Berichtdefinities
{{#customtitle:Ontwerp Huisartswaarneemgegevens|Ontwerp Huisartswaarneemgegevens}}
This article or section is in the middle of an expansion or major restructuring and is not yet ready for use. |
Inleiding
Deze pagina beschrijft hoe de informatiestandaard Huisartswaarneemgegevens (HWG) is ontworpen, en hoe deze standaard het (zorg)proces ondersteunt.
Doel en scope
De informatiestandaard Huisartswaarneemgegevens (HWG) omvat de gegevensuitwisseling tijdens acute waarneming tussen Centrale Huisartsenpost (CHP) en huisarts of tussen huisartsen onderling. Dit zodat de waarnemend huisarts middels de Professionele Samenvatting (PS) inzage heeft in de essentiële gegevens uit het patiëntendossier van de patiënt. Omgekeerd moeten de gegevens van het contact bij de waarnemend huisarts teruggekoppeld kunnen worden aan de vaste huisarts van de patiënt, dit in de vorm van het zogeheten waarneemverslag. Op basis van dit verslag kan de vaste huisarts in het Huisarts Informatie Systeem (HIS) het medisch dossier van de patiënt bijwerken.
Doelgroep
De doelgroep voor deze pagina bestaat uit:
- Productmanagers, architecten, ontwerpers en testers van XIS-leveranciers, regio-organisaties en Nictiz;
- Vertegenwoordigers van zorgverleners.
Documenthistorie
Versie | Datum | Omschrijving |
---|---|---|
6.10.0.0 | 12-10-2011 | Herstructurering van versie 6.0.5.0, dit document is een
vervolg op versie 6.0.5.0. |
6.10.0.1 | 03-05-2013 | Het is niet meer verplicht om een Waarneembericht aan te
melden indien dit niet succesvol verstuurd is |
6.10.0.1 | 03-05-2013 | Uitslagen in het Waarneembericht zijn nu ook aan de
domeindefinitie en het ontwerp van de toepassing Huisartswaarneemgegevens toegevoegd, conform Implementatiehandleiding huisartswaarneemgegevens |
Kaders en uitgangspunten
Richtlijn
De beroepsgroep van huisartsen, vertegenwoordigd door het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) heeft een minimale set gegevens vastgesteld. Deze minimale set gegevens geldt als samenvatting van het medisch dossier van een patiënt bij een huisarts. Deze set is de professionele samenvatting (PS). Daarnaast heeft het NHG een minimale set gegevens vastgesteld die in een verslag gerapporteerd wordt aan de vaste huisarts van de patiënt die een bezoek heeft gebracht aan een waarnemend huisarts. Dit is het waarneemverslag (WV). Deze sets van gegevens vormen de functionele kern van de uitwisseling van gegevens binnen de informatiestandaard Huisartswaarneemgegevens (HWG). De bron voor deze gegevenssets is de Richtlijn Gegevensuitwisseling huisarts en Centrale Huisartsenpost (CHP) van het NHG. Waarschuwing:Titelweergave "Verantwoordelijkheid voor informatie" overschrijft eerdere titelweergave "Kaders en uitgangspunten".
Verantwoordelijkheid voor informatie
De verantwoordelijkheid voor informatie die wordt uitgewisseld in de Huisartswaarneming maakt onderdeel uit van de informatiestandaard Huisartswaarneemgegevens (HWG). In onderstaande tabel is te zien welke bedrijfsrol wanneer de inhoudsverantwoordelijkheid en de beheerverantwoordelijkheid heeft voor geleverde medische informatie binnen het proces.
Informatieobject | Inhoudsverantwoordelijk | Beheerverantwoordelijk |
---|---|---|
Professionele Samenvatting | Vaste huisarts | Vaste huisarts |
Waarneemverslag (voor verwerken in medisch patiëntendossier van de vaste huisarts | Waarnemend huisarts | Waarnemend huisarts |
Waarneemverslag (na verwerken in medisch patiëntendossier van de vaste huisarts) |
Waarnemend huisarts Vaste huisarts |
Vaste huisarts |
Tabel 2: Verantwoordelijkheden voor informatie
Verantwoordelijkheden moeten op contactniveau en indien het systeem dit ondersteunt ook op regelniveau vastgelegd worden in het systeem. En dus moet ook op contactniveau en (indien het systeem dit ondersteunt) op regelniveau opgeleverd worden uit het systeem. Een opgeleverde professionele samenvatting (PS) valt altijd onder de verantwoordelijkheid van de vaste huisarts. Een waarneemverslag (WV) valt onder beheer- en inhoudsverantwoordelijkheid van de waarnemend huisarts zolang het nog niet is opgenomen in het medisch patiëntendossier van de vaste huisarts. Zodra het handmatig dan wel automatisch is opgenomen in het dossier van de vaste huisarts, is de vaste huisarts beheerverantwoordelijke geworden. De waarnemend huisarts blijft ook na opname van het ongewijzigde WV in het dossier van de vaste huisarts inhoudsverantwoordelijke voor het WV. Na verwerking is dit terug te zien in het dossier op contactniveau en indien het systeem dit ondersteunt moet dit ook op regelniveau te zien zijn. Echter, indien de vaste huisarts bij verwerking van het WV in het dossier wijzigingen heeft aangebracht in de medische gegevens van het WV, dan wordt de vaste huisarts voor het hele opgenomen WV inhoudsverantwoordelijke. Dit wordt als volgt in het systeem geregistreerd: de vaste huisarts wordt als inhoudsverantwoordelijke van het contact geregistreerd. Indien het systeem dit ondersteunt moet hij ook als inhoudsverantwoordelijke op regelniveau geregistreerd worden voor alleen die regels waarin hij wijzigingen heeft aangebracht. Voor de ongewijzigde regels blijft de waarnemend huisarts inhoudsverantwoordelijke voor die regel in het systeem.
Er is een verschil tussen de inhoudsverantwoordelijke van een consult (bijvoorbeeld de waarnemend huisarts of de vaste huisarts) en de beheerder van de informatie (beheerverantwoordelijke). De inhoudsverantwoordelijke is diegene die, wat betreft de verantwoordelijkheid voor een contact, verantwoordelijk is voor de verslaglegging van die regels van het betreffende contact. Beheerverantwoordelijke is diegene die verantwoordelijk is voor het beheer van de informatie en dus het eventueel opleveren ervan.
Op de Centrale Huisartsenpost (CHP) is de waarnemend huisarts beheerverantwoordelijke en inhoudsverantwoordelijke van een contact.
De rol van vaste huisarts kan worden vervuld door huisartsen, verpleegkundigen en doktersassistenten. Eindverantwoordelijkheden liggen echter altijd bij de huisarts.
De rol van waarnemend huisarts kan worden vervuld door huisartsen, doktersassistenten, triagisten en verpleegkundigen. Eindverantwoordelijkheden liggen echter altijd bij de huisarts. Waarschuwing:Titelweergave "Profielbeschrijving" overschrijft eerdere titelweergave "Verantwoordelijkheid voor informatie".
Profielbeschrijving
Waarschuwing:Titelweergave "Huisartswaarneming" overschrijft eerdere titelweergave "Profielbeschrijving".
Huisartswaarneming
Waarschuwing:Titelweergave "Procesbeschrijving" overschrijft eerdere titelweergave "Huisartswaarneming".
Procesbeschrijving
Het waarneemproces start wanneer een patiënt contact opneemt met de waarneemlocatie. Hij belt met de waarneemlocatie en vraagt om hulp. Een daartoe bevoegd zorgverlener of medewerker zorgaanbieder voert de triage uit. De triagist stelt aan de hand van controlevragen de identiteit van de patiënt vast, en vraagt de patiënt om zijn gegevens, waarmee de triagist zo nodig de professionele samenvatting (PS) van de patiënt kan raadplegen. Vervolgens bepaalt de triagist of de patiënt gezien moet worden door een waarnemend huisarts en/of adviseert de patiënt. Ook kan de triagist al een eerste subjectieve waarneming (S-regel) in het waarneemverslag (WV) noteren.
De patiënt wordt gezien door een daartoe bevoegd zorgverlener die het waarneemconsult uitvoert. Indien de PS nog niet is geraadpleegd door de triagist, kan de desbetreffende zorgverlener gedurende het waarneemconsult de PS (indien beschikbaar) van de patiënt raadplegen. De patiënt wordt gevraagd naar relevante medische informatie. Ook wordt nader onderzoek uitgevoerd. Er wordt zo mogelijk een diagnose gesteld, advies gegeven en eventueel een behandelplan opgesteld. Ook kan het zijn dat de patiënt doorverwezen wordt naar de spoedeisende hulp, specialist of naar de vaste huisarts. Als de waarnemend huisarts zelf gaat behandelen start hij de behandeling door indien mogelijk de patiënt ter plekke te behandelen, of hij start het behandeltraject middels instructies aan de patiënt en/of vaste huisarts. Indien nodig wordt ook medicatie voorgeschreven.
De eindverantwoordelijkheid van het uitvoeren van het waarneemconsult ligt bij de waarnemend huisarts. Bij het uitvoeren van deze activiteit kan gebruik gemaakt worden van de PS en wordt het WV (eventueel ten dele) gemaakt.
Vervolgens wordt het waarneemconsult afgerond door een zorgverlener in de rol van waarnemend huisarts. Het WV wordt gecompleteerd en eventueel benodigde, specifiek voor de vaste huisarts bestemde instructies, worden toegevoegd. De zogeheten overdrachtsinformatie. Een huisarts, verpleegkundige en een triagist worden gezien als waarnemer en mogen een WV opstellen, dit onder mandaat van de waarnemend huisarts. Alleen een waarnemend huisarts mag een WV fiatteren. Zowel een waarnemend huisarts als gemandateerden mogen een WV versturen. Het versturen van een WV gaat in de vorm van een waarneembericht (WB).
Nadat het waarneemconsult is afgerond dient de waarnemend huisarts het WB te versturen naar de vaste huisarts. Zodra het WB is verstuurd vanuit het informatiesysteem van de waarnemend huisarts (HAPIS), zal vanuit het informatiesysteem van de vaste huisarts (HIS) een ontvangstbevestiging worden gestuurd en zal de vaste huisarts het WB verwerken in zijn informatiesysteem. De vaste huisarts wordt hiermee bron van de gegevens van het waarneemconsult en zal de gegevens uit het WB beschikbaar stellen. Indien de waarnemend huisarts geen bevestiging van de vaste huisarts ontvangt n.a.v. het verzonden WB, of wanneer de vaste huisarts van de patiënt onbekend is, dan dient de waarnemend huisarts er zorg voor te dragen dat het WB op andere wijze beschikbaar wordt gesteld. Waarschuwing:Titelweergave "Bedrijfsrollen" overschrijft eerdere titelweergave "Procesbeschrijving".
Bedrijfsrollen
In het huisartswaarneemproces worden een tweetal bedrijfsrollen onderscheiden, namelijk de waarnemend huisarts en de vaste huisarts.
Onderstaande afbeelding toont de verschillende activiteiten uit de procesbeschrijving die door de bedrijfsrollen worden uitgevoerd.
Afbeelding 1: Bedrijfsproces Huisartswaarneming
De bedrijfsrollen waarnemend huisarts en vaste huisarts kunnen door verschillende (gemandateerde) zorgverleners aangenomen worden. Waarschuwing:Titelweergave "Systemen & Systeemrollen" overschrijft eerdere titelweergave "Bedrijfsrollen".
Systemen & Systeemrollen
Zowel de vaste huisarts als de waarnemend huisarts maken ieder gebruik van een informatiesysteem, respectievelijk een huisartseninformatiesysteem (HIS) en een huisartsenpostinformatiesysteem (HAPIS). Deze systemen kennen ieder verschillende systeemrollen, die het uitwisselen van gegevens tussen deze systemen in het kader van het huisartswaarneemproces mogelijk maken.
Het HIS vervult twee systeemrollen, namelijk:
- Huisartswaarneemgegevens – Professionele Samenvatting Beschikbaarstellend (HWG-PSB) systeem.
- Huisartswaarneemgegevens – Waarneembericht Ontvangend (HWG-WBO) systeem.
Zie ook onderstaande afbeelding.
Afbeelding 2: Systeemrollen HIS
Het HAPIS vervult twee systeemrollen, namelijk:
- Huisartswaarneemgegevens – Professionele Samenvatting Raadplegend (HWG-PSR) systeem.
- Huisartswaarneemgegevens – Waarneembericht Sturend (HWG-WBS) systeem.
Zie ook onderstaande afbeelding.
Afbeelding 3: Systeemrollen HAPIS
De kwalificatie van informatiesystemen vindt plaats op basis van systeemrollen. In ART-DECOR zijn de systeemrollen nader gedefinieerd.
Waarschuwing:Titelweergave "Transacties & Transactiegroepen" overschrijft eerdere titelweergave "Systemen & Systeemrollen".
Transacties & Transactiegroepen
Het uitwisselen van gegevens tussen de verschillende systeemrollen gebeurt op basis van transacties, een verzameling van transacties (bijvoorbeeld een vraag- en antwoordbericht) vormt een zogeheten transactiegroep.
Onderstaande afbeelding toont de samenhang tussen de bedrijfsrollen, bedrijfsprocessen, systeemrollen transacties en transactiegroepen die onderdeel uitmaken van de Huisartswaarneming.
Afbeelding 4: Use Case Huisartswaarneemgegevens
Zoals zichtbaar is in bovenstaande afbeelding, hebben sommige bedrijfsactiviteiten een bepaalde transactie tot gevolg. Deze transactie wordt uitgevoerd door een systeemrol, en maakt onderdeel uit van een transactiegroep. De gegevenselementen die als onderdeel van de transacties tussen systeemrollen worden uitgewisseld, zijn gespecificeerd in het scenario Huisartswaarneming in ART-DECOR.
Onderstaande tabel maakt het mogelijk direct de gewenste scenario’s, transactiegroepen en/of transacties te raadplegen in ART-DECOR.
Scenario | Transactiegroep | Transacties |
---|---|---|
Huisartswaarneming | Professionele Samenvatting (PULL) | Raadplegen PS |
Beschikbaarstellen PS | ||
Waarneembericht (PUSH) | Sturen WB | |
Ontvangen WB |
Tabel 1: Referenties naar ART-DECOR Waarschuwing:Titelweergave "Procesflow" overschrijft eerdere titelweergave "Transacties & Transactiegroepen".
Procesflow
Het waarneemproces start wanneer een patiënt contact opneemt met de waarneemlocatie. Hij belt met de waarneemlocatie en vraagt om hulp. Een daartoe bevoegd zorgverlener of medewerker zorgaanbieder voert de triage uit. De triagist stelt aan de hand van controlevragen de identiteit van de patiënt vast, en vraagt de patiënt om zijn gegevens, waarmee de triagist zo nodig de Professionele Samenvatting (PS) van de patiënt in kan kijken. Vervolgens bepaalt de triagist of de patiënt gezien moet worden door een waarnemend huisarts en/of adviseert de patiënt. Ook kan de triagist al een eerste subjectieve waarneming (S-regel) in het waarneemverslag (WV) noteren.
De patiënt wordt gezien door een daartoe bevoegd zorgverlener die het waarneemconsult uitvoert. De patiënt wordt gevraagd naar relevante medische informatie. Ook wordt nader onderzoek uitgevoerd. Er wordt zo mogelijk een diagnose gesteld, advies gegeven en eventueel een behandelplan opgesteld. Ook kan het zijn dat de patiënt doorverwezen wordt naar de spoedeisende hulp, specialist of naar de vaste huisarts. Als de waarnemend huisarts zelf gaat behandelen start hij de behandeling door indien mogelijk de patiënt ter plekke te behandelen, of hij start het behandeltraject middels instructies aan de patiënt en/of vaste huisarts. Indien nodig wordt ook medicatie voorgeschreven.
De eindverantwoordelijkheid van het uitvoeren van het waarneemconsult ligt bij de waarnemend huisarts. Bij het uitvoeren van deze activiteit kan gebruik gemaakt worden van de Professionele Samenvatting (PS) en wordt het waarneemverslag (eventueel ten dele) gemaakt.
Vervolgens wordt het waarneemconsult afgerond door een zorgverlener in de rol van waarnemend huisarts. Het waarneemverslag wordt gecompleteerd en eventueel benodigde, specifiek voor de vaste huisarts bestemde instructies, worden toegevoegd (overdrachtsinformatie). Ook hierbij kan gebruik gemaakt worden van de PS en het waarneemverslag. Een huisarts, verpleegkundige en een triagist worden gezien als waarnemer en mogen een waarneemverslag opstellen. Alleen een waarnemend huisarts mag een waarneemverslag fiatteren. Een waarnemend huisarts en gemandateerden mogen een waarneemverslag versturen.
Nadat het waarneemconsult afgerond is en dus het Waarneembericht (WB) met daarin het waarneemverslag verstuurd is, wordt het Waarneembericht in het systeem van de vaste huisarts verwerkt.
De bedrijfsrollen waarnemer, waarnemend huisarts, gegevensverstrekker en vaste huisarts kunnen door verschillende (gemandateerde) zorgverleners aangenomen worden.
Waarschuwing:Titelweergave "Transacties" overschrijft eerdere titelweergave "Procesflow".
Transacties
De onderstaande transacties kunnen worden uitgevoerd in het huisartswaarneemproces.
Waarschuwing:Titelweergave "Transactie - Opvragen Professionele Samenvatting" overschrijft eerdere titelweergave "Transacties".
Transactie - Opvragen Professionele Samenvatting
Opvragen Professionele Samenvatting met index
Doel
Het kunnen opvragen van een Professionele Samenvatting om over de juiste informatie van een patiënt te beschikken tijdens de waarneming.
Actoren
- Waarnemend huisarts.
Interacties
- Opvragen Professionele Samenvatting;
- Opleveren Professionele Samenvatting.
Usecase
Precondities:
- De waarnemend huisarts is ingelogd in zijn Huisarts Informatie Systeem;
- De waarnemend huisarts is aangemeld bij de index;
- De waarnemend huisarts is geautoriseerd om de Professionele Samenvatting op te vragen bij de vaste huisarts.
Trigger:
- Patiënt meldt zich bij Centrale Huisartsenpost met een hulpvraag.
Basic flow:
- De waarnemend huisarts verifieert de identiteit van de patiënt.
- De waarnemend huisarts vraagt via de index de Professionele Samenvatting op.
- Het Huisarts Informatie Systeem van de waarnemend huisarts ontvangt de Professionele Samenvatting.
- Het Huisarts Informatie Systeem van de waarnemend huisarts toont de Professionele Samenvatting.
Alternatieve flow:
- Er is geen Professionele Samenvatting beschikbaar van de patiënt.
- De waarnemend huisarts voert waarneemconsult uit zonder Professionele Samenvatting.
Postcondities:
- De Professionele Samenvatting is inzichtelijk voor de waarnemend huisarts.
Opvragen Professionele Samenvatting zonder index
Doel
Het kunnen opvragen van een Professionele Samenvatting om over de juiste informatie van een patiënt te beschikken tijdens de waarneming.
Actoren
- Waarnemend huisarts;
- Vaste huisarts.
Interacties
- Opvragen Professionele Samenvatting;
- Opleveren Professionele Samenvatting.
Usecase
Precondities:
- De waarnemend huisarts is ingelogd in zijn Huisarts Informatie Systeem;
- De waarnemend huisarts is geautoriseerd om de Professionele Samenvatting op te vragen bij de vaste huisarts;
- Er is een beveiligde manier waarop gegevens elektronisch tussen de waarnemend huisarts en vaste huisarts uitgewisseld worden.
Trigger:
- Patiënt meldt zich bij Centrale Huisartsenpost met een hulpvraag.
Basic flow:
- De waarnemend huisarts verifieert de identiteit van de patiënt.
- De waarnemend huisarts informeert bij de patiënt naar de vaste huisarts van de patiënt.
- De waarnemend huisarts vraagt bij de vaste huisarts de Professionele Samenvatting op.
- De vaste huisarts stuurt de waarnemend huisarts de Professionele Samenvatting op.
- Het Huisarts Informatie Systeem van de waarnemend huisarts ontvangt de Professionele Samenvatting.
- Het Huisarts Informatie Systeem van de waarnemend huisarts toont de Professionele Samenvatting.
Alternatieve flow:
- Er is geen Professionele Samenvatting beschikbaar van de patiënt.
- De waarnemend huisarts voert waarneemconsult uit zonder Professionele Samenvatting.
- De patiënt heeft geen vaste huisarts.
- De waarnemend huisarts informeert bij de patiënt of hij onlangs een consult heeft gehad bij een andere huisarts.
- De patiënt informeert de waarnemend huisarts over de recente contacten.
- De waarnemend huisarts vraagt bij deze zorgverlener(s) een Professionele Samenvatting op.
- De waarnemend huisarts voert waarneemconsult uit.
Postcondities:
- De Professionele Samenvatting is inzichtelijk voor de waarnemend huisarts.
Waarschuwing:Titelweergave "Transactie - Versturen Waarneembericht" overschrijft eerdere titelweergave "Transactie - Opvragen Professionele Samenvatting".
Transactie - Versturen Waarneembericht
Versturen Waarneembericht met index
Doel
De vaste huisarts voorzien van informatie over de tijdens de waarneemsituatie verleende zorg aan de patiënt met behulp van het Waarneembericht.
Actoren
- Waarnemend huisarts;
- Vaste huisarts.
Interacties
- Versturen waarneembericht;
- Ontvangstbevestiging.
Usecase
Precondities:
- De waarnemend huisarts is ingelogd in zijn Huisarts Informatie Systeem;
- De waarnemend huisarts is aangemeld bij de index;
- De vaste huisarts is aangemeld bij de index;
- De waarnemend huisarts is geautoriseerd om het Waarneembericht te sturen naar de vaste huisarts.
- Het Huisarts Informatie Systeem van de vaste huisarts is in staat het Waarneembericht te ontvangen en verwerken.
Trigger:
- De waarnemend huisarts heeft de patiënt op consult gehad.
Basic flow:
- 1. De waarnemend huisarts voert waarneemconsult uit.
- 2. De waarnemend huisarts stelt waarneemverslag op.
- 3. De waarnemend huisarts stuurt Waarneembericht naar vaste huisarts.
- 4. Het Huisarts Informatie Systeem van de vaste huisarts stuurt ontvangstbevestiging naar waarnemend huisarts.
- 5. De vaste huisarts neemt waarneemverslag op in het Huisarts Informatie Systeem.
- 6. De waarnemend huisarts kenmerkt het waarneemverslag als zijnde kopie.
Alternatieve flow:
- De patiënt heeft geen vaste huisarts.
- 1. De waarnemend huisarts stelt waarneemverslag op.
- 2. De waarnemend huisarts meldt Waarneembericht aan bij index.
- 3. Het waarneemverslag blijft via de index beschikbaar bij waarnemend huisarts.
- De waarnemend huisarts ontvangt geen ontvangstbevestiging of een foutmelding n.a.v. van het Waarneembericht van de vaste huisarts.
- Er zijn dan twee opties:
- 1. De waarnemend huisarts meldt het waarneemverslag aan bij de index.
- De waarnemend huisarts stelt waarneemverslag op.
- De waarnemend huisarts stuurt Waarneembericht naar vaste huisarts.
- Het Huisarts Informatie Systeem van de vaste huisarts stuurt geen ontvangstbevestiging naar waarnemend huisarts.
- De waarnemend huisarts meldt Waarneembericht aan bij index.
- Het waarneemverslag blijft via de index beschikbaar bij waarnemend huisarts.
- 2. De waarnemend huisarts informeert de vaste huisarts via een andere weg.
- De waarnemend huisarts stelt waarneemverslag op.
- De waarnemend huisarts stuurt Waarneembericht naar vaste huisarts.
- Het Huisarts Informatie Systeem van de vaste huisarts stuurt geen ontvangstbevestiging naar waarnemend huisarts.
- De waarnemend huisarts informeert de vaste huisarts via een andere weg over de zorg die de waarnemend huisarts heeft verleend aan de patiënt.
Postcondities:
- Het Waarneembericht van de waarnemend huisarts is verstuurd naar de vaste huisarts.
- Het waarneemverslag van de waarnemend huisarts is opgenomen in het Huisarts Informatie Systeem van de vaste huisarts.
Versturen Waarneembericht zonder index
Doel
De vaste huisarts voorzien van informatie over de tijdens de waarneemsituatie verleende zorg aan de patiënt met behulp van het Waarneembericht.
Actoren
- Waarnemend huisarts;
- Vaste huisarts.
Interacties
- Versturen Waarneembericht;
- Ontvangstbevestiging.
Usecase
Precondities:
- De waarnemend huisarts is ingelogd in het Huisarts Informatie Systeem;
- De waarnemend huisarts is geautoriseerd om het Waarneembericht te sturen naar de vaste huisarts;
- Er is een beveiligde manier waarop gegevens elektronisch tussen de waarnemend huisarts en vaste huisarts uitgewisseld worden.
Trigger:
- De waarnemend huisarts heeft de patiënt op consult gehad.
Basic flow:
- 1. De waarnemend huisarts voert waarneemconsult uit.
- 2. De waarnemend huisarts stelt waarneemverslag op.
- 3. De waarnemend huisarts stuurt Waarneembericht naar vaste huisarts.
- 4. Het Huisarts Informatie Systeem van de vaste huisarts stuurt ontvangstbevestiging naar waarnemend huisarts.
- 5. De vaste huisarts neemt waarneemverslag op in het Huisarts Informatie Systeem.
Alternatieve flow:
- De patiënt heeft geen vaste huisarts.
- 1. De waarnemend huisarts stelt waarneemverslag op.
- 2. De waarnemend huisarts neemt waarneemverslag op in het Huisarts Informatie Systeem.
- De waarnemend huisarts ontvangt geen ontvangstbevestiging of een foutmelding n.a.v. van het Waarneembericht van de vaste huisarts.
- De waarnemend huisarts stelt waarneemverslag op.
- De waarnemend huisarts stuurt Waarneembericht naar vaste huisarts.
- Het Huisarts Informatie Systeem van de vaste huisarts stuurt geen ontvangstbevestiging naar waarnemend huisarts.
- De waarnemend huisarts informeert de vaste huisarts via een andere weg over de zorg die de waarnemend huisarts heeft verleend aan de patiënt.
- Tot het moment waarop het waarneemverslag is opgenomen in het Huisarts Informatie Systeem van de vaste huisarts, blijft deze beschikbaar bij de waarnemend huisarts.
Postcondities:
- Het Waarneembericht van de waarnemend huisarts is verstuurd naar de vaste huisarts.
- Het waarneemverslag van de waarnemend huisarts is opgenomen in het Huisarts Informatie Systeem van de vaste huisarts.
Waarschuwing:Titelweergave "Berichtdefinities" overschrijft eerdere titelweergave "Transactie - Versturen Waarneembericht".
Berichtdefinities
Cardinaliteiten die voorkomen zijn: 0..1 : nul of één attribuut aanwezig 1 : verplicht één attribuut aanwezig 0..* : nul of meer attributen aanwezig 1..* : één of meer attributen aanwezig
PS-bericht
Gegevens kunnen lokaal, binnen het VHS of WHS worden afgeschermd. Wanneer een PS wordt opgevraagd, wordt alleen de niet-afgeschermde informatie die voldoet aan de criteria van een PS opgeleverd in het PS-bericht (bijvoorbeeld als van de laatste 5 contacten er 1 is afgeschermd, zal er een ouder contact mee opgeleverd moeten worden). Een PS-bericht wordt samengesteld uit alle systemen waarvoor geldt dat zij informatie over de patiënt hebben die binnen de criteria voor opleveren vallen. In een PS-bericht kunnen dus ook gegevens uit WHS-en opgenomen zijn indien een Waarneembericht van die patiënt is aangemeld bij de verwijsindex. De definitie van het bericht is gespecificeerd in GBX.HWG.t2020.
Attribuut | Definitie | Herkomst | Specificatie |
---|---|---|---|
Episode (0..*) | De chronologische verzameling van medische gegevens vastgelegd in het medisch dossier van één patiënt die de toestandsverandering in de tijd weergeeft betreffende één gezondheidsprobleem‟ [HIS REF MODEL]. Episodes kunnen kort of lang duren (bijv. bronchitis of astma). | Huisartsendomein;
Episode |
Het betreft alle open episodes
inclusief de datum van het laatste contact. Indien geen datum laatste contact aanwezig is wordt de datum van aanmaken van de episode meegegeven. |
Contact (0..*) | Een huisarts-patiënt contact is een vorm van communicatie tussen een huisarts of diens gemandateerde en een patiënt. Dit kan zijn door visite, per telefoon, per e-mail of per consult. Een contact kan bestaan uit meerdere deelcontacten met het doel ieder deelcontact apart aan één episode te kunnen hangen. | Huisartsendomein;
Contact |
Het betreft alle contacten van de
laatste vier maanden, en tenminste de laatste vijf contacten. |
Journaalregel (0..*) | Eén regel uit het 'chronologisch overzich van patiëntgegevens' [RL HA HAP]. | Huisartsendomein;
Journaalregel |
Het betreft alle journaalregels
van alle geselecteerde contacten, zie GBX.HWG.t2020, Contact. |
Voorschrift (0..*) | Zie [Def
medicatiedomein], GBX.dMED.t2120. |
Medicatiedomein;
Voorschrift |
Het betreft alle actuele en
chronische voorschriften binnen de periode van de contacten (zie GBX.HWG.t2020, Contact). |
Uitslag (0..*) | 'Het resultaat (uitkomst) van een bepaling' [HIS REF MODEL]. Gegevens met betrekking tot metingen of bepalingen die door de huisarts (of andere medewerkers in de praktijk) zijn gedaan of labbepalingen waarvan de huisarts de uitslag heeft ontvangen en de reusltaten heeft opgenomen in het medisch dossier. | Huisartsendomein;
Uitslag |
Het betreft alle metingen en
uitslagen die in NHG tabel 45 gecodeerd kunnen worden, en die bovendien geregistreerd zijn binnen de periode van de contacten, zie GBX.HWG.t2020, Contact. |
Conditie (0..*) | Zie [Def
huisartsendomein], GBX.HA.t2040. |
Conditiedomein;
Conditie |
Het betreft alle condities die in het systeem beschikbaar zijn. |
Overdrachtinformatie (0..*) | Extra aandachtspunten die voor de zorg van belang zijn en die een huisarts vastgelegd kan hebben in zijn HIS. | Huisartsendomein;
Overdrachtinformatie |
Het betreft alle overdrachtinformatie die in het systeem beschikbaar is. |
Waarneembericht
Attribuut | Definitie | Herkomst | Specificatie |
---|---|---|---|
Contact (1) | Een huisarts-patiënt contact is een vorm van communicatie tussen een huisarts of diens gemandateerde en een patiënt. Dit kan zijn door visite, per telefoon, per e-mail of per consult. Een contact kan bestaan uit meerdere deelcontacten met het doel ieder deelcontact apart aan één episode te kunnen hangen. | Huisartsendomein;
Contact |
Het betreft alle (deel)contacten
die binnen deze waarneming hebben plaatsgevonden. |
Journaalregel (1..*) | Het betreft alle journaalregels
van alle geselecteerde contacten, zie GBX.HWG.t2020, Contact. |
Huisartsendomein;
Journaalregel |
Het betreft alle journaalregels
van de (deel)contacten binnen dit waarneemcontact. Zie GBX.HWG.t2030, Contact. |
Episode (0..*) | De chronologische verzameling van medische gegevens vastgelegd in het medisch dossier van één patiënt die de toestandsverandering in de tijd weergeeft betreffende één gezondheidsprobleem‟ [HIS REF MODEL]. Episodes kunnen kort of lang duren (bijv. bronchitis of astma). | Huisartsendomein;
Episode |
Het betreft de naam en of
ICPC-code van het episodevoorstel. |
Voorschrift (0..*) | Zie [Def
medicatiedomein], GBX.dMED.t2120. |
Medicatiedomein;
Voorschrift |
Het betreft de voorgeschreven
medicatie van de (deel)contacten binnen dit waarneemcontact(zie GBX.HWG.t2030, Contact). |
Overdrachtinformatie (0..1) | Extra aandachtspunten die voor de zorg van belang zijn en die een huisarts vastgelegd kan hebben in zijn HIS. | Huisartsendomein;
Overdrachtinformatie |
Het betreft alle
overdrachtinformatie naar aanleiding van de (deel)contacten binnen dit waarneemcontact (zie GBX.HWG.t2030, Contact). |
Waarnemend huisarts (1) | Zie [Def
huisartsendomein], GBX.HA.t2030. |
Huisartsendomein;
Contact |
Betreft de identiteitsgegevens van de waarnemend husiarts. |
Uitslag (0..*) | 'Het resultaat (uitkomst) van een bepaling' [HIS REF MODEL]. Gegevens met betrekking tot metingen of bepalingen die door de huisarts (of andere medewerkers in de praktijk) zijn gedaan of labbepalingen waarvan de huisarts de uitslag heeft ontvangen en de reusltaten heeft opgenomen in het medisch dossier. | Huisartsendomein;
Uitslag |
Het betreft alle uitslagen naar
aanleiding van de (deel)contacten binnen dit waarneemcontact (zie GBX.HWG.t2030, Contact). |
NB. In één contact kunnen meerdere gezondheidsproblemen van een patiënt besproken worden. Ieder van deze gezondheidsproblemen moet in een apart deelcontact geregistreerd worden. Zo kan de vaste huisarts bij verwerking van het waarneembericht ieder deelcontact aan een aparte (reeds bestaande) episode van de patiënt koppelen.