Beschrijving pull mechanisme
Dit materiaal is onderdeel van HL7v3-domein Ketenzorg V2.0_HL7v3-uitwisseling_Ketenzorg.
|
Inkomende query
Bij de zorgtoepassing Ketenzorg wordt het LSP bevraagd d.m.v. een generieke query, die geparametriseerd wordt met o.a. een zogenaamde contextcode. Hierdoor kunnen precies die gegevens opgevraagd worden die nodig en relevant zijn binnen een bepaalde applicatiecontext, terwijl de implementatievorm van de query toch steeds gelijk blijft.
De bronsystemen worden echter door het LSP bevraagd met queries die specifiek zijn voor een bepaald bouwsteentype. Hierdoor weten de bronsystemen veel beter welk type vragen ze kunnen verwachten en treed er ook geen wildgroei op in het aantal verschillende antwoordsets dat vanuit bronsystemen moet kunnen worden opgeleverd.
De omzetting van de contextspecifieke query die het LSP ontvangt naar de bouwsteen-specifieke queries die de bronsystemen ontvangen, wordt uitgevoerd op het LSP (o.b.v. de contextcode en het autorisatieprofiel van de vragende zorgverlener). Daarbij worden ook de query parameters van de bouwsteenqueries afgeleid en gevuld. Dit proces wordt hier verder niet uitgewerkt, omdat het intern is aan de werking van het LSP (‘black box’).
Hieronder een schematisch overzicht van het query mechanisme:
Bouwsteenspecifieke parameters zijn eventuele extra parameters die relevant zijn voor het betreffende bouwsteentype, zoals de gebruiksperiode bij een medicatievoorschrift. Merk op dat het dus ook mogelijk is dat het LSP twee verschillende bouwsteenqueries stuurt naar één bronsysteem, op basis van dezelfde inkomende contextspecifieke query.