value

Uit informatiestandaarden
Naar navigatie springen Naar zoeken springen


Dit materiaal is onderdeel van HL7v3-domein Condition V8.00_HL7v3-domeinspecificatie_conditie.
  • Compatible wijzigingen/nadere bewoordingen, tikfouten kunnen direct in de Wiki gewijzigd worden
  • Open issues die discussie vergen s.v.p. in de commentaarsectie opnemen.

value

De primaire tabel die gebruikt wordt om dergelijke contra-indicaties mee te coderen is subtabel 40 van de thesaurus van de G-Standaard. In het kader van het ICA project van Nictiz heeft een uitbreiding van deze tabel plaatsgevonden, zodat hierin ook veel contra-indicaties verwerkt zijn uit de tabellen van de Stichting Healthbase (SHB) en het model EVS van het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG). De intentie was dat subtabel 40 daarmee afdoende zou zijn om alle marktpartijen de benodigde detaillering te bieden. Voor gebruikers van de SHB-tabel is dat punt echter nog niet bereikt, waar¬door er behoefte is om naast subtabel 40-codes ook SHB-codes te kunnen uitwisselen.

Zowel binnen de G-Standaard als in de tabellen van SHB wordt ook de relatie vastgelegd tussen (potentiële) contra-indicaties en de stoffen, stofgroepen en/of handelsproducten waarmee ze conflicteren, d.w.z. waarvoor ze een contra-indicatie zijn. Op die manier is de registratie van condities een belangrijke input voor de medicatiebewaking die veel leveranciers hebben geïntegreerd in hun software. Overigens is deze medicatiebewaking nog niet volledig uitgewerkt voor alle codes die recent in subtabel 40 zijn toegevoegd.

Merk op dat dus in hetzelfde attribuut een veelheid aan coderingssystemen gebruikt kan worden. Duidelijk is dat hier behoefte is aan een vorm van terminologiestandaardisatie. Tot het moment dat die plaats vindt, wordt er aangesloten op bestaande coderingen. Voor de medicatiebewaking is dat zoals gezegd primair het volgende coderingssysteem:

Subtabel 40 van de thesaurus van de G-Standaard (contra-indicaties) Deze tabel geeft een beperkt aantal conditiecodes die zuiver zijn geclassificeerd vanuit hun rol als (potentiële) contra-indicatie bij bepaalde soorten medicatie. Dat wil zeggen dat sommige aandoeningen zeer ruim gecategoriseerd zijn (bijvoorbeeld hypertensie, dat vaak meer een symptoom dan een op zichzelf staande aandoening is), terwijl andere zeer specifiek zijn aangeduid (bijvoorbeeld GLUCOSE-6-FOSFAAT-DEHYDROGENASE-DEFICIENTIE, dat bij een specifieke groep medicijnen problemen oplevert). Ook zijn in deze lijst condities opgenomen die geen ziekte zijn, maar wel relevant kunnen zijn bij medicatiebewaking. Een voorbeeld hiervan is de vaak genoemde code voor ‘zwangerschap/kinderwens’. Er komen geen codes voor die specifiek bedoeld zijn om overgevoeligheden aan te duiden.