Opvragen en versturen labwaarden

Uit informatiestandaarden
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

{{#customtitle:Ontwerp Medicatieproces|Ontwerp Medicatieproces}}

Inleiding en scope

NOG VULLEN

Kaders en uitgangspunten

Externe normen en kaders

  • In het rapport “Gegevensuitwisseling via het landelijk elektronisch medicatiedossier”, is vastgelegd welke gegevens zullen worden uitgewisseld door de verschillende zorgverleners in het kader van deze zorgtoepassing. Het rapport is een leidraad geweest bij dit ontwerp.
  • De Autorisatierichtlijn Medicatiegegevens, waarin is vastgelegd welke beperkingen worden gesteld aan de uitwisseling van patiëntgegevens. Dit is op zijn beurt gedefinieerd in de Gegevensrichtlijn Medicatiegegevens, zoals overeengekomen door hun beroepsverenigingen en de NPCF.
  • De Geneesmiddelenwet van 2007 vereist, dat een apotheker alleen UR (uitsluitend op recept) geneesmiddelen mag verstrekken op basis van een recept dat door een bevoegd arts met een handtekening is ondertekend. De wet is leidend in dit ontwerp. Wanneer er een voorschrift zonder elektronische handtekening wordt verzonden aan de apotheek, betekent dat, dat op basis dat bericht geen verstrekking uitgevoerd mag worden.

De richtlijn “overdracht van medicatiegegevens” beschrijft welke gegevens het medicatieoverzicht moet bevatten. De inspectie gezondheidszorg stelt dat deze richtlijn wordt per 1 januari 2011 moet worden nageleefd. In dit ontwerp worden nog niet alle elementen van het medicatieoverzicht ondersteund. Dit ontwerp is voor een belangrijk deel gebaseerd op de richtlijn.



Inleiding

Doel en scope

Dit document beschrijft hoe de zorgtoepassing medicatieproces is ontworpen, en hoe de toepassing het farmaceutisch proces ondersteunt. Nog niet alle activiteiten van het proces worden ondersteund. Voor mogelijke toekomstige ontwikkelingen wordt verwezen naar het document [EMD plus].

Het ontwerp medicatieproces beschrijf het ambulante farmaceutisch proces en de ondersteuning ervan. Deze ondersteuning omvat het raadplegen en opleveren van voorschriften, verstrekkingen en potentiële contra-indicaties. Ook omvat het ontwerp het verzenden van een recept of een recept vooraankondiging als opdacht naar de verstrekker. Tenslotte wordt het verstrekkingsresultaat naar de voorschrijver verzonden.



Beschrijving van de informatiestandaard

De arts en de apotheker zijn verbonden met elkaar door middel van het Electronisch Medisch Dossier (EMD). Hierbij verstuurt de arts medicatievoorschrijvingen naar de apotheker. Vervolgens verstrekt de apotheker de medicatie aan de patiënt.

De volgende transacties kunnen worden uitgevoerd in het medicatieproces. Bij de transacties staat welke actoren een rol spelen in de transactie en of de transactie optioneel of required is binnen het profiel van het extramurale medicatieproces.

Tabel Transacties, actoren en omschrijvingen
Transacties Actoren Omschrijving Optionaliteit
Medicatievoorschriften versturen (met of zonder elektronische handtekening) Medicatievoorschrift-zender


Medicatievoorschrift-ontvanger

Versturen van een medicatievoorschrift. Dit kan zowel met als zonder elektronische handtekening. Een voorschrift zonder EH kan gezien worden als een vooraankondiging van het rechtsgeldige voorschrift met EH.

Uitzondering: Bij het verstrekken van Opium is een voorschrift met elektronische handtekening niet rechtsgeldig en voldoet alleen een handgeschreven voorschrift met onuitwisbare inkt.

O
Medicatieverstrekking versturen Medicatievoorschrift-zender


Medicatievoorschrift-ontvanger

Notificeren van medicatievoorschrijver dat er een medicatieverstrekking is gedaan. O
Verstrekkingen raadplegen Medicatiebewaker

Verstrekkingen-verstrekker

Bewaakt de medicatieveiligheid van het voorschrift of de verstrekking door te kijken naar de al verstrekte verstrekkingen. R
Condities opvragen Medicatiebewaker


Conditieverstrekker

Bewaakt de medicatieveiligheid van het voorschrift of de verstrekking door te kijken naar eventuele contra-indicaties. R
Medicatievoorschriften opvragen Medicatiebewaker


Voorschriften-verstrekker

Bewaakt de medicatieveiligheid van het voorschrift of de verstrekking door te kijken naar de al verstrekte voorschriften. O


Component diagram van het extramurale medicatieproces



Procesflow

Het extramurale medicatieproces begint wanneer de patiënt medicatie voorgeschreven krijgt (inclusief herhaalrecept) of wanneer de arts iets wijzigt in de medicatie die de patiënt gebruikt. De arts controleert voor het voorschrijven op o.a. interacties met andere geneesmiddelen, contra-indicaties, allergiën en dosering. Daarnaast wordt er gekeken naar de medicatiegeschiedenis en gebruik van de patiënt. Wanneer er na het controleren geen reden is om de medicatie niet voor te schrijven, schrijft de arts de medicatie voor en informeert hierover de verstrekker. De voorschrijver zal in veel gevallen eerst een vooraankondiging sturen en later een rechtsgeldig voorschrift (met elektronische handtekening). De verstrekker ontvangt het voorschrift en ook de verstrekker voert medicatieveiligheid uit door te kijken naar de medicatiegeschiedenis en te controleren op o.a. interacties met andere geneesmiddelen, contra-indicaties, allergiën en dosering. Wanneer de apotheker vraagtekens zet bij de medicatie kan hij contact zoeken met de arts en een overleg hebben over de medicatie. Eventueel zal de arts dan een nieuw voorschrift verstrekken. Wanneer de voorgeschreven medicatie getoetst is en er zijn geen twijfels dan wordt de medicatie verstrekt en brengt de verstrekker de voorschrijver op de hoogte van de verstrekking.


Sequence diagram van het extramurale medicatieproces

Transacties

Transactie Medicatievoorschriften versturen

Doel

Versturen van een medicatievoorschrift. Dit kan zowel met als zonder elektronische handtekening. Een voorschrift zonder EH kan gezien worden als een vooraankondiging van het rechtsgeldige voorschrift met EH.

Uitzondering: Bij het verstrekken van Opium is een voorschrift met elektronische handtekening niet rechtsgeldig en voldoet alleen een handgeschreven voorschrift met onuitwisbare inkt.

Actoren

  1. Medicatievoorschrift-zender
  2. Medicatievoorschrift-ontvanger

Interacties

  1. verzoekUitvoerenVoorschrift

Usecase

Precondities:

  • De voorschrijver is ingelogd in het systeem en is geautoriseerd om medicatie voor te schrijven met juiste authenticatie.

Trigger: Patiënt heeft medicatie nodig.

Basic flow:

  1. De voorschrijver maakt een keuze voor de medicatie die hij wil voorschrijven aan de hand van de klachten die de patiënt heeft.
  2. Bij het consult en het voorschrijven worden de gegevens uit het eigen patiëntdossier geraadpleegd.
  3. De voorschrijver is verantwoordelijk zich ervan te vergewissen dat hij tijdens een consult het meest actuele medicatieoverzicht heeft. De voorschrijver zorgt ervoor dat alle informatie aanwezig is (medicatieveiligheid bewaken).
  4. De voorschrijver ondertekent het voorschrift met een elektronische handtekening.
  5. De voorschrijver verstuurt het medicatievoorschrift (bericht verzoekUitvoerenVoorschrift) naar de verstrekker.
  6. Het systeem van de verstrekker ontvangt het medicatievoorschrift en toont de gegevens uit het bericht aan de verstrekker.

Alternatieve flow:

  • Het bericht komt niet aan, er komt een foutmelding terug, ontvangstbevestiging komt niet aan, of het bericht kan niet verstuurd worden door een bepaalde oorzaak.
    • Het versturen wordt nog 3 keer geprobeerd met intervallen van 10 minuten. Dit patroon wordt na een uur herhaald. Als er dan nog geen succes is dan wordt er een melding gestuurd naar de beheerder.
    • Er wordt een uitvallijst aangemaakt zodat te zien is welke medicatievoorschriften niet zijn verzonden.
  • De voorschrijver wil alleen een aankondiging sturen van het voorschrift
    • Een elektronische handtekening is dan niet nodig en stap 4 zal overgeslagen worden.

Postcondities:

  • Het medicatievoorschrift is verstuurd naar de verstrekker.


Transactie Medicatieverstrekking versturen

Doel

Versturen van een bericht (notificatie) naar medicatievoorschrijver dat er een medicatieverstrekking is gedaan.

Actoren

  1. Medicatieverstrekking-zender
  2. Medicatieverstrekking-ontvanger

Interacties

  1. meldVerstrekking

Usecase

Preconditities:

  • De verstrekker is ingelogd in het systeem en is geautoriseerd om medicatie te verstrekken met juiste authenticatie.

Trigger: Ontvangst van voorschrift van voorschrijver.

Basic flow:

  1. De gegevens uit het patiëntdossier worden geraadpleegd en er wordt geverifieerd of de gegevens in het patiëntendossier nog correct zijn.
  2. Het voorschrift wordt geregistreerd en gecontroleerd. Het originele voorschrift wordt gearchiveerd.
  3. De verstrekker zorgt ervoor dat hij op de hoogte is van de actuele situatie van de patiënt (medicatieveiligheid bewaken).
  4. Er wordt een keuze gemaakt voor het geneesmiddelproduct door het voorschrift te vertalen naar een geneesmiddel van een specifieke fabrikant in een bepaalde verpakking.
  5. De verstrekker verstrekt de medicatie aan de patiënt.
  6. Alle geneesmiddelen die verstrekt zijn aan de patiënt (al dan niet op recept) worden geregistreerd.
  7. De verstrekker actualiseert de medicatiegegevens in het eigen patiëntdossier.
  8. De verstrekker stuurt een meldVerstrekking bericht naar de voorschrijver om de voorschrijver te informeren over de verstrekking.
  9. Het systeem van de voorschrijver ontvangt het bericht, zorgt voor een melding aan de voorschrijver en verwerkt de informatie in het systeem.

Alternatieve flow:

  • Er zijn redenen te vinden aan de hand van de medicatiebewakingsignalen dat het medicatievoorschrift niet geschikt is voor de patiënt.
    • De verstrekker gaat in overleg met de voorschrijver en samen maken zij een andere medicatiekeuze.
  • Het bericht komt niet aan, er komt een foutmelding terug, ontvangstbevestiging komt niet aan, of het bericht kan niet verstuurd worden door een bepaalde oorzaak.
    • Het versturen wordt nog 3 keer geprobeerd met intervallen van 10 minuten. Dit patroon wordt na een uur herhaald. Als er dan nog geen succes is dan wordt er een melding gestuurd naar de beheerder.
    • Er wordt een uitvallijst aangemaakt zodat te zien is welke medicatievoorschriften niet zijn verzonden.

Postcondities:

  • De medicatie is verstrekt en de voorschrijver is op de hoogte van de verstrekking.


Transactie Medicatiebewaking/veiligheid uitvoeren

Doel

Bewaken van de medicatieveiligheid van het voorschrift of de verstrekking door te kijken naar de al verstrekte voorschriften en verstrekkingen en potentiële contra-indicaties.


Transactie Medicatievoorschriften opvragen

Actoren
  1. Medicatiebewaker
  2. Voorschrift-verstrekker
Interacties
  1. opvragenVoorschriftenlijst
  2. opvragenVoorschriften
  3. opleverenVoorschriftenlijst
  4. opleverenVoorschriften
Usecase

Preconditities:

  • De medicatiebewaker is ingelogd in het systeem en is geautoriseerd om de medicatieveiligheid te bewaken met juiste authenticatie.

Trigger: Er is een medicatievoorschrift of verstrekking geschreven dat getoetst moet worden op veiligheid. Basic flow:

  1. De medicatiebewaker stuurt een opvragenVoorschriftenlijst bericht naar de voorschrift-verstrekker.
  2. De voorschrift-verstrekker ontvangt en bericht verzamelt alle gegevens over de betreffende patiënt.
  3. De voorschrift-verstrekker stuurt een opleverenVoorschriftenlijst bericht terug naar de medicatiebewaker.
  4. Het systeem van de medicatiebewaker ontvangt het bericht en toont de gegevens op het scherm voor de medicatiebewaker.

Alternatieve flow:

  • De medicatievoorschriften zijn maar tot een bepaalde datum nuttig.
    • De opvrager geeft bij stap 1 een datum op tot waar hij de historische medicatievoorschriften van de patiënt wil ontvangen.
  • Het bericht komt niet aan, er komt een foutmelding terug, ontvangstbevestiging komt niet aan, of het bericht kan niet verstuurd worden door een bepaalde oorzaak.
    • Het versturen wordt nog 3 keer geprobeerd met intervallen van 10 minuten. Dit patroon wordt na een uur herhaald. Als er dan nog geen succes is dan wordt er een melding gestuurd naar de beheerder.
    • Er wordt een uitvallijst aangemaakt zodat te zien is welke medicatievoorschriften niet zijn verzonden.

Postcondities

  • De medicatievoorschriften zijn opgevraagd en overzichtelijk getoond aan de voorschrijver.


Transactie Medicatieverstrekkingen raadplegen

Actoren
  1. Medicatiebewaker
  2. Verstrekking-verstrekker
Interacties
  1. opvragenVerstrekkingenlijst
  2. opvragenVerstrekkingen
  3. opleverenVerstrekkingenlijst
  4. opleverenVerstrekkingen
Usecase

Preconditities:

  • De medicatiebewaker is ingelogd in het systeem en is geautoriseerd om de medicatieveiligheid te bewaken met juiste authenticatie.

Trigger: Er is een medicatievoorschrift of verstrekking geschreven dat getoetst moet worden op veiligheid.

Basic flow:

  1. De medicatiebewaker stuurt een opvragenVerstrekkingenlijst bericht naar de verstrekking-verstrekker.
  2. De verstrekking-verstrekker ontvangt en bericht verzamelt alle gegevens over de betreffende patiënt.
  3. De verstrekking-verstrekker stuurt een opleverenVerstrekkingenlijst bericht terug naar de medicatiebewaker.
  4. Het systeem van de medicatiebewaker ontvangt het bericht en toont de gegevens op het scherm voor de medicatiebewaker.

Alternatieve flow:

  • De medicatieverstrekkingen zijn maar tot een bepaalde datum nuttig.
    • De opvrager geeft bij stap 1 een datum op tot waar hij de historische medicatievoorschriften van de patiënt wil ontvangen.
  • Het bericht komt niet aan, er komt een foutmelding terug, ontvangstbevestiging komt niet aan, of het bericht kan niet verstuurd worden door een bepaalde oorzaak.
    • Het versturen wordt nog 3 keer geprobeerd met intervallen van 10 minuten. Dit patroon wordt na een uur herhaald. Als er dan nog geen succes is dan wordt er een melding gestuurd naar de beheerder.

Postcondities:

  • De medicatievoorschriften zijn opgevraagd en overzichtelijk getoond aan de voorschrijver.


Transactie Condities opvragen

Actoren
  1. Medicatiebewaker
  2. Conditie-verstrekker
Interacties
  1. opvragenPotentielecontraindicatieslijst
  2. opleverenPotentielecontraindicatieslijst
Usecase

Preconditities:

  • De medicatiebewaker is ingelogd in het systeem en is geautoriseerd om de medicatieveiligheid te bewaken met juiste authenticatie.

Trigger: Er is een medicatievoorschrift of verstrekking geschreven dat getoetst moet worden op veiligheid.

Basic flow:

  1. De medicatiebewaker stuurt een opvragenPotentielecontraindicatieslijst bericht naar de conditie-verstrekker.
  2. De conditie-verstrekker stuurt een opleverenPotentielecontraindicatieslijst bericht terug naar de medicatiebewaker.
  3. Het systeem van de medicatiebewaker ontvangt het bericht en toont de gegevens op het scherm voor de medicatiebewaker.

Alternatieve flow:

  • Het bericht komt niet aan, er komt een foutmelding terug, ontvangstbevestiging komt niet aan, of het bericht kan niet verstuurd worden door een bepaalde oorzaak.
    • Het versturen wordt nog 3 keer geprobeerd met intervallen van 10 minuten. Dit patroon wordt na een uur herhaald. Als er dan nog geen succes is dan wordt er een melding gestuurd naar de beheerder.

Postcondities:

  • De condities zijn opgevraagd en overzichtelijk getoond aan de voorschrijver.

Waarschuwing:Titelweergave "Ontwerp Medicatieproces Klinisch" overschrijft eerdere titelweergave "Ontwerp Medicatieproces Extramuraal".


Inleiding

Doel en scope

Het doel van de beschrijving van de functionele specificatie is om vanuit gebruikersperspectief de eisen en wensen met leveranciers af te kunnen stemmen. Ziekenhuisapothekers willen met hun ICT leveranciers afspraken kunnen maken over de (verdere) ontwikkeling van hun informatiesysteem in relatie tot het landelijke EMD. Daartoe is een goede beschrijving van de toekomstige functies in het landelijke EMD domein nodig. De beschrijving van de functies wordt door Nictiz samen met vertegenwoordigers namens de NVZA opgesteld en vervolgens met de ICT leveranciers besproken en afgestemd op haalbaarheid.



Beschrijving van de informatiestandaard

Bij het klinische medicatieproces werken de voorschrijver en de verstrekker binnen hetzelfde gebouw (het ziekenhuis). De medicatiebewaker zit daar buiten. De medicatiebewaker is verbonden met de voorschriftverstrekker en de verstrekkingverstrekker zodat gedane voorschriften en verstrekkingen gebruikt kunnen worden bij de medicatiebewaking. De medicatiebewaker staat in verband met de conditie-verstrekker die bij het bewaken van de medicatie eventuele contra-indicaties kan aangeven.

De volgende transacties kunnen worden uitgevoerd in het klinische medicatieproces en verschillen van de transacties binnen het extramurale medicatieproces. Bij de transacties staat welke actoren een rol spelen in de transactie en of de transactie optioneel of required is binnen het profiel van het klinische medicatieproces.


Tabel Transacties, actoren en omschrijvingen
Transacties Actoren Omschrijving Optionaliteit
Verstrekkingen raadplegen Medicatiebewaker

Verstrekkingen-verstrekker

Bewaakt de medicatieveiligheid door te kijken naar de al verstrekte verstrekkingen. R
Voorschriften raadplegen Medicatiebewaker


Voorschriften-verstrekker

Bewaakt de medicatieveiligheid door te kijken naar de al verstrekte voorschriften. O
Potentiële contra-indicaties raadplegen Medicatiebewaker


Conditie-verstrekker

Bewaakt de medicatieveiligheid van het voorschrift of de verstrekking door te kijken naar eventuele contra-indicaties. R


Component diagram van het klinische medicatieproces



Procesflow

Het klinische medicatieproces begint wanneer de patiënt opgenomen wordt in een ziekenhuis. Vervolgens wordt er medicatie voorgeschreven en vindt er medicatiebewaking plaats. De medicatiebewaker bewaakt vervolgens de medicatieveiligheid door te kijken naar gedane voorschriften en verstrekkingen en rekening te houden met potentiële contra-indicaties. Hierna wordt er een medicatieopdracht gedaan naar de ziekenhuisapotheek. Dan volgt de medicatiebegeleiding en de interventie. Wanneer dit gebeurd is zal er een verstrekking plaatsvinden en zal de medicatie toegediend worden. Hierna zal er beoordeling plaatsvinden van de toegediende medicatie en eventueel kan de medicatie gewijzigd worden. Wannneer de medicatie aanslaat zal de patiënt ontslagen worden en zal de ontslagmedicatie bepaald worden. Deze ontslag medicatie wordt verstrekt op de extramurale manier. Een uitzondering binnen deze flow is wanneer de patiënt op een SEH-consult is. In dit geval wordt de medicatie meteen toegediend en zal er geen medicatie-opdracht naar de ziekenhuisapotheek plaats vinden. Dit in verband met het feit dat de medicatie op de SEH vaak met spoed toegediend moet worden.

Sequence diagram van het klinische medicatie proces

Transacties

Transactie Medicatiebewaking/veiligheid uitvoeren

Doel

Bewaken van de medicatieveiligheid van het voorschrift of de verstrekking door te kijken naar de al verstrekte voorschriften en verstrekkingen en potentiële contra-indicaties.


Transactie Medicatievoorschriften opvragen

Actoren
  1. Medicatiebewaker
  2. Voorschrift-verstrekker
Interacties
  1. opvragenVoorschriftenlijst
  2. opvragenVoorschriften
  3. opleverenVoorschriftenlijst
  4. opleverenVoorschriften
Usecase

Preconditities:

  • De medicatiebewaker is ingelogd in het systeem en is geautoriseerd om de medicatieveiligheid te bewaken met juiste authenticatie.

Trigger: Er is een medicatievoorschrift of verstrekking geschreven dat getoetst moet worden op veiligheid. Basic flow:

  1. De medicatiebewaker stuurt een opvragenVoorschriftenlijst bericht naar de voorschrift-verstrekker.
  2. De voorschrift-verstrekker ontvangt en bericht verzamelt alle gegevens over de betreffende patiënt.
  3. De voorschrift-verstrekker stuurt een opleverenVoorschriftenlijst bericht terug naar de medicatiebewaker.
  4. Het systeem van de medicatiebewaker ontvangt het bericht en toont de gegevens op het scherm voor de medicatiebewaker.

Alternatieve flow:

  • De medicatievoorschriften zijn maar tot een bepaalde datum nuttig.
    • De opvrager geeft bij stap 1 een datum op tot waar hij de historische medicatievoorschriften van de patiënt wil ontvangen.
  • Het bericht komt niet aan, er komt een foutmelding terug, ontvangstbevestiging komt niet aan, of het bericht kan niet verstuurd worden door een bepaalde oorzaak.
    • Het versturen wordt nog 3 keer geprobeerd met intervallen van 10 minuten. Dit patroon wordt na een uur herhaald. Als er dan nog geen succes is dan wordt er een melding gestuurd naar de beheerder.
    • Er wordt een uitvallijst aangemaakt zodat te zien is welke medicatievoorschriften niet zijn verzonden.

Postcondities

  • De medicatievoorschriften zijn opgevraagd en overzichtelijk getoond aan de voorschrijver.


Transactie Medicatieverstrekkingen raadplegen

Actoren
  1. Medicatiebewaker
  2. Verstrekking-verstrekker
Interacties
  1. opvragenVerstrekkingenlijst
  2. opvragenVerstrekkingen
  3. opleverenVerstrekkingenlijst
  4. opleverenVerstrekkingen
Usecase

Preconditities:

  • De medicatiebewaker is ingelogd in het systeem en is geautoriseerd om de medicatieveiligheid te bewaken met juiste authenticatie.

Trigger: Er is een medicatievoorschrift of verstrekking geschreven dat getoetst moet worden op veiligheid.

Basic flow:

  1. De medicatiebewaker stuurt een opvragenVerstrekkingenlijst bericht naar de verstrekking-verstrekker.
  2. De verstrekking-verstrekker ontvangt en bericht verzamelt alle gegevens over de betreffende patiënt.
  3. De verstrekking-verstrekker stuurt een opleverenVerstrekkingenlijst bericht terug naar de medicatiebewaker.
  4. Het systeem van de medicatiebewaker ontvangt het bericht en toont de gegevens op het scherm voor de medicatiebewaker.

Alternatieve flow:

  • De medicatieverstrekkingen zijn maar tot een bepaalde datum nuttig.
    • De opvrager geeft bij stap 1 een datum op tot waar hij de historische medicatievoorschriften van de patiënt wil ontvangen.
  • Het bericht komt niet aan, er komt een foutmelding terug, ontvangstbevestiging komt niet aan, of het bericht kan niet verstuurd worden door een bepaalde oorzaak.
    • Het versturen wordt nog 3 keer geprobeerd met intervallen van 10 minuten. Dit patroon wordt na een uur herhaald. Als er dan nog geen succes is dan wordt er een melding gestuurd naar de beheerder.

Postcondities:

  • De medicatievoorschriften zijn opgevraagd en overzichtelijk getoond aan de voorschrijver.


Transactie Condities opvragen

Actoren
  1. Medicatiebewaker
  2. Conditie-verstrekker
Interacties
  1. opvragenPotentielecontraindicatieslijst
  2. opleverenPotentielecontraindicatieslijst
Usecase

Preconditities:

  • De medicatiebewaker is ingelogd in het systeem en is geautoriseerd om de medicatieveiligheid te bewaken met juiste authenticatie.

Trigger: Er is een medicatievoorschrift of verstrekking geschreven dat getoetst moet worden op veiligheid.

Basic flow:

  1. De medicatiebewaker stuurt een opvragenPotentielecontraindicatieslijst bericht naar de conditie-verstrekker.
  2. De conditie-verstrekker stuurt een opleverenPotentielecontraindicatieslijst bericht terug naar de medicatiebewaker.
  3. Het systeem van de medicatiebewaker ontvangt het bericht en toont de gegevens op het scherm voor de medicatiebewaker.

Alternatieve flow:

  • Het bericht komt niet aan, er komt een foutmelding terug, ontvangstbevestiging komt niet aan, of het bericht kan niet verstuurd worden door een bepaalde oorzaak.
    • Het versturen wordt nog 3 keer geprobeerd met intervallen van 10 minuten. Dit patroon wordt na een uur herhaald. Als er dan nog geen succes is dan wordt er een melding gestuurd naar de beheerder.

Postcondities:

  • De condities zijn opgevraagd en overzichtelijk getoond aan de voorschrijver.

Waarschuwing:Titelweergave "Ontwerp Labwaardenoverdracht V1.0.0" overschrijft eerdere titelweergave "Ontwerp Medicatieproces Klinisch".


Beschrijving van de informatiestandaard

Korte beschrijving

Het document beschrijft de informatiestandaard medicatieproces labwaardenoverdracht. Hierin staan de transacties beschreven die uitgevoerd kunnen worden door zorgverleners voor het ophalen en verstrekken van labwaarden.

Het profiel medicatieproces labwaardenoverdracht geeft inzicht in het gebruik van gestandaardiseerde berichten voor het uitwisselen van labwaarden. Hiervoor heeft Nictiz technische berichten ontwikkeld die de uitwisseling mogelijk maken. Met deze technische berichten hebben zorgverleners direct inzicht in de labuitslagen van hun patiënten en voeren hiermee bewaking uit bij het voorschrijven of verstrekken van medicatie. Dit bevordert de medicatieveiligheid.

De scope van de informatiestandaard is het uitwisselen van labwaarden tussen labwaardenopvragers en labwaardenverstrekkers. Labwaardenopvragers zijn zorgverleners die voor de behandeling van hun patiënt labwaarden nodig hebben, zoals huisartsen, apothekers en specialisten. Labwaardenverstrekkers zijn zorginstellingen die uitslagen onder zich hebben, zoals laboratoria en huisartsen.

De doelgroepen van dit document zijn huisartsen, ziekenhuisapothekers, apothekers, artsen, ICT-leveranciers en infrastructuur-leveranciers.

Waarschuwing:Titelweergave "Beschrijving van de informatiestandaard" overschrijft eerdere titelweergave "Ontwerp Labwaardenoverdracht V1.0.0".


Labwaardenoverdracht

Bij de informatiestandaard labwaardenoverdracht wordt er informatie uitgewisseld tussen een labwaardenopvrager en labwaardenverstrekker. Een labwaardenopvrager kan bijvoorbeeld een arts, huisarts of apotheker zijn. Een labwaardenverstrekker is meestal een laboratorium. De labwaardenopvrager vraagt de resultaten op van labtesten van een patiënt, meestal voordat er een verstrekking of voorschrift uitgeschreven wordt, zodat de zorgverlener weet dat dit niet conflicteert met de resultaten van de labtesten. Hij kan dit rechtstreeks bij de verstrekker opvragen, maar het is ook mogelijk dat er een index tussen zit die bijhoudt welke organisaties er labwaarden van een patiënt beschikbaar hebben gesteld. Indien via een index labwaarden worden uitgewisseld is de transactie ‘aanmelden labwaarden’ ook van toepassing. Bij deze transactie geef je aan dat je labwaarden beschikbaar wilt stellen voor anderen. Deze transactie wordt hier echter niet beschreven, omdat deze afhankelijk is van de zorginfrastructuur die gebruikt wordt.

De informatiestandaard medicatieproces labwaardenoverdracht beschrijft de transacties die uitgevoerd worden tussen zorgverleners en laboratoria. In onderstaand plaatje staat weergegeven welke transacties een rol spelen en welke rol er binnen het systeem aanwezig moet zijn (actoren).


Component diagram


De volgende actoren (systemen) spelen een rol binnen het medicatieproces labwaarden. Bij elke actor is weergegeven bij welke transactie(s) het een rol heeft en of de transactie verplicht is.


Transacties Actoren Omschrijving Optionaliteit
Opvragen labwaarden Labwaardenopvrager

labwaardenverstrekker

Vraagt labwaarden van een patiënt op R

Waarschuwing:Titelweergave "Procesflow" overschrijft eerdere titelweergave "Beschrijving van de informatiestandaard".


Procesflow

De patiënt bezoekt de arts met een gezondheidsklacht. De arts besluit voor nader onderzoek een laboratoriumonderzoek uit te laten voeren. Op aanvraag van de arts bepaalt het laboratorium de labwaarden van de patiënt. Het laboratorium registreert deze waarden in het laboratoriuminformatiesysteem (LIS). De arts krijgt een rapport met het resultaat van het labonderzoek. Voor de medicatieveiligheid van bepaalde patiënten is het essentieel dat labwaarden ook aanwezig zijn bij andere zorgverleners waar de patiënt mee te maken heeft, zoals verstrekkers van medicatie. Deze zorgverleners kunnen de gegevens ophalen of opvragen uit het LIS en vervolgens gebruiken voor de medicatiebewaking.


Sequence diagram

Transacties

Waarschuwing:Titelweergave "Opvragen en versturen labwaarden" overschrijft eerdere titelweergave "Procesflow".


Opvragen en versturen labwaarden

Doel

Labwaarden kunnen op verschillende manieren worden overgedragen. De volgende use cases behandelen het opvragen van gegevens met en zonder index:

  • Met index. Indien er een index aanwezig is in de zorginfrastructuur is, kan de labwaardenopvrager op ieder moment zelf de gegevens ophalen bij de labwaardenverstrekker. De index houdt bij welke labwaardenverstrekker gegevens beschikbaar heeft gesteld van een patiënt. Hiertoe moeten de gegevens wel aangemeld zijn bij de index door de labwaardenverstrekker.
  • Zonder index. Indien er geen index gebruikt wordt in de zorginfrastructuur, dan vraagt de labwaardenopvrager de gegevens direct op bij de labwaardenverstrekker. De labwaardenopvrager stuurt hiervoor een verzoek naar de labwaardenverstrekker en deze stuurt als reactie zelf de labwaarden naar de labwaardenopvrager.
Actoren
  1. Labwaardenopvrager
  2. Labwaardenverstrekker
Interacties
  1. opvragen labuitslagen (zie IH Labuitslagen)
  2. opleveren labuitslagen (zie IH Labuitslagen)

De volgende labwaarden kunnen momenteel opgeleverd worden:

Labtabel.png
Use case Labwaarden opvragen en versturen met index

De labwaardenopvrager gebruikt een infrastructuur met index.

Precondities:

  • De labwaardenopvrager is ingelogd in zijn zorgsysteem en is geautoriseerd om de labwaarden op te halen via een geaccepteerde zorginfrastructuur.
  • De labwaardenverstrekker heeft labwaarden aangemeld op de index en stelt deze hierdoor beschikbaar aan de labwaardenopvrager.

Trigger: De patiënt komt bij de zorgverlener voor een behandeling, een voorschrift of een verstrekking.

Basic flow:

  1. De labwaardenopvrager verifieert de identiteit van de patiënt.
  2. De labwaardenopvrager zoekt de patiëntgegevens in zijn zorginformatiesysteem.
  3. De labwaardenopvrager vraagt met zijn zorginformatiesysteem via de zorginfrastructuur de labwaarden op bij de labwaardenverstrekker (bericht opvragen labuitslagen).
  4. Het informatiesysteem van de labwaardenverstrekker stuurt geautomatiseerd (zonder tussenkomst van een medewerker) de labwaarden naar de zorgverlener (bericht opleveren labuitslagen).
  5. Het zorginformatiesysteem van de labwaardenopvrager toont de labwaarden aan de zorgverlener op het scherm.
  6. De labwaardenopvrager gebruikt de labwaarden voor medicatiebewaking.
  7. De patiënt krijgt op basis van de medicatiebewaking een passend medicatieadvies.

Alternatieve flows:

  • De patiënt is niet bekend in het zorginformatiesysteem van de labwaardenopvrager. Als behandelend zorgverlener is het wel mogelijk om de labwaarden op te halen.
    • De patiënt wordt geregistreerd in het zorginformatiesysteem.
    • De labwaardenopvrager haalt vervolgens de labwaarden op (stap 3).
  • Er zijn geen labwaarden in het systeem van de labwaardenverstrekker.
    • In dit geval wordt er een melding gegeven dat de labwaarden er niet zijn.
  • De patiënt heeft geen toestemming gegeven voor het delen van de labwaarden. Deze toestemming staat niet in de zorginfrastructuur.
    • In dit geval wordt er een melding gegeven dat er geen labwaarden zijn.
    • Aan de patiënt wordt gevraagd om zelf de labwaarden bij het laboratorium op te halen en terug te komen met de labwaarden voor verdere behandeling.
    • Aan de patiënt wordt het advies gegeven om toestemming te geven, zodat zijn zorgverlener rechtstreeks voor een behandeling de gegevens kan inzien.

Postcondities:

  • De labwaardenopvrager heeft de laboratoriumwaarden.
Use case Labwaarden opvragen en versturen zonder zorginfrastructuur

De labwaardenopvrager en -verstrekker gebruiken geen index.

Precondities:

  • De labwaardenopvrager is ingelogd in zijn zorgsysteem.
  • Op het informatiesysteem van de labwaardenverstrekker staan labwaarden.
  • Er is een beveiligde manier waarop gegevens elektronisch tussen labwaardenopvrager en –verstrekker uitgewisseld worden.
  • De patient geeft toestemming voor het opvragen van zijn labwaarden aan de labwaardenopvrager.

Trigger: De patiënt komt bij de zorgverlener voor een behandeling, een voorschrift of een verstrekking.

Basic flow:

  1. De labwaardenopvrager verifieert de identiteit van de patiënt.
  2. De labwaardenopvrager zoekt de patiëntgegevens in zijn zorginformatiesysteem.
  3. De labwaardenopvrager vraagt vanuit zijn zorginformatiesysteem de labwaarden op bij de labwaardenverstrekker (bericht opvragen labuitslagen).
  4. De labwaardenverstrekker stuurt met zijn informatiesysteem de labwaarden naar het zorginformatiesysteem van de labwaardenopvrager (bericht opleveren labuitslagen).
  5. Het zorginformatiesysteem van de labwaardenopvrager toont de labwaarden aan de zorgverlener op het scherm.
  6. De labwaardenopvrager gebruikt de labwaarden voor medicatiebewaking.
  7. De patiënt krijgt op basis van de medicatiebewaking een passend medicatieadvies.

Alternatieve flows:

  • De patiënt is niet bekend in het zorginformatiesysteem. Als behandelend zorgverlener is het wel mogelijk om de labwaarden op te halen.
    • De patiënt wordt geregistreerd.
    • De labwaardenopvrager haalt de labwaarden op (stap 3).
  • Er zijn geen labwaarden in het informatiesysteem van de labwaardenverstrekker van de betreffende patient.
    • In dit geval wordt er een melding gegeven dat de labwaarden er niet zijn.

Postcondities:

  • De zorgverlener heeft de laboratoriumwaarden.

Transacties