MedMij functioneel ontwerp 1.0.0
Dit is een tijdelijke pagina met wijzigingen voor issue MM-3408. De gepubliceerde versie vind je hier. |
1 Inleiding
1.1 Algemeen
MedMij is dé Nederlandse standaard voor het veilig uitwisselen van gezondheidsgegevens tussen zorggebruikers en zorgaanbieders. Deze uitwisseling vindt plaats via een PGO, een persoonlijke gezondheidsomgeving. Hiermee kan je als persoon je gezondheidsgegevens van verschillende zorgverleners op één plek inzien, beheren en delen. Een gedetailleerde omschrijving is te vinden via de MedMij website.
Deze pagina beschrijft het functioneel basisontwerp dat voor alle MedMij uitwisselingsscenario's (usecases) van toepassing is. In de individuele informatiestandaarden zijn de aanvullende specificaties voor de usecases opgenomen. De communicatiestandaard die voor MedMij usecases wordt toegepast is HL7 FHIR, waarvan de technische ontwerpen via de MedMij landingspagina bereikt kunnen worden.
1.2 Doelgroep
De doelgroep voor deze pagina bestaat uit:
- Productmanagers, architecten, ontwerpers, bouwers en testers van XIS- en PGO-leveranciers, regio-organisaties en Nictiz;
- Vertegenwoordigers van patiënten, laboratoria en zorgverleners.
Waar de term 'patiënt' gebruikt wordt, kan ook cliënt, PGO-gebruiker, burger of een andere, meer bij de gebruiker passende gelijkwaardige term gelezen worden. |
1.3 Kaders & Uitgangspunten
1.3.1 Afsprakenstelsel
MedMij kent een een afsprakenstelsel met spelregels die zorgen dat de gegevensuitwisseling veilig is, privacy geborgd is en dat systemen aan juridische eisen voldoen.
1.3.2 Richtlijn
Daar waar een richtlijn van toepassing is op de gegevensuitwisseling, wordt dit op het functioneel ontwerp van de betreffende informatiestandaard vermeld.
1.3.3 Geografische reikwijdte
De geografische scope van alle ontwerpen van MedMij is Nederland.
1.3.4 Infrastructuur
De berichten beschreven voor MedMij kunnen over elke willekeurige infrastructuur worden getransporteerd. De specificatie van de infrastructuur en het berichttransport is buiten scope van de MedMij usescases in de informatiestandaarden.
1.4 Kwalificatie
Op deze informatiestandaard is een Nictiz kwalificatie van toepassing. Kwalificatie vindt plaats per systeemrol. Kwalificatiescripts en meer informatie over de kwalificatie is te vinden via de betreffende paragraaf op de kwalificatiepagina.
2 Basisprincipes MedMij usecases
2.1 Proces
link naar een aparte pagina met de patient journeys nog meer hier te melden?
2.2 Informatie
Voor elke MedMij usecase is een transactiedataset gespecificeerd in het programma ART-DECOR (in de weergave "scenario").
2.2.1 Zorginformatiebouwstenen
Het programma 'Registratie aan de bron' heeft zorginformatiebouwstenen voor Nederland gedefinieerd. Een zorginformatiebouwsteen (zib) beschrijft nauwkeurig wat er over een bepaald onderwerp van het zorgproces van de patiënt moet worden vastgelegd. Zorginformatiebouwstenen zijn opgesteld vanuit de gedachte dat dezelfde informatie relevant is voor artsen, verpleegkundigen, paramedici en patiënten, ieder met hun eigen invalshoek. MedMij-informatiestandaarden gebruiken zo veel als mogelijk bestaande zibs voor hun functionele definitie. Daarbij is gekozen altijd de volledige zib te definiëren zodat contextonafhankelijke implementatie mogelijk wordt. Dit zorgt er ook voor dat interoperabiliteit met zorginformatiesystemen mogelijk wordt. Soms gebruikt een standaard (bijv. de Basisgegevensset Zorg, BgZ) slechts een deel van een bepaalde zib.
2.2.2 Terminologie en vertalingen
Richtinggevend voor de applicaties die MedMij-standaarden implementeren is dat ze Nederlandse termen gebruiken. Dit wordt op de volgende wijze functioneel en technisch ondersteund.
Functioneel
De functionele definities van de MedMij-informatiestandaarden zijn zoveel mogelijk samengesteld uit bestaande zibs. De zibs bevatten veel (eigen) waardelijsten. Bij deze waardelijsten wordt een Nederlandse vertaling gegeven.
Voor het verwerken en tonen van waarden uit bestaande terminologie- en codestelsels (zoals SNOMED CT en LOINC) in een PGO, kan het volgende uitgangspunt gehanteerd worden:
- Indien er een Nederlandse patiëntvertaling beschikbaar is, toon deze aan de PGO-gebruiker.
- Indien een Nederlandse patiëntvertaling ontbreekt, maar er wel een Nederlandse zorgverlenervertaling beschikbaar is, toon deze aan de PGO-gebruiker.
- Indien zowel een Nederlandse patiëntvertaling als een zorgverlenervertaling ontbreken in het terminologie- of codestelsel, volg de dataset, waarin voor uitgewerkte waardelijsten ook Nederlandse termen beschikbaar zijn.
- Indien Nederlandse vertaling geheel ontbreekt, kan de Engelse term getoond worden.
Meer informatie over eventueel benodigde licentie en implementatie van terminologie- en codestelsels is te vinden in het standaardenoverzicht van Nictiz
Ook wat betreft de omschrijving van informatie geniet het de voorkeur om ze veel mogelijk gebruik te maken van Nederlandse termen. De (omschrijvingen van de) conceptnamen die in zibs gehanteerd worden, kunnen gebruikt worden, evenals correcte Nederlandse synoniemen daarvan die mogelijk beter aansluiten op het persoonsdomein.
Technisch
Voor de waardelijsten in de zibs zijn FHIR ValueSet-resources gemaakt. Deze bevatten gestructureerd de Nederlandse vertalingen van de zib-concepten en worden dus bij de standaard aangeboden. Leveranciers kunnen bij het weergeven van concepten uit deze ValueSets dan ook kiezen voor de Nederlandse vertaling.
De ValueSets zijn óf direct gekoppeld in de FHIR-profielen, of kunnen, indien dit niet mogelijk is, via een FHIR ConceptMap gerelateerd worden aan de waarden die binnen een profiel gebruikt worden. Zie hiervoor de specificaties in de FHIR-implementatiegids.
2.2.3 Referenties
MedMij informatiestandaarden gebruiken zoveel mogelijk bestaande zibs. Deze zibs verwijzen naar elkaar middels referenties. FHIR kent ook het concept van referenties. Via zo'n referentie kan bijvoorbeeld ook het specialisme van een zorgverlener bij een verrichting opgehaald worden. Het uitgangspunt is dat alle references 'resolvable' (opvraagbaar) moeten zijn, niet dat ze resolved worden. Een PGO zou er ook voor kunnen kiezen om een klikbare link te tonen, waarmee een gebruiker (de persoon) desgewenst zelf kan 'resolven', eventueel zelfs in een nieuwe sessie (na de initiële 15 minuten). Meer informatie over het gebruik van FHIR-references binnen MedMij is te vinden in de informatiestandaardoverstijgende principes in de FHIR-implementatiegids.
2.2.4 Herleidbaarheid
Er wordt verwacht dat zowel patiënt als zorgverlener informatie kunnen inzien over op welk moment (datum/tijd) en met welke partij (“bron”) bepaalde inhoudelijke gegevens zijn uitgewisseld. Toelichting en voorbeelden van herleidbaarheid kan je op deze pagina inzien.
TODO: moet er een nieuwe versie van de FunctionaliteitSystemen-pagina komen? |
2.3 Systeemrollen
De informatiestandaard kent altijd een formele beschrijving met ten minste de volgende metagegevens: De informatiestandaard (met een informatiestandaardnaam) bestaat uit een of meer transacties (met per transactie een transactienaam), met voor elk van de transacties een aanduiding van de bijbehorende systeemrollen en de bijbehorende bedrijfsrol (Patiëntbedrijfsrol of Zorgaanbiedersbedrijfsrol). Op basis van de systeemrol wordt door de MedMij autorisatieraad, het bestuur van Stichting MedMij, een systeemrolcode toegekend. Deze identificeert 1 versie van 1 systeemrol. Een versie van een systeemrol wordt geïdentificeerd door 1 Systeemrol-code. Deze metagegevens zijn van belang voor de definitie van de gegevensdiensten binnen het MedMij afsprakenstelsel. Nadere informatie over gegevensdiensten, zoals de geldigheidsperiode, vindt u in de Catalogus van het MedMij Afsprakenstelsel.
3 Aanvullende informatie
3.1 Aanwijzingen / eisen voor functionaliteit van systemen
3.1.1 What's new
Een PGO kan na een eerste raadpleging nieuwe of gewijzigde gegevens raadplegen middels een "what's new" uitvraag. Voordeel van deze functionaliteit is dat niet onnodig reeds bekende gegevens opnieuw beschikbaar gesteld hoeven te worden. Denk hierbij aan wederom raadplegen van een volledige gegevensset zoals de BgZ. PGO dient hiervoor de datum van eerdere raadpleging te bewaren, om te gebruiken in een nieuwe raadpleging. XIS dient deze datum te kunnen verwerken. Technische uitwerking staat in de "overarching principles" van het technisch ontwerp.