Functioneel Ontwerp Huisartswaarneemgegevens v6.10.0.1
This article or section is in the middle of an expansion or major restructuring and is not yet ready for use. |
Inleiding
Algemeen
Deze pagina beschrijft het functioneel ontwerp voor de informatiestandaard Huisartswaarneemgegevens (HWG).
De informatiestandaard HWG omvat de gegevensuitwisseling tijdens acute waarneming tussen de Centrale Huisartsenpost (CHP) en huisarts of tussen huisartsen onderling. Dit zodat de waarnemend huisarts middels de Professionele Samenvatting (PS) inzage heeft in de essentiële gegevens uit het patiëntendossier van de patiënt. Omgekeerd moeten de gegevens van het contact bij de waarnemend huisarts teruggekoppeld kunnen worden aan de vaste huisarts van de patiënt, dit in de vorm van het zogeheten waarneemverslag (WV). Op basis van dit verslag kan de vaste huisarts in het Huisarts Informatie Systeem (HIS) het medisch patiëntendossier van de patiënt bijwerken.
In dit functioneel ontwerp wordt het huisartswaarneemproces toegelicht, alsmede de bedrijfsrollen die bij dit proces betrokken zijn. Deze functionele bedrijfsrollen worden gekoppeld aan technische systeemrollen. Een systeem kan één of meerdere systeemrollen vervullen. Kwalificatie vindt plaats op basis van systeemrol.
De transacties die tussen deze systeemrollen plaatsvinden, incl. bijbehorende berichtspecificaties, zijn gespecificeerd in ART-DECOR en vallen buiten de scope van dit functioneel ontwerp. In de scenario’s in ART-DECOR wordt voor iedere transactie beschreven uit welke gegevenselementen de transactie bestaat, en wat de cardinaliteit van deze elementen is. Voor de daadwerkelijke uitwisseling wordt gebruik gemaakt van de HL7-specifieke realisatie van deze “logische” berichten in de vorm van templates.
Doelgroep
De doelgroep voor deze pagina bestaat uit:
- Productmanagers, architecten, ontwerpers en testers van XIS-leveranciers, regio-organisaties en Nictiz;
- Vertegenwoordigers van zorgverleners.
Kaders en uitgangspunten
Richtlijn
De beroepsgroep van huisartsen, vertegenwoordigd door het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) heeft een minimale set gegevens vastgesteld. Deze minimale set gegevens geldt als samenvatting van het medisch dossier van een patiënt bij een huisarts. Deze set is de professionele samenvatting (PS). Daarnaast heeft het NHG een minimale set gegevens vastgesteld die in een verslag gerapporteerd wordt aan de vaste huisarts van de patiënt die een bezoek heeft gebracht aan een waarnemend huisarts. Dit is het waarneemverslag (WV). Deze sets van gegevens vormen de functionele kern van de uitwisseling van gegevens binnen de informatiestandaard Huisartswaarneemgegevens (HWG). De bron voor deze gegevenssets is de Richtlijn Gegevensuitwisseling huisarts en Centrale Huisartsenpost (CHP) van het NHG.
Kwalificatie
Op deze informatiestandaard is een Nictiz kwalificatie van toepassing. Kwalificatie vindt plaats per systeemrol. Voor meer informatie zie de websitepagina over Nictiz kwalificaties.
Use Cases
Huisartswaarneming
Procesbeschrijving
Het waarneemproces start wanneer een patiënt contact opneemt met de waarneemlocatie. Hij belt met de waarneemlocatie en vraagt om hulp. Een daartoe bevoegd zorgverlener of medewerker zorgaanbieder voert de triage uit. De triagist stelt aan de hand van controlevragen de identiteit van de patiënt vast, en vraagt de patiënt om zijn gegevens, waarmee de triagist zo nodig de professionele samenvatting (PS) van de patiënt kan raadplegen. Vervolgens bepaalt de triagist of de patiënt gezien moet worden door een waarnemend huisarts en/of adviseert de patiënt. Ook kan de triagist al een eerste subjectieve waarneming (S-regel) in het waarneemverslag (WV) noteren.
De patiënt wordt gezien door een daartoe bevoegd zorgverlener die het waarneemconsult uitvoert. Indien de PS nog niet is geraadpleegd door de triagist, kan de desbetreffende zorgverlener gedurende het waarneemconsult de PS (indien beschikbaar) van de patiënt raadplegen. De patiënt wordt gevraagd naar relevante medische informatie. Ook wordt nader onderzoek uitgevoerd. Er wordt zo mogelijk een diagnose gesteld, advies gegeven en eventueel een behandelplan opgesteld. Ook kan het zijn dat de patiënt doorverwezen wordt naar de spoedeisende hulp, specialist of naar de vaste huisarts. Als de waarnemend huisarts zelf gaat behandelen start hij de behandeling door indien mogelijk de patiënt ter plekke te behandelen, of hij start het behandeltraject middels instructies aan de patiënt en/of vaste huisarts. Indien nodig wordt ook medicatie voorgeschreven.
De eindverantwoordelijkheid van het uitvoeren van het waarneemconsult ligt bij de waarnemend huisarts. Bij het uitvoeren van deze activiteit kan gebruik gemaakt worden van de PS en wordt het WV (eventueel ten dele) gemaakt.
Vervolgens wordt het waarneemconsult afgerond door een zorgverlener in de rol van waarnemend huisarts. Het WV wordt gecompleteerd en eventueel benodigde, specifiek voor de vaste huisarts bestemde instructies, worden toegevoegd. De zogeheten overdrachtsinformatie. Een huisarts, verpleegkundige en een triagist worden gezien als waarnemer en mogen een WV opstellen, dit onder mandaat van de waarnemend huisarts. Alleen een waarnemend huisarts mag een WV fiatteren. Zowel een waarnemend huisarts als gemandateerden mogen een WV versturen. Het versturen van een WV gaat in de vorm van een waarneembericht (WB).
Nadat het waarneemconsult is afgerond dient de waarnemend huisarts het WB te versturen naar de vaste huisarts. Zodra het WB is verstuurd vanuit het informatiesysteem van de waarnemend huisarts (HAPIS), zal vanuit het informatiesysteem van de vaste huisarts (HIS) een ontvangstbevestiging worden gestuurd en zal de vaste huisarts het WB verwerken in zijn informatiesysteem. De vaste huisarts wordt hiermee bron van de gegevens van het waarneemconsult en zal de gegevens uit het WB beschikbaar stellen. Indien de waarnemend huisarts geen bevestiging van de vaste huisarts ontvangt n.a.v. het verzonden WB, of wanneer de vaste huisarts van de patiënt onbekend is, dan dient de waarnemend huisarts er zorg voor te dragen dat het WB op andere wijze beschikbaar wordt gesteld.
Bedrijfsrollen
In het huisartswaarneemproces worden een tweetal bedrijfsrollen onderscheiden, namelijk de waarnemend huisarts en de vaste huisarts.
Onderstaande afbeelding toont de verschillende activiteiten uit de procesbeschrijving die door de bedrijfsrollen worden uitgevoerd.
Afbeelding 1: Bedrijfsproces Huisartswaarneming
De bedrijfsrollen waarnemend huisarts en vaste huisarts kunnen door verschillende (gemandateerde) zorgverleners aangenomen worden.
Systemen & Systeemrollen
Zowel de vaste huisarts als de waarnemend huisarts maken ieder gebruik van een informatiesysteem, respectievelijk een huisartseninformatiesysteem (HIS) en een huisartsenpostinformatiesysteem (HAPIS). Deze systemen kennen ieder verschillende systeemrollen, die het uitwisselen van gegevens tussen deze systemen in het kader van het huisartswaarneemproces mogelijk maken.
Het HIS vervult twee systeemrollen, namelijk:
- Huisartswaarneemgegevens – Professionele Samenvatting Beschikbaarstellend (HWG-PSB) systeem.
- Huisartswaarneemgegevens – Waarneembericht Ontvangend (HWG-WBO) systeem.
Zie ook onderstaande afbeelding.
Afbeelding 2: Systeemrollen HIS
Het HAPIS vervult twee systeemrollen, namelijk:
- Huisartswaarneemgegevens – Professionele Samenvatting Raadplegend (HWG-PSR) systeem.
- Huisartswaarneemgegevens – Waarneembericht Sturend (HWG-WBS) systeem.
Zie ook onderstaande afbeelding.
Afbeelding 3: Systeemrollen HAPIS
De kwalificatie van informatiesystemen vindt plaats op basis van systeemrollen. In ART-DECOR zijn de systeemrollen nader gedefinieerd.
Transacties & Transactiegroepen
Het uitwisselen van gegevens tussen de verschillende systeemrollen gebeurt op basis van transacties, een verzameling van transacties (bijvoorbeeld een vraag- en antwoordbericht) vormt een zogeheten transactiegroep.
Onderstaande afbeelding toont de samenhang tussen de bedrijfsrollen, bedrijfsprocessen, systeemrollen transacties en transactiegroepen die onderdeel uitmaken van de Huisartswaarneming.
Afbeelding 4: Use Case Huisartswaarneemgegevens
Zoals zichtbaar is in bovenstaande afbeelding, hebben sommige bedrijfsactiviteiten een bepaalde transactie tot gevolg. Deze transactie wordt uitgevoerd door een systeemrol, en maakt onderdeel uit van een transactiegroep. De gegevenselementen die als onderdeel van de transacties tussen systeemrollen worden uitgewisseld, zijn gespecificeerd in het scenario Huisartswaarneming in ART-DECOR.
Onderstaande tabel maakt het mogelijk direct de gewenste scenario’s, transactiegroepen en/of transacties te raadplegen in ART-DECOR.
Scenario | Transactiegroep | Transacties |
---|---|---|
Huisartswaarneming | Professionele Samenvatting (PULL) | Raadplegen PS |
Beschikbaarstellen PS | ||
Waarneembericht (PUSH) | Sturen WB | |
Ontvangen WB |
Tabel 1: Referenties naar ART-DECOR
Verantwoordelijkheid voor informatie
De verantwoordelijkheid voor informatie die wordt uitgewisseld in de Huisartswaarneming maakt onderdeel uit van de informatiestandaard Huisartswaarneemgegevens (HWG). In onderstaande tabel is te zien welke bedrijfsrol wanneer de inhoudsverantwoordelijkheid en de beheerverantwoordelijkheid heeft voor geleverde medische informatie binnen het proces.
Informatieobject | Inhoudsverantwoordelijk | Beheerverantwoordelijk |
---|---|---|
Professionele Samenvatting | Vaste huisarts | Vaste huisarts |
Waarneemverslag (voor verwerken in medisch patiëntendossier van de vaste huisarts | Waarnemend huisarts | Waarnemend huisarts |
Waarneemverslag (na verwerken in medisch patiëntendossier van de vaste huisarts) |
Waarnemend huisarts Vaste huisarts |
Vaste huisarts |
Tabel 2: Verantwoordelijkheden voor informatie
Verantwoordelijkheden moeten op contactniveau en indien het systeem dit ondersteunt ook op regelniveau vastgelegd worden in het systeem. En dus moet ook op contactniveau en (indien het systeem dit ondersteunt) op regelniveau opgeleverd worden uit het systeem. Een opgeleverde professionele samenvatting (PS) valt altijd onder de verantwoordelijkheid van de vaste huisarts. Een waarneemverslag (WV) valt onder beheer- en inhoudsverantwoordelijkheid van de waarnemend huisarts zolang het nog niet is opgenomen in het medisch patiëntendossier van de vaste huisarts. Zodra het handmatig dan wel automatisch is opgenomen in het dossier van de vaste huisarts, is de vaste huisarts beheerverantwoordelijke geworden. De waarnemend huisarts blijft ook na opname van het ongewijzigde WV in het dossier van de vaste huisarts inhoudsverantwoordelijke voor het WV. Na verwerking is dit terug te zien in het dossier op contactniveau en indien het systeem dit ondersteunt moet dit ook op regelniveau te zien zijn. Echter, indien de vaste huisarts bij verwerking van het WV in het dossier wijzigingen heeft aangebracht in de medische gegevens van het WV, dan wordt de vaste huisarts voor het hele opgenomen WV inhoudsverantwoordelijke. Dit wordt als volgt in het systeem geregistreerd: de vaste huisarts wordt als inhoudsverantwoordelijke van het contact geregistreerd. Indien het systeem dit ondersteunt moet hij ook als inhoudsverantwoordelijke op regelniveau geregistreerd worden voor alleen die regels waarin hij wijzigingen heeft aangebracht. Voor de ongewijzigde regels blijft de waarnemend huisarts inhoudsverantwoordelijke voor die regel in het systeem.
Er is een verschil tussen de inhoudsverantwoordelijke van een consult (bijvoorbeeld de waarnemend huisarts of de vaste huisarts) en de beheerder van de informatie (beheerverantwoordelijke). De inhoudsverantwoordelijke is diegene die, wat betreft de verantwoordelijkheid voor een contact, verantwoordelijk is voor de verslaglegging van die regels van het betreffende contact. Beheerverantwoordelijke is diegene die verantwoordelijk is voor het beheer van de informatie en dus het eventueel opleveren ervan.
Op de Centrale Huisartsenpost (CHP) is de waarnemend huisarts beheerverantwoordelijke en inhoudsverantwoordelijke van een contact.
De rol van vaste huisarts kan worden vervuld door huisartsen, verpleegkundigen en doktersassistenten. Eindverantwoordelijkheden liggen echter altijd bij de huisarts.
De rol van waarnemend huisarts kan worden vervuld door huisartsen, doktersassistenten, triagisten en verpleegkundigen. Eindverantwoordelijkheden liggen echter altijd bij de huisarts.
Afschermen van gegevens
Gegevens kunnen lokaal, binnen het HIS of HAPIS, worden afgeschermd. Wanneer een Professionele Samenvatting (PS) wordt opgevraagd, wordt alleen de niet-afgeschermde informatie die voldoet aan de criteria van een PS opgeleverd in het PS-bericht. Bijvoorbeeld, als van de laatste vijf contacten er één is afgeschermd, zal er een ouder contact mee opgeleverd moeten worden.
Infrastructuur
De informatiestandaard Huisartswaarneemgegevens maakt gebruik van de zorginfrastructuur van het landelijk schakelpunt (LSP) om gegevensuitwisseling tussen huisartsen en huisartsenposten te realiseren. Via het LSP kunnen huisartsen, huisartsposten, apotheken en ziekenhuizen tijd- en plaatsonafhankelijk beschikken over medicatie- en huisartswaarneemgegevens. Het LSP valt onder de verantwoordelijkheid van de Vereniging van Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie (VZVZ). In opdracht van VZVZ exploiteert het Servicecentrum Zorgcommunicatie het LSP. Zorgverleners kunnen zich vrijwillig aansluiten op het LSP. Voor het beschikbaar stellen en raadplegen van medische gegevens via het LSP moeten zij vooraf toestemming vragen aan hun patiënten.
Onderdeel van het LSP is een zogeheten index. Op deze index kan de waarnemend huisarts het waarneembericht (WB) aanmelden indien de waarnemend huisarts geen bevestiging van de vaste huisarts ontvangt n.a.v. het verzonden WB, of wanneer de vaste huisarts van de patiënt onbekend is. Een Professionele Samenvatting (PS)-bericht wordt samengesteld uit alle systemen waarvoor geldt dat zij informatie over de patiënt hebben die binnen de criteria voor opleveren vallen. Indien een WB van de patiënt is aangemeld bij de index, kunnen in een PS-bericht dus ook gegevens uit HAPIS-en opgenomen zijn. De waarnemend huisarts blijft dan bron van de gegevens van het waarneemconsult. Indien het WB door de waarnemend huisarts niet wordt aangemeld op een index, dan dient de waarnemend huisarts het WB op een andere wijze te versturen naar de vaste huisarts. De vaste huisarts wordt hiermee de bron van de gegevens van het waarneemconsult en zal de gegevens uit het WB beschikbaar stellen.
Zie de website van de VZVZ voor meer informatie over de zorginfastructuur en de eisen waaraan voldaan moet worden om, in het kader van de informatiestandaard Huisartswaarneemgegevens, aan te kunnen sluiten op deze infratstructuur.
Referenties
Auteur(s) | Titel | Versie | Datum | Bron | Organisatie |
---|---|---|---|---|---|
Rijnierse, PAJ et al. | Richtlijn Gegevensuitwisseling huisarts en Centrale Huisartsenpost (CHP). | Versie 4 | 01-05-2013 | https://www.nhg.org/sites/default/files/content/nhg_org/uploads/richtlijn_waarneming-v4-1mei13.pdf | NHG, Utrecht |
Tabel 3: Referenties
Paginahistorie
Versie | Datum | Omschrijving |
---|---|---|
6.10.0.1 | 01-06-2014 | Oorspronkelijke documentatie in .PDF formaat overgezet in nieuwe documentatiestructuur, waaronder deze Wiki pagina. |
Tabel 4: Paginahistorie