vpk:V3.x Methode ontwikkeling eOverdracht: verschil tussen versies

Uit informatiestandaarden
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 2: Regel 2:
  
  
=Redenen om te starten=
+
Het ontwikkelen van de eOverdracht is stapsgewijs tot stand gekomen: deze fasen worden achtereenvolgens toegelicht.
  
Het ontwikkelen van de eOverdracht is een iteratief proces, waarin verschillende stappen zijn te onderscheiden.
 
# analyse
 
# samen met expertgroepen ontwikkeling van content
 
# valideren van de content
 
# controle op het consistent gebruik informatie
 
# bestuurlijke accordering
 
# mapping met classificaties
 
# beheer van informatiestandaard
 
In dit hoofdstuk worden de fasen doorlopen en kort toegelicht.
 
  
=Analyse=
+
=Analyse van het overdrachtsproces=
  
Bij de ontwikkeling van de informatiestandaard is gestart met een verkenning van het onderwerp. Zo heeft V&VN samen met Actiz (2010), in opdracht van de stuurgroep innovatie (VWS), een inventariserend onderzoek uitgevoerd naar de stand van zaken wat betreft elektronische gegevensuitwisseling tussen verpleegkundigen en verzorgenden in verschillende zorgorganisaties. Voor het onderzoek is een literatuurstudie, documentenanalyse, interviews en survey via mailing (VAR, diverse netwerken) gedaan. Er is o.a. onderzocht hoe het proces van overdragen verliep, op wat voor manier werd overgedragen en welke gegevens er werden overgedragen [1].
+
Om kennis en inzicht op te doen over de verpleegkundige en verzorgende overdracht en elektronische gegevensuitwisseling zijn verschillende bronnen geraadpleegd. (Inter)nationale literatuur en documentatie over de overdracht, waaronder de richtlijn verpleegkundigen en verzorgenden verslaglegging, zijn bestudeerd. Daarnaast zijn interviews gehouden met verpleegkundigen & verzorgenden uit alle zorgsectoren en is een survey onder Verpleegkundige Advies Raden (VAR’s), verpleegkundige netwerken en verpleegkundigen en verzorgenden gehouden. Het doel van deze inventarisatie was te achterhalen hoe het overdrachtsproces verloopt, welke gegevens worden overgedragen, of en welke afspraken gemaakt zijn, en op wat voor manier wordt overgedragen. Deze analyse heeft inzicht gegeven in het concept ‘gegevensuitwisseling en overdracht’ en wat de bevorderende en belemmerende factoren zijn [1].
  
Bij elke nieuwe ontwikkeling is de eerste stap onderzoek naar beschikbare documenten; welke richtlijnen, kwaliteits- en/of informatiestandaarden zijn er die kunnen dienen als theoretisch kader.
 
  
=Expertgroepen=
+
=Uitgangspunten vaststellen=
  
Voor de ontwikkeling van de inhoud van de overdracht wordt gebruik gemaakt van inhoudelijke experts. Deze experts zijn verpleegkundigen met affiniteit voor zorg en ICT, die werken in de verschillende zorgsectoren: ziekenhuis (algemeen en academisch), thuiszorg, verpleeghuissector, geestelijke gezondheidszorg, verstandelijke gehandicaptenzorg, revalidatie. En daarnaast is er een afvaardiging van transferverpleegkundigen in de expertgroep, aangezien deze groep als kerntaak de kwaliteit van de overdacht heeft. Voor de ontwikkeling van overdracht ‘kind & gezin’ is de ervaring van zorg aan verschillende leeftijdsgroepen een extra criterium. De werving van de experts vindt plaats via V&VN (afdelingen/achterban). Indien nodig worden experts geraadpleegd op een specifiek deelgebied. De expertgroep wordt begeleid door een adviseur van V&VN en een informatieanalist van Nictiz. De content wordt ontwikkeld op basis van de informatie uit de analysefase. Vervolgens wordt deze content in samenwerking met Nictiz vertaald naar [https://zibs.nl "zorginformatiebouwstenen"]. Dit kan al een bestaande zorginformatiebouwsteen zijn, welke kan worden hergebruikt of nieuw te ontwikkelen. Een zorginformatiebouwsteen (zib) omvat afspraken over informatie die over een bepaald onderwerp moet worden vastgelegd. Alle zibs zijn opgesteld vanuit de gedachte dat dezelfde informatie zowel voor artsen, verpleegkundigen, paramedici en patiënten relevant kan zijn, ieder met hun eigen invalshoek [2].
+
Met de kennis en inzichten die de analyse heeft opgeleverd, zijn uitgangspunten geformuleerd:
 +
* De eOverdracht is gebaseerd op het principe van registratie aan de bron; eenmalige registratie, meervoudig gebruik.
 +
* De overdracht van de sturende organisatie is de input voor de anamnese van de ontvangende organisatie. Hierdoor hoeft informatie niet opnieuw te worden overgenomen of nagevraagd aan de patiënt en wordt de kans op fouten kleiner (zie afbeelding 1).
  
Een verzameling van deze zib’s vormt tezamen de informatiestandaard (zie afbeelding 1). De expertgroep bepaalt welke informatie uit de zib’s worden toegepast in de informatiestandaard.
+
[[Image: Verpleegkundige Overdracht - Schema overdracht.png|Afbeelding 1: Schematisch overzicht van de verpleegkundige overdracht tussen twee organisaties]]
  
[[Image: Verpleegkundige Overdracht- Relaties ZIB's en informatiestandaarden.png|Afbeelding 1: Relaties ZIB's en informatiestandaarden.png]]
+
<font size = "1">'''Afbeelding 1: Schematisch overzicht van de verpleegkundige overdracht tussen twee organisaties'''</font>
  
<font size = "1">'''Afbeelding 1: Relaties ZIB's en informatiestandaarden.png'''</font>
+
* Gegevens die worden uitgewisseld hebben voor de ene verpleegkundige of verzorgende dezelfde betekenis als voor de andere. Als de ene keer gesproken wordt over ‘een ineffectief ademhalingspatroon’ en de andere keer over ‘benauwdheid’ kan dat leiden tot verkeerde interpretaties en neemt de kans op fouten toe. Bij het elektronisch vastleggen en uitwisselen van gegevens is het noodzakelijk dat gebruik wordt gemaakt van een gedeeld ‘woordenboek’: verpleegkundigen en verzorgenden duiden de  zorg die zij aan de patiënt/cliënt geven op dezelfde manier. Bij het ontwikkelen van de eOverdracht zijn de gebruikte termen en definities eenduidig vastgesteld door de beroepsgroep (V&VN). 
 +
* De eOverdracht is gebaseerd op een selectie van de vastgestelde zorginformatiebouwstenen, zodat de gegevens op eenzelfde manier worden ingebouwd (dit is een taak van de softwareleverancier).  
 +
* De patiënt/cliënt staat centraal.
 +
* De overdracht is generiek, maar wel uitgesplitst in twee doelgroepen: kinderen en volwassenen. Waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van dezelfde zorginformatiebouwstenen.
  
  
=Valideren content=
+
=Opzetten expertgroepen=
  
Op basis van de diverse praktijksituaties worden use cases opgesteld. Deze worden aangeleverd door de expertgroep. Aan de hand van deze use cases wordt de content (zib’s) getoetst op bruikbaarheid en volledigheid. Ook wordt er gebruik gemaakt van veldraadpleging onder een bredere groep van verpleegkundigen. Dit kan via een online-survey (zoals bij ontwikkeling van eerste versie eOverdracht en kernset patiëntproblemen), focusgroepen en/of klankbordgroep (zoals bij kernset patiëntproblemen en eOverdracht kind en gezin). Via veldraadpleging wordt gevraagd of de content geschikt is voor het gebruik in de praktijk.
+
In de volgende fase werden expertgroepen opgezet met als doel om te bepalen welke generieke gegevens per doelgroep relevant zijn. De werving van de experts heeft plaats gevonden via de achterban van V&VN (via V&VN afdelingen/platforms/werkgroepen/werkplaats). Een belangrijke criteria was dat verpleegkundigen en verzorgenden uit verschillende zorgsectoren vertegenwoordigd moesten zijn:
 +
* ziekenhuis (algemeen en academisch)
 +
* thuiszorg
 +
* verpleeghuissector
 +
* geestelijke gezondheidszorg
 +
* verstandelijke gehandicaptenzorg
 +
* revalidatie
 +
Daarnaast heeft een afgevaardigde van de V&VN afdeling transferverpleegkundigen in de expertgroepen geparticipeerd. Voor de ontwikkeling van overdracht van kinderen is de ervaring van zorg aan verschillende leeftijdsgroepen 0-1 en 1-18 jaar een extra criterium geweest.
 +
Indien nodig werden experts geraadpleegd op een specifiek deelgebied, zoals wondexperts. Affiniteit voor zorg en ICT was een pré. De expertgroepen werden begeleid door adviseurs van V&VN, een medisch terminoloog en een informatieanalist van Nictiz.
  
=Controle consistent gebruik informatie=
 
  
Als de zorginformatiebouwstenen zijn ontwikkeld en de inhoudelijke issues zijn verwerkt, worden deze aan het architectuurteam voorgelegd, met als doel het bewaken van het consistent gebruik van informatie en het datamodel. Daarbij wordt niet alleen per zorginformatiebouwsteen gekeken, maar ook hoe deze past in het geheel van zorginformatiebouwstenen. Een terminoloog van het SNOMED CT Release Center (Nictiz) controleert het gebruik van de SNOMED CT codes. Zo nodig worden de zib’s aangepast.  
+
=Selecteren en vaststellen van relevante gegevens=
 +
 
 +
De expertgroepen hebben de uitgangspunten bevestigd, waarna via praktijksituaties, voorbeelden uit de praktijk, en verschillende datasets gekeken is welke gegevens relevant zijn voor de overdracht. Samen met de medisch terminoloog en informatieanalist is vervolgens een koppeling gemaakt naar de bestaande set zorginformatiebouwstenen (zib's) ([http://www.zibs.nl www.zibs.nl]). Indien gegevens niet in een zib waren opgenomen, werd een wijzigingsverzoek ingediend of er werd een nieuwe zib’s ontwikkeld. Hiervoor werd een apart project opgetuigd [2]. Het selectieproces heeft geleid tot een set van zib’s, die tezamen de informatiestandaard eOverdracht voor kinderen en volwassenen vormt.
 +
 
 +
 
 +
=Validatieproces=
 +
 
 +
Om te bepalen of de eOverdracht voor de doelgroep kinderen en volwassenen bruikbaar is voor de dagelijkse praktijk is een veldraadpleging gehouden onder verpleegkundigen en verzorgenden: er werden focusgroepen, klankbordgroepen en een survey opgezet. Via deze veldraadpleging werd gevraagd de set volledig en bruikbaar was. Daarnaast werd casuïstiek uit de praktijk verzameld door de expertgroepen om te bepalen of de eOverdracht toepasbaar en volledig was. De survey onder de beroepsgroep werd in een later stadium herhaald [3-5].
 +
 
 +
De eOverdracht werd vervolgens voorgelegd aan het architectuurteam, met als doel het bewaken van het consistent gebruik van informatie en het datamodel. Daarbij werd niet naar de individuele zib’s gekeken, maar ook hoe deze eOverdracht past in het geheel van zorginformatiebouwstenen. Een terminoloog van het SNOMED CT Release Center (Nictiz) controleerde de SNOMED CT codes. Daarnaast werd een open consultatie onder software leveranciers uit alle zorgsectoren gehouden. Indien nodig, konden de zib’s worden aangepast.
 +
 
 +
Na de validering door de achterban, werd de set van gegevens voor de eOverdracht definitief vastgesteld.  
  
Recent toegevoegd aan de procedure is het houden van een open consultatie onder met name software leveranciers.
 
  
 
=Bestuurlijke accordering=
 
=Bestuurlijke accordering=
  
Als alle fases zijn afgerond worden de nieuw ontwikkelde zib’s voorgelegd aan de autorisatieraad. Hierin zijn stakeholders, waaronder V&VN, Nictiz, NVZ, NFU en GGZ Nederland vertegenwoordigd. Als de procedure van ontwikkeling volgens afspraak is verlopen en alle stakeholders akkoord gaan, wordt overgegaan tot publicatie [3].
+
In de laatste fase werd de eOverdracht voorgelegd aan de Autorisatieraad. Hierin zijn stakeholders, waaronder Nictiz, NVZ, NFU, GGZ, NPCF, vertegenwoordigd. De deelnemers in de Autorisatieraad zijn verantwoordelijk voor de besluitvorming rondom wijzigingen in de zorginformatiebouwstenen. De procedure van ontwikkeling is volgens afspraak verlopen en de Autorisatieraad is akkoord met de samenstelling van de eOverdracht (inclusief de doorgevoerde wijzigingen in de zibs’s). Publicatie werd een feit [6].
 +
 
  
 
=Mapping met classificaties=
 
=Mapping met classificaties=
  
Onder verpleegkundigen worden verschillende systemen gebruikt, waarvan de in Nederland het meest gebruikt zijn: Omaha System, NANDA I, ICF (International Classification of Functioning, Disability and Health). Bij de overdracht wordt gebruik gemaakt van een subset van SNOMED CT: de [https://www.nictiz.nl/terminologiecentrum/referentielijsten/nationale-kernset/nationale-kernset-patientproblemen "Nationale Kernset Patiëntproblemen"]. Deze subset bestaat uit een verzameling patiëntproblemen die is vastgesteld door de verpleegkundige beroepsgroep V&VN. Met name bij de zib Probleem, VerpleegkundigeInterventie, UitkomstVanZorg zal een mapping moeten worden gedaan om uitwisseling van gegevens tussen zorgorganisaties mogelijk te maken. Een eerste mapping heeft reeds plaatsgevonden voor zib problemen. De toelichting om deze methode valt buiten het kader van dit document en wordt verwezen naar artikel (Kieft, 2017 submitted).
+
Verpleegkundigen en verzorgenden kunnen gebruik maken van verschillende classificaties binnen het elektronisch zorgdossier, zoals Omaha System, NANDA/NIC/NOC, ICF. Het betekent dat voor het beschrijven van een probleem (diagnose), interventies en zorgresultaten verschillende termen worden gebruikt. Dit kan leiden tot verkeerde interpretaties, wanneer informatie wordt uitgewisseld. Daarnaast zijn classificaties verschillend gestructureerd. De NANDA-I diagnose heeft een andere structuur (de PES) dan bijvoorbeeld een Omaha System probleem.  
 +
 
 +
Om deze reden heeft een mapping plaats gevonden, in eerste instantie op het specifieke onderdeel 'probleem (diagnose)'. Dit betekent dat gekeken is welke problemen (diagnosen) overeenkomen en hoe deze aan elkaar gelinkt kunnen worden. De toelichting om deze methode valt buiten het kader van dit document. De mapping met problemen is in de eOverdracht opgenomen, zodat verpleegkundigen en verzorgenden gegevens kunnen uitwisselen.
 +
 
  
 
=Beheer van de informatiestandaard=
 
=Beheer van de informatiestandaard=
  
Voor het beheer van de informatiestandaard eOverdracht zijn afspraken gemaakt met Nictiz welke zijn vastgelegd in een document [3]. V&VN heeft hiervoor een redactieraad samengesteld waarin zorginhoudelijke experts uit alle zorgsectoren zitting hebben. Zij beoordelen de wijzigingsverzoeken die worden ingediend via Nictiz of die voortkomen uit verandering van kwaliteitsstandaarden e.d. Bij complexe vraagstukken wordt de vraag voorgelegd aan verpleegkundigen met specifieke expertise op een bepaald gebied. Op basis van de inhoud wordt een antwoord geformuleerd. Voor de vervolgprocedure worden de stappen in het document ‘beheerafspraken’ gevolgd.
+
Voor het beheer van de informatiestandaard eOverdracht zijn afspraken gemaakt met V&VN en Nictiz [7]. V&VN heeft onder andere een redactieraad samengesteld waarin zorginhoudelijke experts uit alle zorgsectoren zitting hebben. Zij beoordelen onder andere mede de wijzigingsverzoeken die worden ingediend via Nictiz. Bij complexe vraagstukken wordt de vraag voorgelegd aan verpleegkundigen of verzorgenden met specifieke expertise op een bepaald gebied.
  
  
Regel 73: Regel 89:
 
|-
 
|-
 
| style="background-color: white;"| 3
 
| style="background-color: white;"| 3
 +
| style="background-color: white;"| van Duijvendijk I, van Rest B
 +
| style="background-color: white;"| Verpleegkundige overdracht, een geoliede machine?
 +
| style="background-color: white;"| 2014
 +
|-
 +
| style="background-color: white;"| 4
 +
| style="background-color: white;"| van Duijvendijk I, Wagemaker J
 +
| style="background-color: white;"| Verpleegkundige overdracht voor kinderen is ondermaats.
 +
| style="background-color: white;"| 2015
 +
|-
 +
| style="background-color: white;"| 5
 +
| style="background-color: white;"| van der Molen L
 +
| style="background-color: white;"| De verpleegkundige overdracht in beweging.
 +
| style="background-color: white;"| 2017
 +
|-
 +
| style="background-color: white;"| 6
 
| style="background-color: white;"| Smeele F
 
| style="background-color: white;"| Smeele F
 
| style="background-color: white;"| Beheer afspraken Zorginformatiebouwstenen (zib's)
 
| style="background-color: white;"| Beheer afspraken Zorginformatiebouwstenen (zib's)

Versie van 28 nov 2017 14:23

{{#customtitle:Methode ontwikkeling eOverdracht v3.0|Methode ontwikkeling eOverdracht v3.0}}


Het ontwikkelen van de eOverdracht is stapsgewijs tot stand gekomen: deze fasen worden achtereenvolgens toegelicht.


Analyse van het overdrachtsproces

Om kennis en inzicht op te doen over de verpleegkundige en verzorgende overdracht en elektronische gegevensuitwisseling zijn verschillende bronnen geraadpleegd. (Inter)nationale literatuur en documentatie over de overdracht, waaronder de richtlijn verpleegkundigen en verzorgenden verslaglegging, zijn bestudeerd. Daarnaast zijn interviews gehouden met verpleegkundigen & verzorgenden uit alle zorgsectoren en is een survey onder Verpleegkundige Advies Raden (VAR’s), verpleegkundige netwerken en verpleegkundigen en verzorgenden gehouden. Het doel van deze inventarisatie was te achterhalen hoe het overdrachtsproces verloopt, welke gegevens worden overgedragen, of en welke afspraken gemaakt zijn, en op wat voor manier wordt overgedragen. Deze analyse heeft inzicht gegeven in het concept ‘gegevensuitwisseling en overdracht’ en wat de bevorderende en belemmerende factoren zijn [1].


Uitgangspunten vaststellen

Met de kennis en inzichten die de analyse heeft opgeleverd, zijn uitgangspunten geformuleerd:

  • De eOverdracht is gebaseerd op het principe van registratie aan de bron; eenmalige registratie, meervoudig gebruik.
  • De overdracht van de sturende organisatie is de input voor de anamnese van de ontvangende organisatie. Hierdoor hoeft informatie niet opnieuw te worden overgenomen of nagevraagd aan de patiënt en wordt de kans op fouten kleiner (zie afbeelding 1).

Afbeelding 1: Schematisch overzicht van de verpleegkundige overdracht tussen twee organisaties

Afbeelding 1: Schematisch overzicht van de verpleegkundige overdracht tussen twee organisaties

  • Gegevens die worden uitgewisseld hebben voor de ene verpleegkundige of verzorgende dezelfde betekenis als voor de andere. Als de ene keer gesproken wordt over ‘een ineffectief ademhalingspatroon’ en de andere keer over ‘benauwdheid’ kan dat leiden tot verkeerde interpretaties en neemt de kans op fouten toe. Bij het elektronisch vastleggen en uitwisselen van gegevens is het noodzakelijk dat gebruik wordt gemaakt van een gedeeld ‘woordenboek’: verpleegkundigen en verzorgenden duiden de zorg die zij aan de patiënt/cliënt geven op dezelfde manier. Bij het ontwikkelen van de eOverdracht zijn de gebruikte termen en definities eenduidig vastgesteld door de beroepsgroep (V&VN).
  • De eOverdracht is gebaseerd op een selectie van de vastgestelde zorginformatiebouwstenen, zodat de gegevens op eenzelfde manier worden ingebouwd (dit is een taak van de softwareleverancier).
  • De patiënt/cliënt staat centraal.
  • De overdracht is generiek, maar wel uitgesplitst in twee doelgroepen: kinderen en volwassenen. Waar mogelijk wordt gebruik gemaakt van dezelfde zorginformatiebouwstenen.


Opzetten expertgroepen

In de volgende fase werden expertgroepen opgezet met als doel om te bepalen welke generieke gegevens per doelgroep relevant zijn. De werving van de experts heeft plaats gevonden via de achterban van V&VN (via V&VN afdelingen/platforms/werkgroepen/werkplaats). Een belangrijke criteria was dat verpleegkundigen en verzorgenden uit verschillende zorgsectoren vertegenwoordigd moesten zijn:

  • ziekenhuis (algemeen en academisch)
  • thuiszorg
  • verpleeghuissector
  • geestelijke gezondheidszorg
  • verstandelijke gehandicaptenzorg
  • revalidatie

Daarnaast heeft een afgevaardigde van de V&VN afdeling transferverpleegkundigen in de expertgroepen geparticipeerd. Voor de ontwikkeling van overdracht van kinderen is de ervaring van zorg aan verschillende leeftijdsgroepen 0-1 en 1-18 jaar een extra criterium geweest. Indien nodig werden experts geraadpleegd op een specifiek deelgebied, zoals wondexperts. Affiniteit voor zorg en ICT was een pré. De expertgroepen werden begeleid door adviseurs van V&VN, een medisch terminoloog en een informatieanalist van Nictiz.


Selecteren en vaststellen van relevante gegevens

De expertgroepen hebben de uitgangspunten bevestigd, waarna via praktijksituaties, voorbeelden uit de praktijk, en verschillende datasets gekeken is welke gegevens relevant zijn voor de overdracht. Samen met de medisch terminoloog en informatieanalist is vervolgens een koppeling gemaakt naar de bestaande set zorginformatiebouwstenen (zib's) (www.zibs.nl). Indien gegevens niet in een zib waren opgenomen, werd een wijzigingsverzoek ingediend of er werd een nieuwe zib’s ontwikkeld. Hiervoor werd een apart project opgetuigd [2]. Het selectieproces heeft geleid tot een set van zib’s, die tezamen de informatiestandaard eOverdracht voor kinderen en volwassenen vormt.


Validatieproces

Om te bepalen of de eOverdracht voor de doelgroep kinderen en volwassenen bruikbaar is voor de dagelijkse praktijk is een veldraadpleging gehouden onder verpleegkundigen en verzorgenden: er werden focusgroepen, klankbordgroepen en een survey opgezet. Via deze veldraadpleging werd gevraagd de set volledig en bruikbaar was. Daarnaast werd casuïstiek uit de praktijk verzameld door de expertgroepen om te bepalen of de eOverdracht toepasbaar en volledig was. De survey onder de beroepsgroep werd in een later stadium herhaald [3-5].

De eOverdracht werd vervolgens voorgelegd aan het architectuurteam, met als doel het bewaken van het consistent gebruik van informatie en het datamodel. Daarbij werd niet naar de individuele zib’s gekeken, maar ook hoe deze eOverdracht past in het geheel van zorginformatiebouwstenen. Een terminoloog van het SNOMED CT Release Center (Nictiz) controleerde de SNOMED CT codes. Daarnaast werd een open consultatie onder software leveranciers uit alle zorgsectoren gehouden. Indien nodig, konden de zib’s worden aangepast.

Na de validering door de achterban, werd de set van gegevens voor de eOverdracht definitief vastgesteld.


Bestuurlijke accordering

In de laatste fase werd de eOverdracht voorgelegd aan de Autorisatieraad. Hierin zijn stakeholders, waaronder Nictiz, NVZ, NFU, GGZ, NPCF, vertegenwoordigd. De deelnemers in de Autorisatieraad zijn verantwoordelijk voor de besluitvorming rondom wijzigingen in de zorginformatiebouwstenen. De procedure van ontwikkeling is volgens afspraak verlopen en de Autorisatieraad is akkoord met de samenstelling van de eOverdracht (inclusief de doorgevoerde wijzigingen in de zibs’s). Publicatie werd een feit [6].


Mapping met classificaties

Verpleegkundigen en verzorgenden kunnen gebruik maken van verschillende classificaties binnen het elektronisch zorgdossier, zoals Omaha System, NANDA/NIC/NOC, ICF. Het betekent dat voor het beschrijven van een probleem (diagnose), interventies en zorgresultaten verschillende termen worden gebruikt. Dit kan leiden tot verkeerde interpretaties, wanneer informatie wordt uitgewisseld. Daarnaast zijn classificaties verschillend gestructureerd. De NANDA-I diagnose heeft een andere structuur (de PES) dan bijvoorbeeld een Omaha System probleem.

Om deze reden heeft een mapping plaats gevonden, in eerste instantie op het specifieke onderdeel 'probleem (diagnose)'. Dit betekent dat gekeken is welke problemen (diagnosen) overeenkomen en hoe deze aan elkaar gelinkt kunnen worden. De toelichting om deze methode valt buiten het kader van dit document. De mapping met problemen is in de eOverdracht opgenomen, zodat verpleegkundigen en verzorgenden gegevens kunnen uitwisselen.


Beheer van de informatiestandaard

Voor het beheer van de informatiestandaard eOverdracht zijn afspraken gemaakt met V&VN en Nictiz [7]. V&VN heeft onder andere een redactieraad samengesteld waarin zorginhoudelijke experts uit alle zorgsectoren zitting hebben. Zij beoordelen onder andere mede de wijzigingsverzoeken die worden ingediend via Nictiz. Bij complexe vraagstukken wordt de vraag voorgelegd aan verpleegkundigen of verzorgenden met specifieke expertise op een bepaald gebied.


Referenties

Nr Auteur(s) Titel Datum
1 Verwey R, Vreeke E, Duijvendijk I van, Zondervan R e-Overdracht in de Care: een inventarisatie 2010
2 Programmateam Registratie aan de bron Architectuurdocument volume 1: De grondbeginselen van zorginformatiebouwstenen en hoe ze gebruikt kunnen worden. 2016
3 van Duijvendijk I, van Rest B Verpleegkundige overdracht, een geoliede machine? 2014
4 van Duijvendijk I, Wagemaker J Verpleegkundige overdracht voor kinderen is ondermaats. 2015
5 van der Molen L De verpleegkundige overdracht in beweging. 2017
6 Smeele F Beheer afspraken Zorginformatiebouwstenen (zib's) 2017

Tabel 1: Referenties