7phcy:V6.12 Medicatieverstrekking

Uit informatiestandaarden
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

{{#customtitle:Medicatieverstrekking|Medicatieverstrekking}}

Medicatieverstrekking (PORX/COCT_MT932000NL02)

D-MIM: Pharmacy
HL7v3 gestructureerde naam: Medication Dispense Event

Diagram

Figuur 4 COCT_RM924000NL02 - R-MIM diagram


Figuur 5 COCT_RM924000NL02 - R-MIM diagram


Beschrijving
De bovenstaande R-MIM´s zijn bedoeld om alle relevante gegevens rond een medicatieverstrekking weer te geven. Het payload model PORX_MT924000NL02 wordt gebruikt bij het versturen van een nieuwe verstrekking, maar bestaat op zichzelf uit niets anders dan de CMET COCT_MT924000NL02. Een CMET mag echter niet direct als payload fungeren, dus vandaar dat een dummymodel nodig is. De CMET fungeert daarnaast als onderdeel van de Medicatieverstrekkingenlijst, als component van een opgeleverde lijst.

De belangrijkste kenmerken van het model zijn:

  • Elke verstrekking heeft betrekking op één enkele patiënt.
  • Elke verstrekking hoort bij max. één medicatievoorschrift.
  • Elke verstrekking kent één enkele verstrekker als uitvoerder.
  • Elke verstrekking heeft één ‘verantwoordelijke zorgverlener’.
  • Elke verstrekking heeft betrekking op één enkele soort medicatie.
  • Elke verstrekking zal één of meer toedieningsverzoeken betreffen.

De zogenaamde focal class is de klasse MedicationDispenseEvent, die betrekking heeft op één enkele medicatieverstrekking. Deze klasse fungeert als entry point (startpunt) voor de payload van interacties op basis van het message type PORX_MT924000NL02 en als onderdeel van andere message types die CMET COCT_MT924000NL02 gebruiken.



Binnen het R-MIM wordt gebruik gemaakt van een aantal domeinspecifieke CMET’s (Common Message Element Types) die hergebruikt worden in verschillende R-MIM’s:

De implementatierichtlijnen voor deze CMET’s worden elders in dit doument uitgewerkt.


{{NoteBox|Het huidige model voor medicatieverstrekkingen is zowel bruikbaar voor verstrekkingen op voorschrift als voor “handverkoop”, afhankelijk van de aanwezigheid van het element <prescription> is. Het is niet de bedoeling om ‘handverkoop’, ook aangeduid als ‘over the counter’ (OTC), door te geven door een fictief voorschrift te registreren met als ‘voorschrijver’ bijvoorbeeld “handverkoop”. Door zo’n dummy-voorschrijver te gebruiken, zou geen verschil meer te maken zijn tussen verstrekkingen zonder voorschrift en die met onbekende voorschrijver. Een verstrekking zonder voorschrift moet dus worden aangeven door het element <prescription> weg te laten!


Hierarchical Message Description

<medicationDispenseEvent> Medicatieverstrekking
<performer><assignedPerson>
Verstr. medewerker
<product><dispensedMedication>
<MedicationKind>
Verstrekte medicatie
[{ <activeIngredient>
[ <activeIngredientMaterialKind> ]
}]
Werkzame stof
[{ <otherIngredient><ingredientMaterialKind> }]
Andere ingrediënt
[ <directTargetOf> <prescription>
Medicatievoorschrift
[ <subject> <Patient> ]
Patiënt
[ <author> <AssignedPerson> ]
Voorschrijvende arts
]
{ <therapeuticAgentOf><medicationAdministrationRequest>
Toedieningsverzoek
[{ <support2><medicationAdministrationInstruction> }]
Gebruiksinstructie
[{ <precondition> <observationEventCriterion> }]
Randvoorwaarde
}
<responsibleParty> <assignedCareProvider>
Verantw. zorgverlener
<representedOrganization>
Verantw. zorginstelling