7phcy:V6.12.7 medicationAdministrationRequest.routeCode

Uit informatiestandaarden
Naar navigatie springen Naar zoeken springen


Dit materiaal is onderdeel van HL7v3-domein Pharmacy V6.12.7_HL7v3-domeinspecificatie_Pharmacy.
  • Compatible wijzigingen/nadere bewoordingen, tikfouten kunnen direct in de Wiki gewijzigd worden
  • Open issues die discussie vergen s.v.p. in de commentaarsectie opnemen.

medicationAdministrationRequest.routeCode

Formaat:
		
 <routeCode code="…"
            codeSystem="2.16.840.1.113883.2.4.4.9"
            displayName="…"/>

Definitie: De wijze waarop de medicatie moet worden toegediend aan de patiënt.

Het element is optioneel, omdat in veel gevallen de toedieningsweg reeds volledig wordt bepaald door de aard van de voorgeschreven medicatie. Het expliciet doorgeven van de toedieningsweg mág altijd, maar is alleen noodzakelijk als er meerdere mogelijke toedieningswegen zijn, waarvan de voorschrijver of verstrekker er maar één wil toestaan. Gewoonlijk zal klinisch wel altijd een specifieke toedieningsweg worden aangeduid.

Binnen Nederland moet altijd gebruik worden gemaakt van de G-Standaard tabel voor toedieningswegen, namelijk subtabel 0007 van de thesaurus. De OID van deze tabel is: 2.16.840.1.113883.2.4.4.9. Er gelden een aantal bijzonderheden bij het gebruik:

  • Binnen de G-Standaard wordt de code bij thesaurusrecords (veld TSITNR) aangeduid als numeriek met een lengte van 6 cijfers. Binnen HL7 versie 3 worden codes echter altijd als karakterstring uitgewisseld. In overleg met de betrokken leveranciers is besloten om dit bij thesauruscodes te doen zonder voorloopnullen. Dat wil zeggen dat de code voor ‘NASAAL’ (000006 in de G-Standaard) wordt uitgewisseld als ‘6’.
  • De codes 000000 (‘TOEDIENINGSWEG NIET INGEVULD’) en 000001 (‘NIET VAN TOEPASSING’) uit subtabel 0007 mogen niet gebruikt worden, aangezien dergelijke concepten binnen HL7v3 worden uitgedrukt met een nullFlavor. Omdat het element echter optioneel is in het bericht, kan het dan beter helemaal worden weggelaten.

XML voorbeeld:

Er wordt een voorschrift uitgeschreven voor een geneesmiddel dat zowel oculair (via het oog), auriculair (via het oor) als nasaal (via de neus) kan worden toegediend. De voorschrijver wil expliciet duidelijk maken dat het in dit geval via het oor moet worden gebruikt. De betreffende toedieningsweg uit de G-Standaard wordt doorgegeven.

<routeCode code="8" codeSystem="2.16.840.1.113883.2.4.4.9" displayName="auriculair"/>

Er wordt bij een klinische MO aangegeven dat toediening zowel intramusculair als intraveneus kan plaatsvinden, al naar gelang de afweging van de arts of verpleger.

<routeCode code="18" codeSystem="2.16.840.1.113883.2.4.4.9" displayName="IM/IV"/>