mp:V6.12 Ontwerp Medicatieproces Transacties: verschil tussen versies

Uit informatiestandaarden
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(Nieuwe pagina aangemaakt met '{{#customtitle:Transacties|Transacties}} <noinclude>{{DocumentPart|ns=mp|title=V6.12 Ontwerp medicatieproces}}</noinclude> ==Transacties== {{:mp:V6.12 Transactie_...')
 
Regel 2: Regel 2:
 
<noinclude>{{DocumentPart|ns=mp|title=V6.12 Ontwerp medicatieproces}}</noinclude>
 
<noinclude>{{DocumentPart|ns=mp|title=V6.12 Ontwerp medicatieproces}}</noinclude>
  
==Transacties==
+
=Transacties=
  
 
{{:mp:V6.12 Transactie_Medicatievoorschrift_versturen}}
 
{{:mp:V6.12 Transactie_Medicatievoorschrift_versturen}}

Versie van 9 aug 2013 07:47

{{#customtitle:Transacties|Transacties}}

Dit materiaal is onderdeel van Medicatieproces V6.12 Ontwerp medicatieproces.
  • Compatible wijzigingen/nadere bewoordingen, tikfouten kunnen direct in de Wiki gewijzigd worden
  • Open issues die discussie vergen s.v.p. in de commentaarsectie opnemen.

Transacties

Transactie Medicatievoorschriften versturen

Doel

Versturen van een medicatievoorschrift. Dit kan zowel met als zonder elektronische handtekening. Een voorschrift zonder EH kan gezien worden als een vooraankondiging van het rechtsgeldige voorschrift met EH.

Uitzondering: Bij het verstrekken van Opium is een voorschrift met elektronische handtekening niet rechtsgeldig en voldoet alleen een handgeschreven voorschrift met onuitwisbare inkt.

Actoren

  1. Medicatievoorschrift-zender
  2. Medicatievoorschrift-ontvanger

Interacties

  1. verzoekUitvoerenVoorschrift

Usecase

Precondities:

  • De voorschrijver is ingelogd in het systeem en is geautoriseerd om medicatie voor te schrijven met juiste authenticatie.

Trigger: Patiënt heeft medicatie nodig.

Basic flow:

  1. De voorschrijver maakt een keuze voor de medicatie die hij wil voorschrijven aan de hand van de klachten die de patiënt heeft.
  2. Bij het consult en het voorschrijven worden de gegevens uit het eigen patiëntdossier geraadpleegd.
  3. De voorschrijver is verantwoordelijk zich ervan te vergewissen dat hij tijdens een consult het meest actuele medicatieoverzicht heeft. De voorschrijver zorgt ervoor dat alle informatie aanwezig is (medicatieveiligheid bewaken).
  4. De voorschrijver ondertekent het voorschrift met een elektronische handtekening.
  5. De voorschrijver verstuurt het medicatievoorschrift (bericht verzoekUitvoerenVoorschrift) naar de verstrekker.
  6. Het systeem van de verstrekker ontvangt het medicatievoorschrift en toont de gegevens uit het bericht aan de verstrekker.

Alternatieve flow:

  • Het bericht komt niet aan, er komt een foutmelding terug, ontvangstbevestiging komt niet aan, of het bericht kan niet verstuurd worden door een bepaalde oorzaak.
    • Het versturen wordt nog 3 keer geprobeerd met intervallen van 10 minuten. Dit patroon wordt na een uur herhaald. Als er dan nog geen succes is dan wordt er een melding gestuurd naar de beheerder.
    • Er wordt een uitvallijst aangemaakt zodat te zien is welke medicatievoorschriften niet zijn verzonden.
  • De voorschrijver wil alleen een aankondiging sturen van het voorschrift
    • Een elektronische handtekening is dan niet nodig en stap 4 zal overgeslagen worden.

Postcondities:

  • Het medicatievoorschrift is verstuurd naar de verstrekker.


Transactie Medicatieverstrekking versturen

Doel

Versturen van een bericht (notificatie) naar medicatievoorschrijver dat er een medicatieverstrekking is gedaan.

Actoren

  1. Medicatieverstrekking-zender
  2. Medicatieverstrekking-ontvanger

Interacties

  1. meldVerstrekking

Usecase

Preconditities:

  • De verstrekker is ingelogd in het systeem en is geautoriseerd om medicatie te verstrekken met juiste authenticatie.

Trigger: Ontvangst van voorschrift van voorschrijver.

Basic flow:

  1. De gegevens uit het patiëntdossier worden geraadpleegd en er wordt geverifieerd of de gegevens in het patiëntendossier nog correct zijn.
  2. Het voorschrift wordt geregistreerd en gecontroleerd. Het originele voorschrift wordt gearchiveerd.
  3. De verstrekker zorgt ervoor dat hij op de hoogte is van de actuele situatie van de patiënt (medicatieveiligheid bewaken).
  4. Er wordt een keuze gemaakt voor het geneesmiddelproduct door het voorschrift te vertalen naar een geneesmiddel van een specifieke fabrikant in een bepaalde verpakking.
  5. De verstrekker verstrekt de medicatie aan de patiënt.
  6. Alle geneesmiddelen die verstrekt zijn aan de patiënt (al dan niet op recept) worden geregistreerd.
  7. De verstrekker actualiseert de medicatiegegevens in het eigen patiëntdossier.
  8. De verstrekker stuurt een meldVerstrekking bericht naar de voorschrijver om de voorschrijver te informeren over de verstrekking.
  9. Het systeem van de voorschrijver ontvangt het bericht, zorgt voor een melding aan de voorschrijver en verwerkt de informatie in het systeem.

Alternatieve flow:

  • Er zijn redenen te vinden aan de hand van de medicatiebewakingsignalen dat het medicatievoorschrift niet geschikt is voor de patiënt.
    • De verstrekker gaat in overleg met de voorschrijver en samen maken zij een andere medicatiekeuze.
  • Het bericht komt niet aan, er komt een foutmelding terug, ontvangstbevestiging komt niet aan, of het bericht kan niet verstuurd worden door een bepaalde oorzaak.
    • Het versturen wordt nog 3 keer geprobeerd met intervallen van 10 minuten. Dit patroon wordt na een uur herhaald. Als er dan nog geen succes is dan wordt er een melding gestuurd naar de beheerder.
    • Er wordt een uitvallijst aangemaakt zodat te zien is welke medicatievoorschriften niet zijn verzonden.

Postcondities:

  • De medicatie is verstrekt en de voorschrijver is op de hoogte van de verstrekking.


Transactie Medicatiebewaking/veiligheid uitvoeren

Doel

Bewaken van de medicatieveiligheid van het voorschrift of de verstrekking door te kijken naar de al verstrekte voorschriften en verstrekkingen en potentiële contra-indicaties.


Transactie Medicatievoorschriften opvragen

Actoren
  1. Medicatiebewaker
  2. Voorschrift-verstrekker
Interacties
  1. opvragenVoorschriftenlijst
  2. opvragenVoorschriften
  3. opleverenVoorschriftenlijst
  4. opleverenVoorschriften
Usecase

Preconditities:

  • De medicatiebewaker is ingelogd in het systeem en is geautoriseerd om de medicatieveiligheid te bewaken met juiste authenticatie.

Trigger: Er is een medicatievoorschrift of verstrekking geschreven dat getoetst moet worden op veiligheid. Basic flow:

  1. De medicatiebewaker stuurt een opvragenVoorschriftenlijst bericht naar de voorschrift-verstrekker.
  2. De voorschrift-verstrekker ontvangt en bericht verzamelt alle gegevens over de betreffende patiënt.
  3. De voorschrift-verstrekker stuurt een opleverenVoorschriftenlijst bericht terug naar de medicatiebewaker.
  4. Het systeem van de medicatiebewaker ontvangt het bericht en toont de gegevens op het scherm voor de medicatiebewaker.

Alternatieve flow:

  • De medicatievoorschriften zijn maar tot een bepaalde datum nuttig.
    • De opvrager geeft bij stap 1 een datum op tot waar hij de historische medicatievoorschriften van de patiënt wil ontvangen.
  • Het bericht komt niet aan, er komt een foutmelding terug, ontvangstbevestiging komt niet aan, of het bericht kan niet verstuurd worden door een bepaalde oorzaak.
    • Het versturen wordt nog 3 keer geprobeerd met intervallen van 10 minuten. Dit patroon wordt na een uur herhaald. Als er dan nog geen succes is dan wordt er een melding gestuurd naar de beheerder.
    • Er wordt een uitvallijst aangemaakt zodat te zien is welke medicatievoorschriften niet zijn verzonden.

Postcondities

  • De medicatievoorschriften zijn opgevraagd en overzichtelijk getoond aan de voorschrijver.


Transactie Medicatieverstrekkingen raadplegen

Actoren
  1. Medicatiebewaker
  2. Verstrekking-verstrekker
Interacties
  1. opvragenVerstrekkingenlijst
  2. opvragenVerstrekkingen
  3. opleverenVerstrekkingenlijst
  4. opleverenVerstrekkingen
Usecase

Preconditities:

  • De medicatiebewaker is ingelogd in het systeem en is geautoriseerd om de medicatieveiligheid te bewaken met juiste authenticatie.

Trigger: Er is een medicatievoorschrift of verstrekking geschreven dat getoetst moet worden op veiligheid.

Basic flow:

  1. De medicatiebewaker stuurt een opvragenVerstrekkingenlijst bericht naar de verstrekking-verstrekker.
  2. De verstrekking-verstrekker ontvangt en bericht verzamelt alle gegevens over de betreffende patiënt.
  3. De verstrekking-verstrekker stuurt een opleverenVerstrekkingenlijst bericht terug naar de medicatiebewaker.
  4. Het systeem van de medicatiebewaker ontvangt het bericht en toont de gegevens op het scherm voor de medicatiebewaker.

Alternatieve flow:

  • De medicatieverstrekkingen zijn maar tot een bepaalde datum nuttig.
    • De opvrager geeft bij stap 1 een datum op tot waar hij de historische medicatievoorschriften van de patiënt wil ontvangen.
  • Het bericht komt niet aan, er komt een foutmelding terug, ontvangstbevestiging komt niet aan, of het bericht kan niet verstuurd worden door een bepaalde oorzaak.
    • Het versturen wordt nog 3 keer geprobeerd met intervallen van 10 minuten. Dit patroon wordt na een uur herhaald. Als er dan nog geen succes is dan wordt er een melding gestuurd naar de beheerder.

Postcondities:

  • De medicatievoorschriften zijn opgevraagd en overzichtelijk getoond aan de voorschrijver.


Transactie Condities opvragen

Actoren
  1. Medicatiebewaker
  2. Conditie-verstrekker
Interacties
  1. opvragenPotentielecontraindicatieslijst
  2. opleverenPotentielecontraindicatieslijst
Usecase

Preconditities:

  • De medicatiebewaker is ingelogd in het systeem en is geautoriseerd om de medicatieveiligheid te bewaken met juiste authenticatie.

Trigger: Er is een medicatievoorschrift of verstrekking geschreven dat getoetst moet worden op veiligheid.

Basic flow:

  1. De medicatiebewaker stuurt een opvragenPotentielecontraindicatieslijst bericht naar de conditie-verstrekker.
  2. De conditie-verstrekker stuurt een opleverenPotentielecontraindicatieslijst bericht terug naar de medicatiebewaker.
  3. Het systeem van de medicatiebewaker ontvangt het bericht en toont de gegevens op het scherm voor de medicatiebewaker.

Alternatieve flow:

  • Het bericht komt niet aan, er komt een foutmelding terug, ontvangstbevestiging komt niet aan, of het bericht kan niet verstuurd worden door een bepaalde oorzaak.
    • Het versturen wordt nog 3 keer geprobeerd met intervallen van 10 minuten. Dit patroon wordt na een uur herhaald. Als er dan nog geen succes is dan wordt er een melding gestuurd naar de beheerder.

Postcondities:

  • De condities zijn opgevraagd en overzichtelijk getoond aan de voorschrijver.


Opvragen en versturen labwaarden

Doel

Labwaarden kunnen op verschillende manieren worden overgedragen. De volgende use cases behandelen het opvragen van gegevens met en zonder index:

  • Met index. Indien er een index aanwezig is in de zorginfrastructuur is, kan de labwaardenopvrager op ieder moment zelf de gegevens ophalen bij de labwaardenverstrekker. De index houdt bij welke labwaardenverstrekker gegevens beschikbaar heeft gesteld van een patiënt. Hiertoe moeten de gegevens wel aangemeld zijn bij de index door de labwaardenverstrekker.
  • Zonder index. Indien er geen index gebruikt wordt in de zorginfrastructuur, dan vraagt de labwaardenopvrager de gegevens direct op bij de labwaardenverstrekker. De labwaardenopvrager stuurt hiervoor een verzoek naar de labwaardenverstrekker en deze stuurt als reactie zelf de labwaarden naar de labwaardenopvrager.
Actoren
  1. Labwaardenopvrager
  2. Labwaardenverstrekker
Interacties
  1. opvragen labuitslagen (zie IH Labuitslagen)
  2. opleveren labuitslagen (zie IH Labuitslagen)

De volgende labwaarden kunnen momenteel opgeleverd worden:

Labtabel.png
Use case Labwaarden opvragen en versturen met index

De labwaardenopvrager gebruikt een infrastructuur met index.

Precondities:

  • De labwaardenopvrager is ingelogd in zijn zorgsysteem en is geautoriseerd om de labwaarden op te halen via een geaccepteerde zorginfrastructuur.
  • De labwaardenverstrekker heeft labwaarden aangemeld op de index en stelt deze hierdoor beschikbaar aan de labwaardenopvrager.

Trigger: De patiënt komt bij de zorgverlener voor een behandeling, een voorschrift of een verstrekking.

Basic flow:

  1. De labwaardenopvrager verifieert de identiteit van de patiënt.
  2. De labwaardenopvrager zoekt de patiëntgegevens in zijn zorginformatiesysteem.
  3. De labwaardenopvrager vraagt met zijn zorginformatiesysteem via de zorginfrastructuur de labwaarden op bij de labwaardenverstrekker (bericht opvragen labuitslagen).
  4. Het informatiesysteem van de labwaardenverstrekker stuurt geautomatiseerd (zonder tussenkomst van een medewerker) de labwaarden naar de zorgverlener (bericht opleveren labuitslagen).
  5. Het zorginformatiesysteem van de labwaardenopvrager toont de labwaarden aan de zorgverlener op het scherm.
  6. De labwaardenopvrager gebruikt de labwaarden voor medicatiebewaking.
  7. De patiënt krijgt op basis van de medicatiebewaking een passend medicatieadvies.

Alternatieve flows:

  • De patiënt is niet bekend in het zorginformatiesysteem van de labwaardenopvrager. Als behandelend zorgverlener is het wel mogelijk om de labwaarden op te halen.
    • De patiënt wordt geregistreerd in het zorginformatiesysteem.
    • De labwaardenopvrager haalt vervolgens de labwaarden op (stap 3).
  • Er zijn geen labwaarden in het systeem van de labwaardenverstrekker.
    • In dit geval wordt er een melding gegeven dat de labwaarden er niet zijn.
  • De patiënt heeft geen toestemming gegeven voor het delen van de labwaarden. Deze toestemming staat niet in de zorginfrastructuur.
    • In dit geval wordt er een melding gegeven dat er geen labwaarden zijn.
    • Aan de patiënt wordt gevraagd om zelf de labwaarden bij het laboratorium op te halen en terug te komen met de labwaarden voor verdere behandeling.
    • Aan de patiënt wordt het advies gegeven om toestemming te geven, zodat zijn zorgverlener rechtstreeks voor een behandeling de gegevens kan inzien.

Postcondities:

  • De labwaardenopvrager heeft de laboratoriumwaarden.
Use case Labwaarden opvragen en versturen zonder zorginfrastructuur

De labwaardenopvrager en -verstrekker gebruiken geen index.

Precondities:

  • De labwaardenopvrager is ingelogd in zijn zorgsysteem.
  • Op het informatiesysteem van de labwaardenverstrekker staan labwaarden.
  • Er is een beveiligde manier waarop gegevens elektronisch tussen labwaardenopvrager en –verstrekker uitgewisseld worden.
  • De patient geeft toestemming voor het opvragen van zijn labwaarden aan de labwaardenopvrager.

Trigger: De patiënt komt bij de zorgverlener voor een behandeling, een voorschrift of een verstrekking.

Basic flow:

  1. De labwaardenopvrager verifieert de identiteit van de patiënt.
  2. De labwaardenopvrager zoekt de patiëntgegevens in zijn zorginformatiesysteem.
  3. De labwaardenopvrager vraagt vanuit zijn zorginformatiesysteem de labwaarden op bij de labwaardenverstrekker (bericht opvragen labuitslagen).
  4. De labwaardenverstrekker stuurt met zijn informatiesysteem de labwaarden naar het zorginformatiesysteem van de labwaardenopvrager (bericht opleveren labuitslagen).
  5. Het zorginformatiesysteem van de labwaardenopvrager toont de labwaarden aan de zorgverlener op het scherm.
  6. De labwaardenopvrager gebruikt de labwaarden voor medicatiebewaking.
  7. De patiënt krijgt op basis van de medicatiebewaking een passend medicatieadvies.

Alternatieve flows:

  • De patiënt is niet bekend in het zorginformatiesysteem. Als behandelend zorgverlener is het wel mogelijk om de labwaarden op te halen.
    • De patiënt wordt geregistreerd.
    • De labwaardenopvrager haalt de labwaarden op (stap 3).
  • Er zijn geen labwaarden in het informatiesysteem van de labwaardenverstrekker van de betreffende patient.
    • In dit geval wordt er een melding gegeven dat de labwaarden er niet zijn.

Postcondities:

  • De zorgverlener heeft de laboratoriumwaarden.