mp:V6.12.11 Medicatieproces Extramuraal Procesflow

Uit informatiestandaarden
Versie door Maarten Ligtvoet (overleg | bijdragen) op 16 sep 2020 om 16:02 (Copy of V6.12.10)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen


Dit materiaal is onderdeel van Medicatieproces V6.12.11 Ontwerp medicatieproces extramuraal.
  • Compatible wijzigingen/nadere bewoordingen, tikfouten kunnen direct in de Wiki gewijzigd worden
  • Open issues die discussie vergen s.v.p. in de commentaarsectie opnemen.

Procesflow

Het extramurale medicatieproces begint wanneer de patiënt medicatie voorgeschreven krijgt (inclusief herhaalrecept) of wanneer de arts iets wijzigt in de medicatie die de patiënt gebruikt. De arts controleert voor het voorschrijven op o.a. interacties met andere geneesmiddelen, contra-indicaties, allergiën en dosering. Daarnaast wordt er gekeken naar de medicatiegeschiedenis en gebruik van de patiënt. Wanneer er na het controleren geen reden is om de medicatie niet voor te schrijven, schrijft de arts de medicatie voor en informeert hierover de verstrekker. De voorschrijver zal in veel gevallen eerst een vooraankondiging sturen en later een rechtsgeldig voorschrift (met elektronische handtekening). De verstrekker ontvangt het voorschrift en ook de verstrekker voert medicatieveiligheid uit door te kijken naar de medicatiegeschiedenis en te controleren op o.a. interacties met andere geneesmiddelen, contra-indicaties, allergiën en dosering. Wanneer de apotheker vraagtekens zet bij de medicatie kan hij contact zoeken met de arts en een overleg hebben over de medicatie. Eventueel zal de arts dan een nieuw voorschrift verstrekken. Wanneer de voorgeschreven medicatie getoetst is en er zijn geen twijfels dan wordt de medicatie verstrekt en brengt de verstrekker de voorschrijver op de hoogte van de verstrekking.


Sequence diagram van het extramurale medicatieproces