de labwaarden.
+
* Op het informatiesysteem van de labwaardenverstrekker staan labwaarden.
 
* Er is een beveiligde manier waarop gegevens elektronisch tussen labwaardenopvrager en –verstrekker uitgewisseld worden.  
 
* Er is een beveiligde manier waarop gegevens elektronisch tussen labwaardenopvrager en –verstrekker uitgewisseld worden.  
 +
* De patient geeft toestemming voor het opvragen van zijn labwaarden aan de labwaardenopvrager.
  
 
''Trigger'': De patiënt komt bij de zorgverlener voor een behandeling, een voorschrift of een verstrekking.
 
''Trigger'': De patiënt komt bij de zorgverlener voor een behandeling, een voorschrift of een verstrekking.
  
 
''Basic flow:''
 
''Basic flow:''
# De zorgverlener verifieert de identiteit van de patiënt.
+
# De labwaardenopvrager verifieert de identiteit van de patiënt.
# De zorgverlener zoekt de patiëntgegevens in zijn zorginformatiesysteem.
+
# De labwaardenopvrager zoekt de patiëntgegevens in zijn zorginformatiesysteem.
# De zorgverlener vraagt vanuit zijn zorginformatiesysteem (labwaardenopvrager)  de labwaarden op bij het LIS (labwaardenverstrekker).  
+
# De labwaardenopvrager vraagt vanuit zijn zorginformatiesysteem de labwaarden op bij de labwaardenverstrekker (bericht opvragen labuitslagen).  
# De medewerker van het laboratorium stuurt met zijn LIS (labwaardenverstrekker) de labwaarden naar het zorginformatiesysteem van de labwaardenopvrager.
+
# De labwaardenverstrekker stuurt met zijn informatiesysteem de labwaarden naar het zorginformatiesysteem van de labwaardenopvrager (bericht opleveren labuitslagen).
# Het zorginformatiesysteem (labwaardenopvragertoont de labwaarden aan de zorgverlener op het scherm.
+
# Het zorginformatiesysteem van de labwaardenopvrager toont de labwaarden aan de zorgverlener op het scherm.
# De zorgverlener gebruikt de labwaarden voor medicatiebewaking.
+
# De labwaardenopvrager gebruikt de labwaarden voor medicatiebewaking.
 
# De patiënt krijgt op basis van de medicatiebewaking een passend medicatieadvies.
 
# De patiënt krijgt op basis van de medicatiebewaking een passend medicatieadvies.
  
Regel 67: Regel 78:
 
* De patiënt is niet bekend in het zorginformatiesysteem. Als behandelend zorgverlener is het wel mogelijk om de labwaarden op te halen.
 
* De patiënt is niet bekend in het zorginformatiesysteem. Als behandelend zorgverlener is het wel mogelijk om de labwaarden op te halen.
 
** De patiënt wordt geregistreerd.
 
** De patiënt wordt geregistreerd.
** De zorgverlener haalt de labwaarden op (stap 3).
+
** De labwaardenopvrager haalt de labwaarden op (stap 3).
* Er zijn geen labwaarden in het LIS.
+
* Er zijn geen labwaarden in het informatiesysteem van de labwaardenverstrekker van de betreffende patient.
 
** In dit geval wordt er een melding gegeven dat de labwaarden er niet zijn.
 
** In dit geval wordt er een melding gegeven dat de labwaarden er niet zijn.
  
 
''Postcondities:''
 
''Postcondities:''
 
* De zorgverlener heeft de laboratoriumwaarden.
 
* De zorgverlener heeft de laboratoriumwaarden.

Huidige versie van 20 jul 2020 om 01:06


Dit materiaal is onderdeel van Medicatieproces V1.0.0_Ontwerp_Medicatieproces_Labwaardenoverdracht.
  • Compatible wijzigingen/nadere bewoordingen, tikfouten kunnen direct in de Wiki gewijzigd worden
  • Open issues die discussie vergen s.v.p. in de commentaarsectie opnemen.

Opvragen en versturen labwaarden

Doel

Labwaarden kunnen op verschillende manieren worden overgedragen. De volgende use cases behandelen het opvragen van gegevens met en zonder index:

  • Met index. Indien er een index aanwezig is in de zorginfrastructuur is, kan de labwaardenopvrager op ieder moment zelf de gegevens ophalen bij de labwaardenverstrekker. De index houdt bij welke labwaardenverstrekker gegevens beschikbaar heeft gesteld van een patiënt. Hiertoe moeten de gegevens wel aangemeld zijn bij de index door de labwaardenverstrekker.
  • Zonder index. Indien er geen index gebruikt wordt in de zorginfrastructuur, dan vraagt de labwaardenopvrager de gegevens direct op bij de labwaardenverstrekker. De labwaardenopvrager stuurt hiervoor een verzoek naar de labwaardenverstrekker en deze stuurt als reactie zelf de labwaarden naar de labwaardenopvrager.
Actoren
  1. Labwaardenopvrager
  2. Labwaardenverstrekker
Interacties
  1. opvragen labuitslagen (zie IH Labuitslagen)
  2. opleveren labuitslagen (zie IH Labuitslagen)

De volgende labwaarden kunnen momenteel opgeleverd worden:

Labtabel.png
Use case Labwaarden opvragen en versturen met index

De labwaardenopvrager gebruikt een infrastructuur met index.

Precondities:

  • De labwaardenopvrager is ingelogd in zijn zorgsysteem en is geautoriseerd om de labwaarden op te halen via een geaccepteerde zorginfrastructuur.
  • De labwaardenverstrekker heeft labwaarden aangemeld op de index en stelt deze hierdoor beschikbaar aan de labwaardenopvrager.

Trigger: De patiënt komt bij de zorgverlener voor een behandeling, een voorschrift of een verstrekking.

Basic flow:

  1. De labwaardenopvrager verifieert de identiteit van de patiënt.
  2. De labwaardenopvrager zoekt de patiëntgegevens in zijn zorginformatiesysteem.
  3. De labwaardenopvrager vraagt met zijn zorginformatiesysteem via de zorginfrastructuur de labwaarden op bij de labwaardenverstrekker (bericht opvragen labuitslagen).
  4. Het informatiesysteem van de labwaardenverstrekker stuurt geautomatiseerd (zonder tussenkomst van een medewerker) de labwaarden naar de zorgverlener (bericht opleveren labuitslagen).
  5. Het zorginformatiesysteem van de labwaardenopvrager toont de labwaarden aan de zorgverlener op het scherm.
  6. De labwaardenopvrager gebruikt de labwaarden voor medicatiebewaking.
  7. De patiënt krijgt op basis van de medicatiebewaking een passend medicatieadvies.

Alternatieve flows:

  • De patiënt is niet bekend in het zorginformatiesysteem van de labwaardenopvrager. Als behandelend zorgverlener is het wel mogelijk om de labwaarden op te halen.
    • De patiënt wordt geregistreerd in het zorginformatiesysteem.
    • De labwaardenopvrager haalt vervolgens de labwaarden op (stap 3).
  • Er zijn geen labwaarden in het systeem van de labwaardenverstrekker.
    • In dit geval wordt er een melding gegeven dat de labwaarden er niet zijn.
  • De patiënt heeft geen toestemming gegeven voor het delen van de labwaarden. Deze toestemming staat niet in de zorginfrastructuur.
    • In dit geval wordt er een melding gegeven dat er geen labwaarden zijn.
    • Aan de patiënt wordt gevraagd om zelf de labwaarden bij het laboratorium op te halen en terug te komen met de labwaarden voor verdere behandeling.
    • Aan de patiënt wordt het advies gegeven om toestemming te geven, zodat zijn zorgverlener rechtstreeks voor een behandeling de gegevens kan inzien.

Postcondities:

  • De labwaardenopvrager heeft de laboratoriumwaarden.
Use case Labwaarden opvragen en versturen zonder zorginfrastructuur

De labwaardenopvrager en -verstrekker gebruiken geen index.

Precondities:

  • De labwaardenopvrager is ingelogd in zijn zorgsysteem.
  • Op het informatiesysteem van de labwaardenverstrekker staan labwaarden.
  • Er is een beveiligde manier waarop gegevens elektronisch tussen labwaardenopvrager en –verstrekker uitgewisseld worden.
  • De patient geeft toestemming voor het opvragen van zijn labwaarden aan de labwaardenopvrager.

Trigger: De patiënt komt bij de zorgverlener voor een behandeling, een voorschrift of een verstrekking.

Basic flow:

  1. De labwaardenopvrager verifieert de identiteit van de patiënt.
  2. De labwaardenopvrager zoekt de patiëntgegevens in zijn zorginformatiesysteem.
  3. De labwaardenopvrager vraagt vanuit zijn zorginformatiesysteem de labwaarden op bij de labwaardenverstrekker (bericht opvragen labuitslagen).
  4. De labwaardenverstrekker stuurt met zijn informatiesysteem de labwaarden naar het zorginformatiesysteem van de labwaardenopvrager (bericht opleveren labuitslagen).
  5. Het zorginformatiesysteem van de labwaardenopvrager toont de labwaarden aan de zorgverlener op het scherm.
  6. De labwaardenopvrager gebruikt de labwaarden voor medicatiebewaking.
  7. De patiënt krijgt op basis van de medicatiebewaking een passend medicatieadvies.

Alternatieve flows:

  • De patiënt is niet bekend in het zorginformatiesysteem. Als behandelend zorgverlener is het wel mogelijk om de labwaarden op te halen.
    • De patiënt wordt geregistreerd.
    • De labwaardenopvrager haalt de labwaarden op (stap 3).
  • Er zijn geen labwaarden in het informatiesysteem van de labwaardenverstrekker van de betreffende patient.
    • In dit geval wordt er een melding gegeven dat de labwaarden er niet zijn.

Postcondities:

  • De zorgverlener heeft de laboratoriumwaarden.