7phcy:V6.12 medicationAdministrationRequest.effectiveTime
{{#customtitle:medicationAdministrationRequest.effectiveTime|medicationAdministrationRequest.effectiveTime}}
medicationAdministrationRequest.effectiveTime
Formaat:
<effectiveTime xsi:type="SXPR_TS"> $gebruiksperiode $doseerschema </effectiveTime>
Zie verder de detailspecificaties in hoofdstuk 5.
Definitie: Aanduiding van de spreiding van toedieningen binnen een bepaalde periode, ook wel aangeduid als het doseerschema (van de betreffende gebruiksperiode).
Dit is één van de meest belangrijke gegevenselementen bij het specificeren van het gebruiksvoorschrift voor medicatie, aangezien het alle informatie bevat ten aanzien van het tijdsinterval waarbinnen de toediening plaatsvindt en het doseerschema dat daarbinnen moet worden gehanteerd. Het datatype van <effectiveTime> is GTS (General Timing Specification). Dit biedt een zeer rijke (maar ook complexe) structuur voor het aanduiden van tijdstippen, tijdsintervallen en tijdspatronen met een vrijwel onbeperkt complexe opbouw. Voor het HL7v3 domein medicatiegegevens is besloten om een ingeperkte toepassing van GTS te hanteren, welke is opgenomen in hoofdstuk 5.
Het element <effectiveTime> moet gevuld zijn als er iets te melden is over gebruiksinterval óf doseerschema. De enige situatie waarin <effectiveTime> leeg blijft is als niets bekend is over het gebruiksinterval én er geen specifiek doseerschema is. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen in de volgende situaties:
Merk op dat het ontbreken van een doseerschema nog niets zegt over het ontbreken van een gebruiksinterval (dat ook op zichzelf kan voorkomen). |
Algemene structuur attribuut effectiveTime
De eerste vraag die gesteld moet worden is of er sprake is van één vast doseerschema (spreiding van toedieningen over de tijd) of van een wisselend doseerschema. In dat laatste geval moet gebruik worden gemaakt van meerdere toedieningsverzoeken (herhalingen van de CMET A_MedicationAdministrationRequest). Theoretisch zou het datatype GTS wel in staat zijn om wisselende doseerschema’s in één constructie op te nemen, maar om de complexiteit in te perken wordt dit niet toegestaan. Elk element <effectiveTime> heeft dus per definitie betrekking op één vast doseerschema.
Dat betekent dat elk element <effectiveTime> de volgende mogelijke onderdelen heeft:
- Gebruiksperiode (tijdsinterval waarbinnen doseerschema van toepassing is);
- Doseerschema (spreiding van de toedieningen over de gebruiksperiode).
Beide onderdelen zijn optioneel, omdat ze soms niet expliciet benoemd worden.
GEBRUIKSPERIODE
Formaat: Ambulante medicatie
<comp xsi:type="IVL_TS" nullFlavor=”UNK”>
OF
<comp xsi:type="IVL_TS">
<width value="…" unit=”d”/>
</comp>
OF
<comp xsi:type="IVL_TS">
<low value="YYYYMMDD[HHMM]"/>
[ <width value= "…" unit=”d”/> ]
</comp>
Klinische medicatie
<comp xsi:type="IVL_TS">
<low value="YYYYMMDDHHMM"/>
[ <high value= "YYYYMMDDHHMM" ]
</comp>
De gebruiksperiode kan in een toedieningsverzoek verschillende gedaanten aannemen. Daarbij moet onderscheid gemaakt worden tussen ambulante en klinische situaties.
Ambulante medicatie
- Geen waarde.
Bij ambulante medicatie is er soms geen gebruiksduur (en dus geen gebruiksperiode) bekend. Dit is bijvoorbeeld het geval bij ‘zo nodig’ medicatie (omdat het verbruik door de patiënt afhangt van de mate waarin de klachten optreden).
Merk op dat het onwenselijk is om bij ‘zo nodig’ medicatie of andere situaties waarbij geen gebruiksduur is af te leiden een vaste (default) gebruiksduur door te geven. Momenteel hanteren veel systemen een standaard gebruiksduur van 90 dagen in dat soort gevallen. Dat is een voorbeeld van ‘schijninformatie’, die de ontvanger ten onrechte beperkt bij het uitvoeren van medicatiebewaking. |
- Alleen een <width> element.
Meestal is alleen de gebruiksduur bekend. Deze kent verschillende vormen:
- Een berekende gebruiksduur als deze wordt afgeleid/berekend uit het doseerschema en de hoeveelheid te verstrekken/verstrekte medicatie.
- Een afgesproken gebruiksduur als deze expliciet onderdeel is van het doseervoorschrift (zoals bij gebruik van sommige b codes in tabel 25).
De gebruiksduur kan ook in combinatie met een begindatum voorkomen.
Merk op dat het verplicht is om een eventuele berekende gebruiksduur wel door te geven, ook al zou de ontvanger deze theoretisch zelf kunnen afleiden. Reden hiervoor is dat niet alle ontvangers die mogelijkheid hebben (webviewers) en de waarde hoe dan ook een goede controle biedt op interpretatieverschillen. |
Deze methode verdient de voorkeur boven de gangbare methode van het doorgeven van een begin- en einddatum, omdat dit meestal ‘schijninformatie’ is. De datum waarop de patiënt begint met het medicatiegebruik is meestal niet bekend (kan de verstrekkingsdatum zijn, maar ook de dag erna, of nog later). Het is daarom beter de (berekende of afgesproken) gebruiksduur mee te geven, zodat de ontvanger zelf kan bepalen welke periode daaruit wordt afgeleid (meestal zal de ontvanger ook de verstrekkingsdatum als begindatum nemen). |
- Een <low> element (met optioneel een <width> element).
Soms zal de voorschrijver of de verstrekker expliciet met de patiënt afspreken dat het gebruik op een bepaalde datum moet beginnen. Dit zal meestal gelijk zijn aan de verstrekkingsdatum, maar kan ook de dag erna of een andere datum in de toekomst zijn. Dit zal meestal het geval zijn bij medicatie die met spoed gestart moet worden, of bij kuren die in een specifieke periode gebruikt moeten worden.
Als een <low> element wordt gebruikt voor de begindatum, dan kan optioneel een <width> element worden toegevoegd als de gebruiksduur bekend is (berekend dan wel afgesproken). Zie hiervoor de tekst bij het <width> element.