Co:V0.2 Contra-indicatie&Overgevoeligheid
This article or section is in the middle of an expansion or major restructuring and is not yet ready for use. |
1. Inleiding
1.1 Algemeen
Deze pagina beschrijft het functioneel ontwerp voor de informatiestandaard Contra-indicatie en overgevoeligheden (CIO). Dit functioneel ontwerp is onderdeel van de standaardenset voor Medicatieveiligheid. De standaardenset voor Medicatieveiligheid bestaat uit de informatiestandaarden MP, CIO en Lab2Zorg. De informatiestandaard CIO is tot stand gekomen in samenwerking met een projectgroep met deelnemers uit verschillende domeinen in de zorg: huisartsen, specialisten, specialisten ouderenzorg, apothekers, CMIO’s, verpleegkundigen, etc.
Bij het voorschrijven, verstrekken of toedienen van medicatie is voor de patiëntveiligheid een actueel medicatieoverzicht verplicht. Geneesmiddelovergevoeligheden zijn in dit overzicht essentieel. Patiënten kunnen bijvoorbeeld een allergie of niet-allergische overgevoeligheid hebben voor bepaalde geneesmiddelen. Bijwerkingen van geneesmiddelen kunnen schade toebrengen aan de gezondheid. Als zorgverleners met overgevoeligheden rekening houden kan (vervolg)schade bij de patiënt worden beperkt of worden voorkomen. Digitaal registreren en overdragen van geneesmiddelovergevoeligheden is van belang voor goede ondersteuning van zorgverleners bij medicatiebewaking op geneesmiddelovergevoeligheid.
Voor uitwisseling van contra-indicatie en overgevoeligheden worden de volgende zibs gebruikt:
Met daaraan gerelateerd de zibs:
Op deze wiki-pagina worden de doelgroep, kaders & uitgangspunten en kwalificatie van Contra-indicatie en overgevoeligheden nader toegelicht. Ook worden verschillende use cases beschreven. Onderaan deze wiki-pagina zijn de referenties en de paginahistorie opgenomen.
1.2 Doelgroep
De doelgroep voor deze pagina bestaat uit:
- Productmanagers
- Architecten
- Ontwerpers
- Ontwikkelaars
- Testers van XIS-leveranciers
- Regio-organisaties
- Nictiz
1.3 Kaders & Uitgangspunten
1.3.1 Richtlijn
De geneesmiddelovergevoeligheden en contra-indicaties zijn een verplicht onderdeel van het medicatieoverzicht zoals aangegeven in de Richtlijn Overdracht van Medicatiegegevens in de Keten. De afspraken uit het project Informatie-uitwisseling geneesmiddelovergevoeligheden staan in het document Registratie en overdracht geneesmiddeloverhevoeligheden januari 2017, versie 1. Het doel van dit project was het opstellen van afspraken over de kenmerken van geneesmiddelovergevoeligheden die uitgewisseld worden tussen zorgverleners en bepalen wat het uitwisselen van de kenmerken betekent voor de informatiestandaarden en –systemen.
Binnen het Programma Medicatieoverdracht zijn 10 stappen onderkend waarmee de informatievoorziening ten behoeve van medicatieveiligheid moet worden verbeterd. Deze 10 stappen zijn nodig om te komen tot een adequaat medicatieoverzicht. Stap 8 betreft de verbeteringen ten behoeve van contra-indicaties en overgevoeligheid. Zowel contra-indicaties als overgevoeligheid zijn opgenomen in het medicatieoverzicht en worden gebruikt bij medicatiebewaking door voorschrijvers en verstrekkers in alle domeinen van de zorg.
De producten uit het Programma Medicatieoverdracht zijn in beheer genomen. Vanuit dit beheer vindt de doorontwikkeling van de informatiestandaard ICA plaats. Het beheer wordt ingericht conform NEN7522 (link naar beheer opnemen).
1.3.2 Infrastructuur
De berichten beschreven in deze informatiestandaard kunnen over elke willekeurige infrastructuur worden getransporteerd. De specificatie van de infrastructuur is buiten scope van deze informatiestandaard.
1.3.3 Wettelijke kaders
Contra-indicatie is een informatiestandaard. Overeenkomstig de lagen van interoperabiliteit zijn aanvullende afspraken nodig om in de praktijk te komen tot implementatie van een informatieoverdracht. Daarbij gelden altijd de wettelijke kaders als uitgangspunt.
1.4 Kwalificatie
Op deze informatiestandaard is een Nictiz kwalificatie van toepassing. Kwalificatie vindt plaats per systeemrol. Voor meer informatie, stuur een mail naar 'kwalificatie@nictiz.nl'. Kwalificatiescripts zijn momenteel nog niet beschikbaar.
2. Use cases
De informatiestandaard bestaat uit drie use cases. Iedere use case is koppelt met een scenario in ART-DECOR. Use case 1 betreft het vastleggen van contra-indicatie. Usecase 2 betreft het opvragen en opleveren van contra-indicatie t.b.v. medicatiebewaking (PULL). Use case 3 betreft het versturen van een contra-indicatie naar een andere zorgverlener (PUSH).
2.1 Use case 1 – Vastleggen Contra-Indicatie
2.1.1 Procesbeschrijving
Preconditities
De zorgverlener is ingelogd in het eigen informatiesysteem en is geautoriseerd om contra-indicaties vast te leggen met juiste authenticatie. Voordat een contra-indicatie wordt vastgelegd vindt er een risico-inschatting plaats van de medicamenteuze behandelingen en de huidige conditie van de cliënt conform geldende richtlijnen.
Trigger
Naar aanleiding van vaststelling van een Contra-Indicatie wordt deze vastgelegd door desbetreffende zorgverlener in het informatiesysteem van de instelling.
Basic flow
1. De zorgverlener legt de Contra-indicatie van de patiënt digitaal vast in het eigen informatiesysteem van desbetreffende instelling.
Postcondities
De Contra-Indicatie is vastgelegd en wordt overzichtelijk getoond aan de zorgverlener in het eigen informatiesysteem.
Praktijksituatie
Nader in te vullen....
Een zorgverlener legt na constatering/diagnostisering van de Contra-Indicatie, de contra-indicatie digitaal vast.
2.3.2 Bedrijfsrollen
Deze use case kent één bedrijfsrol, weergegeven in tabel 1.
Tabel 1. Bedrijfsrollen use case 1.
Bedrijfsrol: | Activiteit |
---|---|
Zorgverlener | Legt de contra-indicatie van de patiënt vast in het eigen informatiesysteem van de instelling. |
Onderstaande afbeelding toont de bedrijfsrol en de activiteit die uitgevoerd wordt.
.
2.3.3 Systemen & Systeemrollen
Alle bedrijfsrollen maken in ieder gebruik van een informatiesysteem (XIS). Deze systemen kennen ieder verschillende systeemrollen, die het uitwisselen van gegevens tussen deze systemen mogelijk maken. Echter gaat deze use case niet over het uitwisselen van gegevens tussen systemen, maar enkel het vastleggen van gegevens in één XIS (het eigen bronsysteem), zie figuur 2.
VERWIJZING Art Decor (Systeemrollen worden in ART-DECOR als actor opgenomen bij de transacties). --> VOLGT
2.3.4 Transacties & Transactiegroepen
Het uitwisselen van gegevens tussen de verschillende systeemrollen gebeurt op basis van transacties, een verzameling van transacties (bijvoorbeeld een vraag- en antwoordbericht) vormt een zogeheten transactiegroep.
In deze use case is geen sprake van uitwisseling van gegevens tussen de verschillende systeemrollen. Er vindt geen stransactie(groep) plaats.
2.2 Use case 2 – Opvragen en aanleveren contra-indicatie (PULL)
2.2.1 Procesbeschrijving
Preconditities
De medicatiebewaker is ingelogd in het systeem met juiste authenticatie en is geautoriseerd om contra-indicaties op te vragen.
Trigger
De voorschrijver wil (opnieuw) medicatie voorschrijven en/of verstrekken en wil de medicatie toetsen op veiligheid.
Basic flow
- De zorgverlener, voorschrijver of apotheker die medicatiebewaking wil doen vraagt de bekende contra-indicaties op bij andere zorgverleners.
- Zorgverleners die een contra-indicatie hebben vastgelegd leveren deze op.
- Het systeem van de medicatiebewaker ontvangt het bericht en toont de gegevens op het scherm. Het systeem toont daarbij de medicatiebewakingssignalen.
Postcondities
De Contra-Indicaties zijn opgevraagd en worden overzichtelijk getoond in het systeem van de medicatiebewaker.
Praktijksituatie
Nader in te vullen....
De voorschrijver vraagt eerst de Contra-Indicaties op voordat hij medicatie voorschrijft.
2.2.2 Bedrijfsrollen
Deze use case kent twee bedrijfsrollen, een overzicht is weergegeven in tabel 2.
Tabel 2. Bedrijfsrollen use case 2.
Bedrijfsrol | Activiteit |
---|---|
Medicatiebewaker | Wil contra-indicatielijst opvragen |
Contra-indicatie verstrekker | Levert contra-indicatie op, dit kan bijvoorbeeld een voorschrijver of verstrekker zijn |
Onderstaande afbeelding toont de bedrijfsrollen en de activiteiten die zij uitvoeren.
.
2.2.3 Systemen & Systeemrollen
Alle bedrijfsrollen maken ieder gebruik van een informatiesysteem (XIS). Deze systemen kennen ieder verschillende systeemrollen, die het uitwisselen van gegevens tussen deze systemen mogelijk maken. Elke XIS per bedrijfsrol vervult 2 systeemrollen, namelijk:
- CIO-CIB [3]: beschikbaarstellend systeem
- CIO-CIR [4]: raadplegend systeem (zie figuur 4).
.
2.2.4 Transacties & Transactiegroepen
Het uitwisselen van gegevens tussen de verschillende systeemrollen gebeurt op basis van transacties, een verzameling van transacties (bijvoorbeeld een vraag- en antwoordbericht) vormt een zogeheten transactiegroep. Figuur 5 toont de samenhang tussen de bedrijfsrollen, bedrijfsprocessen, systeemrollen transacties en transactiegroepen die onderdeel uitmaken van Opvragen en aanleveren contra-indicatie (PULL).
Zoals zichtbaar is in bovenstaande afbeelding, hebben sommige bedrijfsactiviteiten een bepaalde transactie tot gevolg. Deze transactie wordt uitgevoerd door een systeemrol, en maakt onderdeel uit van een transactiegroep. De gegevenselementen die als onderdeel van de transacties tussen systeemrollen worden uitgewisseld, zijn gespecificeerd in ART-DECOR.
Het overzicht in tabel 3 maakt het mogelijk direct de gewenste scenario’s, transactiegroepen en/of transacties te raadplegen in ART-DECOR.
Tabel 3. Referenties naar ART-DECOR transacties voor opvragen en aanleveren contra-indicatielijst (PULL).
Scenario: | Transactiegroep: | Transacties |
---|---|---|
Contra-Indicatie (2) | Contra-indicatie (PULL) | Raadplegen Contra-Indicatie
Beschikbaar stellen Contra-Indicatie |
2.3 Use case 3 – Versturen van Contra-indicatie (PUSH)
2.3.1 Procesbeschrijving
Preconditities
De zorgverlener van de sturende zorgorganisatie is ingelogd in het systeem met juiste authenticatie en is geautoriseerd om contra-indicatie te versturen.
Trigger
De reeds bekende of zojuist vastgelegde Contra-Indicatie wordt doorgestuurd naar een bekende ontvangende zorgorganisatie/zorverlener om deze op de hoogte te stellen van contra-indicatie.
Basic flow
- De zorgverlener van de sturende organisatie stuurt een Contra-Indicatie bericht naar de ontvangende zorgorganisatie.
- Het systeem van de ontvangende zorgorganisatie ontvangt het bericht en toont de gegevens op het scherm van de zorgverlener.
Postcondities
De Contra-Indicatie is gestuurd naar de ontvangende organisatie. De Contra-Indicatie wordt overzichtelijk getoond aan de zorgverlener van de ontvangende organisatie.
Praktijksituatie
Nader in te vullen....
De huisarts van de patiënt stuurt de Contra-Indicatie naar de apotheek zodat de apotheker mee kan kijken of dit consequenties heeft.
2.3.2 Bedrijfsrollen
De use case kent twee bedrijfsrollen, zoals weergegeven in tabel 4.
Tabel 4. Bedrijfsrollen use case 3.
Bedrijfsrol | Activiteit |
---|---|
Sturende organisatie | Verstuurd de contra-indicatie van de patiënt naar een reeds bekende zorgorganisatie |
Ontvangende organisatie | Ontvangt de contra-indicatie van de sturende organisatie |
Figuur 6 toont de bedrijfsrollen en de activiteiten die zij uitvoeren.
.
2.3.3 Systemen & Systeemrollen
Alle bedrijfsrollen maken gebruik van een informatiesysteem (XIS). De systemen kennen ieder verschillende systeemrollen, die het uitwisselen van gegevens tussen deze systemen mogelijk maken.
Elke XIS per bedrijfsrol vervult 2 systeemrollen, namelijk:
- CIO-VOS [1]: sturend systeem.
- CIO -VOO [2]: ontvangend systeem.
Zie ook onderstaande afbeelding.
Afbeelding 6: Systemen en systeemrollen binnen de Contra-Indicatie en Overgevoeligheden (PUSH).
.
VERWIJZING Art Decor (Systeemrollen worden in ART-DECOR als actor opgenomen bij de transacties). --> VOLGT
2.3.4 Transacties & Transactiegroepen
Het uitwisselen van gegevens tussen de verschillende systeemrollen gebeurt op basis van transacties, een verzameling van transacties (bijvoorbeeld een vraag- en antwoordbericht) vormt een zogeheten transactiegroep.
Figuur 7 toont de samenhang tussen de bedrijfsrollen, bedrijfsprocessen, systeemrollen transacties en transactiegroepen die onderdeel uitmaken van Versturen contra-indicatie (PUSH).
Zoals zichtbaar is in bovenstaande afbeelding, hebben sommige bedrijfsactiviteiten een bepaalde transactie tot gevolg. Deze transactie wordt uitgevoerd door een systeemrol, en maakt onderdeel uit van een transactiegroep. De gegevenselementen die als onderdeel van de transacties tussen systeemrollen worden uitgewisseld, zijn gespecificeerd in ART-DECOR.
Tabel 5 maakt het mogelijk direct de gewenste scenario’s, transactiegroepen en/of transacties te raadplegen in ART-DECOR.
Scenario Transactiegroep Transacties Contra-Indicatie (2) Contra-indicatie (PUSH) Sturen Contra-Indicatie
Ontvangstbevestiging Contra-Indicatie
Het overzicht in tabel 3 maakt het mogelijk direct de gewenste scenario’s, transactiegroepen en/of transacties te raadplegen in ART-DECOR.
Tabel 3. Referenties naar ART-DECOR transacties voor opvragen en aanleveren contra-indicatielijst (PULL).
Scenario: | Transactiegroep: | Transacties |
---|---|---|
Contra-Indicatie (2) | Contra-indicatie (PUSH) | Sturen Contra-Indicatie
Ontvangstbevestiging Contra-Indicatie |
3. Referenties
Tabel 6. Referenties.
Auteur: | Titel: | Versie: | Datum: | Bron: | Organisatie |
---|---|---|---|---|---|
... | ... | ... | ... | ... | ... |
4. Paginahistorie
Tabel 7. Paginahistorie.
Versie: | Datum: | Omschrijving: |
---|---|---|
1.0 | 27-05-2020 | Conceptversie 1.0 |