7phcy:V6.12.11 medicationDispenseRequest.quantity

Uit informatiestandaarden
Versie door Maarten Ligtvoet (overleg | bijdragen) op 16 sep 2020 om 14:18 (Copy of V6.12.10)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen


Dit materiaal is onderdeel van HL7v3-domein Pharmacy V6.12.11_HL7v3-domeinspecificatie_Pharmacy.
  • Compatible wijzigingen/nadere bewoordingen, tikfouten kunnen direct in de Wiki gewijzigd worden
  • Open issues die discussie vergen s.v.p. in de commentaarsectie opnemen.

medicationDispenseRequest.quantity

Formaat:

Ambulante voorschriften

<quantity value="…" [ unit="…" ]>	
    <translation value="…" code="…" 
                 codeSystem="2.16.840.1.113883.2.4.4.1.900.2" 
                 displayName="…"/>
[   <translation value="…" code="…" 
                 codeSystem="2.16.840.1.113883.2.4.4.12" 
                 displayName="…"/> 
]
</quantity>

Klinische voorschriften

<quantity nullFlavor="NA"/>

Definitie: De hoeveelheid die per (deel)verstrekking moet worden verstrekt.

De primaire eenheid moet afkomstig zijn uit de Unified Codes for Units of Measure (UCUM). Deze lijst met eenheden is wereldwijd geaccepteerd. De lijst met eenheden uit de UCUM is ook opgenomen als HL7 vocabulary domain UnitsOfMeasureCaseSensitive.

Het datatype PQ dat hierbij gebruikt wordt, kan betrekking hebben op een meetbare hoeveelheid van het geneesmiddel (bijvoorbeeld in grammen of liters) of op het aantal telbare eenheden (bijvoorbeeld tabletten of ampullen). HL7v3 hanteert dit als volgt:

  • ‘Meetbare’ hoeveelheden worden in overeenkomstige fysieke eenheden uitgedrukt;
  • ‘Telbare’ hoeveelheden kennen alleen een aantal met als eenheid ‘1’ (’units’).

De unit ”1” is de default voor telbare eenheden (het betekent dus ‘eenheden’ en niets meer). Het weglaten van de unit wordt dus geïnterpreteerd als unit=”1”.}}

Normaal gesproken zijn alleen de volgende eenheden nodig in de praktijk:

Typische UCUM eenheden
unit betekenis opmerkingen
m meter zie voorvoegsels
g gram zie voorvoegsels
l liter zie voorvoegsels
[drp] druppel = 1/12 ml
[tsp_us] theelepel = 0.003 l
[tbs_us] eetlepel = 0.015 l
[iU] internationale eenheid alleen klinisch
Typische UCUM voorvoegsels
voorvoegsel bij unit betekenis omrekenfactor
u micro 1/1.000.000
m milli 1/1.000
c centi 1/100
d deci 1/10
k kilo 1.000

Deze voorvoegsels kunnen alleen gebruikt worden in combinatie met m, g en l. De achterliggende gedachte achter het attribuut unit van het datatype PQ is dat meetbare waarden zoveel mogelijk naar elkaar omgerekend moeten kunnen worden. Het mag dus niets uitmaken of een systeem 2 mg of 0.002 g stuurt als hoeveelheid, omdat het ontvangende systeem in staat moet zijn om te zien dat deze feitelijk hetzelfde zijn. Ontvangende systemen moeten de mogelijke eenheden kunnen omrekenen.

VERTALING NAAR ANDERE CODERINGSSYSTEMEN

Het is verplicht om naast (dus niet in plaats van!) de bovengenoemde UCUM codering van HL7, ook een vertaling door te geven naar de G-Standaard basiseenheden (tabel 2 van de thesauraus). Daarnaast kan optioneel een vertaling worden aangeduid naar de G-Standaard deelverpakkingen (tabel 4). In beide gevallen wordt gebruik gemaakt van de numerieke codes uit deze tabellen (doorgegeven zonder voorloopnullen).

  • de G-Standaard basiseenheden hebben OID 2.16.840.1.113883.2.4.4.1.900.2.
  • de G-Standaard deelverpakkingen hebben OID 2.16.840.1.113883.2.4.4.12.

XML voorbeeld:

Een voorschrijver spreekt met de patiënt af dat deze eerst twee weken lang 3 x daags een tablet van een geneesmiddel zal slikken, vervolgens vier weken lang 2 x daags en tenslotte 6 weken lang 1 x daags een tablet (afbouwschema). In het verstrekkingsverzoek aan de openbare apotheek wordt een aantal van (14x3) + (28x2) + (42x1) = 140 tabletten genoemd als totaal te verstrekken hoeveelheid (in één verstrekking).

Daarbij wordt een vertaling meegegeven naar G-Standaard basiseenheden (subtabel 2 van de thesaurus). Hiermee wordt aangeduid dat het gaat om basiseenheid “245" (stuk). Merk op dat unit de defaultwaarde “1" heeft, en dus ook weggelaten mag worden.

<quantity value="140" unit="1">
  <translation value="150" code="245" 
     codeSystem="2.16.840.1.113883.2.4.4.1.900.2" 
     displayName="stuk"/>
</quantity>

Er wordt doorgegeven dat het gaat om 20 milliliter van de te verstrekken medicatie, maar daarbij wordt een vertaling meegegeven naar G-Standaard deelverpakkingen (subtabel 4 van de thesaurus). Hiermee wordt aangeduid dat het gaat om 2 ampullen.

Merk op dat er in dit geval niet alleen een andere (vertaalde) eenheid wordt gebruikt, maar dat daarbij natuurlijk ook een andere hoeveelheid hoort (20 ml = 2 ampullen).

<quantity value="20" unit="ml">
  <translation value="20" code="233" 
     codeSystem="2.16.840.1.113883.2.4.4.1.900.2" 
     displayName="MILLILITER"/>
  <translation value="2" code="1" 
     codeSystem="2.16.840.1.113883.2.4.4.12" 
     displayName="AMPUL"/>
</quantity>

In een klinische medicatieopdracht staat geen expliciete te verstrekken hoeveelheid.

<quantity nullFlavor="NA"/>

medicationDispenseRequest.destination

Formaat (afleverlocatie)

Bij elk verstrekkingsverzoek kan optioneel worden aangegeven op welke plaats de medicatie verstrekt (of liever gezegd: afgeleverd) dient te worden. Als deze locatie de apotheek zelf is, dan dit gegeven vanzelfsprekend niet nodig. Het dient dus alleen gebruikt te worden om een afwijkend afleveradres (in een ambulante situatie) aan te duiden

XML voorbeeld: Medicatie moet op het woonadres bezorgd worden.

<destination>
    <serviceDeliveryLocation>
        <code nullFlavor="NI"/>
        <addr use="HP">
            <streetName>Prikstraat</streetName>
            <houseNumber>12</houseNumber>
            <city>Amsterdam</city>
        </addr>
    </serviceDeliveryLocation>
</destination>

Als de afleverlocatie wordt doorgegeven, dan is dit attribuut verplicht gevuld en bevat het adres waar de verstrekking van medicatie geacht wordt plaats te vinden. Aangezien dit momenteel beperkt is tot ambulante medicatievoorschriften, zal dit in de praktijk meestal het woonadres van de patiënt zijn (dit kan ook in een verzorgingshuis zijn).

Aangezien het woonadres van de patiënt meestal al bekend zal zijn (omdat voorschrijver en verstrekker gesynchroniseerde patiëntgegevens hebben of omdat de patiëntgegevens zijn meegestuurd met het voorschrift), is het handig om zo eenvoudig mogelijk te kunnen aanduiden dat aflevering bij de patiënt thuis dient plaats te vinden. In dat geval hoeft slechts de use code ‘HP’ te worden doorgegeven en niet het woonadres zelf.

XML voorbeeld: Er wordt doorgegeven dat aflevering op het (bekende) woonadres moet plaatsvinden:

<addr use=’HP’/>

Het is ook mogelijk dat een adres al bekend is, maar een nadere toelichting nodig is in een specifieke situatie. Bijvoorbeeld bij iemand die in een verpleeghuis woont, hetgeen ook bekend is bij de apotheek, maar waar aangegeven wordt waar de medicatie afgegeven kan worden.

XML voorbeeld: Wanneer het adres bekend is, kan ook volstaan worden met een nadere toelichting voor de afleverlocatie.

<destination>
    <serviceDeliveryLocation>
        <code nullFlavor="NI"></code>
        <addr>
            <desc>Bezorgen aan de balie.</desc>
        </addr>
    </serviceDeliveryLocation>
</destination>

De heer Pietersen is op vakantie in de regio van apotheek ‘De Gulden Pil’. Zijn reguliere woonadres wordt doorgegeven bij de patiëntgegevens in het voorschrift, maar daarnaast wordt doorgegeven dat de medicatie moet worden afgeleverd op het vakantieadres:

XML voorbeeld: Een vakantieadres.

<addr use=’HV’>
    <streetAddressLine>Camping de Wigwam</streetAddressLine>
    <streetAddressLine>plaats 4F</streetAddressLine>
    <streetName>Landweg</streetName>
    <houseNumber>20-24</houseNumber>
    <postalCode>9999 AA</postalCode>
    <city>Buitendorp</city>
</addr>