mp:Vdraft MigratieHybride: verschil tussen versies
(Nieuwe pagina aangemaakt met '<noinclude> {{DISPLAYTITLE:Migratie en hybride}} __NUMBEREDHEADINGS__ {{IssueBox|Dit is een werkpagina.<br> De informatie op deze pagina is aan wijzigingen onderhev...') |
|||
Regel 16: | Regel 16: | ||
Bijlage: | Bijlage: | ||
*Flowcharts: ‘Raadplegen en reconciliëren in de hybride situatie’, zie [[mp:Vdraft_RaadplegenReconcilieren|Flowcharts Raadplegen en Reconciliëren]] | *Flowcharts: ‘Raadplegen en reconciliëren in de hybride situatie’, zie [[mp:Vdraft_RaadplegenReconcilieren|Flowcharts Raadplegen en Reconciliëren]] | ||
+ | =Achtergrond= | ||
+ | Gedurende de transitiefase zijn afspraken nodig voor het probleem van meerdere identificaties (MBH-id’s) voor eenzelfde medicamenteuze behandeling (MBH). De MBH-id is een verplicht onderdeel van MP9-bouwstenen. Via de MBH-id worden alle medicatiebouwstenen die in eenzelfde MBH vallen bij elkaar gebundeld. Uitgewisselde informatie op basis van MP6.12 of via EDIFACT bevat geen MBH-id. Wanneer systemen onafhankelijk van elkaar migreren, genereren zij onafhankelijk van elkaar een MBH-id. Dan ontstaat het volgende probleem: er zullen verschillende MBH-id’s aangemaakt worden voor medicatiebouwstenen, terwijl deze conceptueel horen bij één MBH. Deze situatie kan leiden tot onduidelijkheid, administratieve last en eventueel zelfs tot medicatiefouten. Er dienen daarom afspraken gemaakt te worden om deze risico’s te minimaliseren. Dit gaat om afspraken over de wijze waarop gemigreerd wordt (niet alle data zal bij migratie direct een wereldwijd en eeuwig unieke MBH-id toegekend krijgen), en over de volgorde van de processtappen (wanneer mogen systemen MP9-bouwstenen (actief) beschikbaarstellen, wanneer dient er raadpleging plaats te vinden en wanneer en door wie dient er gereconcilieerd te worden). |
Versie van 9 jun 2022 13:28
Dit is een werkpagina. |
Deze pagina bevat voorgenomen afspraken betreffende werkproces gedurende transitiefase en hybride situatie.
1 Leeswijzer
Dit document bevat voorgenomen afspraken voor het werkproces in de transitiefase. Systemen hebben dan te maken met een hybride situatie. De transitiefase betreft de fase waarin systemen de informatiestandaard MP9 implementeren. Deze fase loopt van de migratie van het eerste systeem tot het moment dat uiteindelijk alle systemen over zijn op MP9. Systemen die gedurende de transitiefase overgaan naar MP9 hebben te maken met een hybride situatie: de systemen zullen zowel MP9 als MP6.12/ EDIFACT moeten ondersteunen. Er bestaan verschillen tussen MP9 en MP6.12/ EDIFACT. Vanwege deze verschillen zullen er gedurende de gehele transitiefase aanvullende afspraken nodig zijn. Dit betreffen afspraken in aanvulling op de informatiestandaard MP9. Het gaat daarbij om:
- het migreren (het omzetten van de reeds beschikbare medicatiegegevens in een patiëntdossier naar een datamodel dat MP9-bouwstenen ondersteunt),
- het (actief) beschikbaarstellen (het proces van het ter beschikking stellen van MP9-gegevens zodat andere systemen deze informatie kunnen raadplegen en/of het sturen van MP9-gegevens),
- het raadplegen (het proces van opvragen van beschikbare medicatiegegevens, zowel MP9-gegevens als MP6.12-gegevens), en
- het reconciliëren (het samenbrengen en ontdubbelen van beschikbare gegevens met de ontvangen gegevens met als doel een overzichtelijk medicatiedossier op te bouwen).
Het voorgenomen werkproces is uitgedacht in de werkstroom Migratie en hybride situatie, waaraan het programmateam Medicatieoverdracht en een deel van de leveranciers deelnemen. Dit document bevat het beoogde werkproces zoals besproken in de sessies 18-11-2021 t/m 23-02-2022. Eindproduct van deze werkstroom is een implementatiehandleiding voor de transitiefase en hybride situatie. In paragraaf 13 in dit document is een lijst met definities toegevoegd van de termen die in de tekst in deze layout staan.
Afhankelijk van de mogelijkheden die het LSP kan bieden voor transformatie van 6.12 verstrekkingen in MP9-formaat, kunnen bepaalde afspraken in dit document wijzigen (zie https://bits.nictiz.nl/browse/MP-572). |
Bijlage:
- Flowcharts: ‘Raadplegen en reconciliëren in de hybride situatie’, zie Flowcharts Raadplegen en Reconciliëren
2 Achtergrond
Gedurende de transitiefase zijn afspraken nodig voor het probleem van meerdere identificaties (MBH-id’s) voor eenzelfde medicamenteuze behandeling (MBH). De MBH-id is een verplicht onderdeel van MP9-bouwstenen. Via de MBH-id worden alle medicatiebouwstenen die in eenzelfde MBH vallen bij elkaar gebundeld. Uitgewisselde informatie op basis van MP6.12 of via EDIFACT bevat geen MBH-id. Wanneer systemen onafhankelijk van elkaar migreren, genereren zij onafhankelijk van elkaar een MBH-id. Dan ontstaat het volgende probleem: er zullen verschillende MBH-id’s aangemaakt worden voor medicatiebouwstenen, terwijl deze conceptueel horen bij één MBH. Deze situatie kan leiden tot onduidelijkheid, administratieve last en eventueel zelfs tot medicatiefouten. Er dienen daarom afspraken gemaakt te worden om deze risico’s te minimaliseren. Dit gaat om afspraken over de wijze waarop gemigreerd wordt (niet alle data zal bij migratie direct een wereldwijd en eeuwig unieke MBH-id toegekend krijgen), en over de volgorde van de processtappen (wanneer mogen systemen MP9-bouwstenen (actief) beschikbaarstellen, wanneer dient er raadpleging plaats te vinden en wanneer en door wie dient er gereconcilieerd te worden).