Functioneel ontwerp Pijn (draft)
Inleiding
Algemeen
Deze pagina beschrijft het functioneel ontwerp van de informatiestandaard Pijn (acute pijn en chronische pijn). De informatiestandaard bevat een set van patiënt/cliëntgegevens gericht op de verslaglegging van de dagelijkse zorg (het primaire zorgproces) rondom pijn en is van belang om de kwaliteit en continuïteit van de zorg te waarborgen. De gegevensset is zoveel mogelijk gebaseerd op al gemaakte afspraken over vastlegging in het elektronisch dossier, de zogenaamde zorginformatiebouwstenen (zibs).
De informatiestandaard is gevalideerd door verpleegkundigen & verzorgenden binnen de verschillende zorgsectoren. Waar relevant wordt verwezen naar andere behandelaars.
Via deze pagina worden de kaders en uitgangspunten evenals de totstandkoming met betrekking tot de informatiestandaarden nader toegelicht. Er worden twee verschillende use cases beschreven; verslaglegging en beslissingsondersteuning.
Doelgroep
De doelgroep voor deze pagina bestaat uit:
- Productmanagers, architecten, ontwerpers en testers van XIS-leveranciers, regio-organisaties en Nictiz;
- Functioneel beheerders en informatieanalisten van zorginstellingen.
Kaders en uitgangspunten
Richtlijn
In een kwaliteitsstandaard/richtlijn wordt het klinisch handelen op basis van evidence/practice beschreven. De aanbevelingen over de inhoud van zorg zijn vertaald naar de informatiestandaard. Voor de beschrijving van de totstandkoming van de informatiestandaard wordt verwezen naar de Aanpak ontwikkeling thema informatiestandaarden.
De informatiestandaard Pijn is gebaseerd op de volgende kwaliteitsstandaarden/richtlijnen:
Onderdeel informatiestandaard | Kwaliteitsstandaard/richtlijn |
---|---|
Acute Pijn | Richtlijn Postoperatieve pijn, 2012, Nederlands Vereniging voor Anesthesiologie [1] |
Multidisciplinaire richtlijn Signaleren van pijn bij mensen met een verstandelijke beperking, februari 2013, V&VN [2] | |
NHG-Standaard Pijn, NHG-werkgroep Pijn. Huisarts Wet 2015 [3] | |
Richtlijn Diagnostiek en Behandeling van Pijn bij patiënten met kanker. Modulaire herziening. 2015 Nederlands Vereniging voor Anesthesiologie [4] | |
Multidisciplinaire Richtlijn Pijn, Herkenning en behandeling van pijn bij kwetsbare ouderen. Deel 1. 2011, Utrecht Verenso [5] | |
Richtlijn Pijnmeting en Behandeling van pijn bij kinderen, 2017 Nederlands Vereniging voor Kindergeneeskunde [6] | |
Chronische pijn | Zorgstandaard Chronische Pijn, 2017 |
Aangevuld met bovengenoemde richtlijnen per doelgroep |
Tabel 1: Gebruikte kwaliteitsstandaarden (zorgstandaarden) voor de ontwikkeling van de informatiestandaard Pijn.
Aanvullende documentatie
Voor het gebruik van pijn observatieschalen is aanvullende documentatie gebruikt, mede omdat in een van de richtlijnen hiernaar wordt verwezen en omdat recent onderzoek nieuwe inzichten t.a.v. gebruik van de schalen heeft gegeven. Op basis hiervan wordt het gebruik van een afkappunt bij de pijnscore opgevolgd door de vraag in hoeverre de pijn voor patiënt acceptabel is en of het patiënt belemmerd in het functioneren.
- Evers A, Kruizenga H, Schilp J. Vroege herkenning en behandeling van pijn. VMS Prakt [Internet. 2009;2–6].
- van Boekel, R. L., Vissers, K. C., van der Sande, R., Bronkhorst, E., Lerou, J. G., & Steegers, M. A. (2017). Moving beyond pain scores: Multidimensional pain assessment is essential for adequate pain management after surgery. PloS one, 12(5), e0177345.
- van Dijk JFM, Vervoort SCJM, van Wijck AJM, Kalkman CJ, Schuurmans MJ. Postoperative patients’ perspectives on rating pain: A qualitative study. Int J Nurs Stud [Internet. 2016;53:260–9].
- Zorg MS. Basisset Medisch Specialistische Zorg Kwaliteitsindicatoren 2018. 2018;148.
Infrastructuur
De berichten beschreven in deze informatiestandaard kunnen over elke willekeurige infrastructuur worden getransporteerd. De specificatie van de infrastructuur en het berichttransport is buiten scope van deze informatiestandaard.
Wettelijke kaders
Een informatiestandaard is een gegevensset die gebruikt wordt binnen een bepaalde zorgsetting. Overeenkomstig de lagen van interoperabiliteit zijn aanvullende afspraken nodig om in de praktijk te komen tot implementatie van een informatieoverdracht. Daarbij gelden altijd de wettelijke kaders als uitgangspunt. Overeenkomstig de eis uit de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) zal een Data Privacy Impact Assessment (DPIA) voor iedere gegevensverwerking onderdeel moeten zijn van de implementatie. Op basis hiervan moet worden bepaald wat er in een bepaalde use case uitgewisseld kan en mag worden.
Use Cases
Procesbeschrijving
Er worden twee use cases uitgewerkt; use case verslaglegging en use case beslissingsondersteuning.
De use case verslaglegging betreft een zorgverlener die binnen een EPD/ECD gegevens vastlegt over het totale zorgproces rondom het thema pijn van een patiënt/cliënt binnen een specifieke zorgsetting, met als doel om de continuïteit en veiligheid van de zorg aan patiënten/cliënten te bewaken. Deze gegevens betreffen de algemene voorgeschiedenis, observaties (anamnese, lichamelijk en aanvullend onderzoek), het patiëntprobleem/diagnose, beleid (gewenst zorgresultaat, interventies/behandeling) en evaluatie. Doordat gegevens volledig en met de juiste kwaliteit worden vastgelegd volgens de actuele kwaliteitsstandaard/richtlijn, kan de zorgverlener de zorg continueren (primair gebruik) en kunnen deze gegevens ook voor secundaire doeleinden worden hergebruikt. Als voorbeeld is deze verslaglegging te gebruiken als voorinvulling van een overdrachtsbericht binnen en tussen zorginstellingen: hiervoor wordt verwezen naar de informatiestandaard eOverdracht (gericht op overdracht van verpleegkundigen/verzorgenden in de zorgketen).
De use case beslissingsondersteuning betreft een zorgverlener die een beslissingsondersteunend systeem gebruikt ten behoeve van preventie, c.q. advies over pijn van een patiënt/cliënt. Hiervoor is de gegevensset bepaald op basis van kenmerken die leiden tot een bepaalde uitkomst (zoals stellen van een diagnose), dit wordt bepalende informatie genoemd. Een beslisboom is een stroomdiagram die de informatie bevat die op een bepaald moment in de behandeling van de patiënt/cliënt relevant is, en laat op een overzichtelijke wijze de verschillende keuzemomenten zien en hoe het advies voor de behandeling tot stand komt. Om te komen tot een bepaalde uitkomst in de beslisboom worden keuzes gemaakt, ook wel beslisregels genoemd. Op basis van de beslisbomen zijn de relevante gegevens en bijbehorende zorginformatiebouwstenen (zibs) van publicatie 2017 geselecteerd. Ook zijn de verpleegkundige interventies en medische verrichtingen gespecificeerd. De beslisbomen bestaan dus uit bepalende informatie en beslisregels (zie afbeelding 1).
Indien er extra informatie bij een specifiek onderdeel vastgelegd dient te worden die niet direct bijdragen aan de uitkomst van de beslisboom worden deze gezien als ondersteunende informatie. Deze ondersteunende informatie samen met de bepalende informatie uit de beslisbomen vormen de gegevensset van de use case verslaglegging (zie afbeelding 1).
Afbeelding 1: Weergave van de overlap van gegevens tussen de use case beslissingsondersteuning en use case verslaglegging
Bij de use case wordt een onderscheid gemaakt in verschillende doelgroepen waarbij pijnklachten kunnen optreden:
- Kind van 0-4 jaar
- Kind 4-18 jaar met uitingsbeperking
- Kind 4-18 jaar zonder uitingsbeperking
- Volwassene vanaf 18 jaar met uitingsbeperking
- Volwassene vanaf 18 jaar zonder uitingsbeperking
In de volgende paragrafen worden de use case verslaglegging en use case beslisondersteuning verder uitgewerkt.
Use Case - Verslaglegging 'acute pijn'
Bedrijfsrollen
Gezien de use case verslaglegging, wat over het algemeen plaatsvindt binnen het eigen informatiesysteem (XIS), wordt geen onderscheid in verschillende bedrijfsrollen gemaakt. Indien er verschillende systemen worden gebruikt binnen een zorgaanbieder zullen de bedrijfsrollen nader moeten worden ingevuld. (Hiervoor wordt verwezen naar een referentie-implementatie.)
Systemen & Systeemrollen
Vastlegging zal voornamelijk plaatsvinden binnen een informatiesysteem (XIS). Bij uitwisseling naar andere zorgaanbieders (XIS) wordt o.a. verwezen naar de informatiestandaard eOverdracht (gericht op overdracht van verpleegkundigen/verzorgenden in de zorgketen). Indien er verschillende systemen worden gebruikt binnen een zorgaanbieder zullen de systeemrollen nader moeten worden ingevuld.
Transacties & Transactiegroepen
Het vastleggen of uitwisselen van gegevens tussen de verschillende systeemrollen gebeurt op basis van transacties, een verzameling van transacties (bijvoorbeeld een vraag- en antwoordbericht) vormt een zogeheten transactiegroep.
In de verslaglegging wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van bestaande zibs om informatie van patiënten/cliënten t.a.v. thema pijn te kunnen registreren in het dossier. Deze zibs zijn geordend volgens de fases van het zorgproces: observaties, patiëntprobleem, interventies, evaluatie.
Voor de use case verslaglegging staan in bijgevoegd overzicht de gebruikte zibs per fase benoemd. De precieze functionele specificaties zijn te vinden via onderstaande tabel: deze maakt het mogelijk direct de gewenste scenario’s, transactiegroepen en/of transacties te raadplegen in ART-DECOR.
Scenario | Transactiegroep | Transacties |
---|---|---|
Verslaglegging | Verslaglegging: acute pijn | Verslaglegging: acute pijn |
Tabel 2: Referenties naar ART-DECOR transacties voor verslaglegging acute pijn
Use case - Beslissingsondersteuning 'acute pijn'
De beslisregels voor de use case beslisondersteuning worden later via een extra module aangeboden. Naar verwachting zal deze module worden opgeleverd als de effecten van deze use case zijn getest in het EPD/ECD en zijn toegepast in de dagelijkse praktijk. Bij deze informatiestandaard zijn de beslisregels dan ook nog niet opgeleverd.
Onderdelen die gebruikt zijn bij beslissingsondersteuning zijn gebaseerd op de kwaliteitsstandaard:
- Observaties in relatie tot pijn
- Algemene patiëntkenmerken bijv:
- Leeftijd
- Uitingsbeperking
- Oorzaak pijn
- Pijnkenmerken bijv:
- ALTIS (aard, lokalisatie, tijdsduur, intensiteit, samenhang)
- Meetinstrumenten per doelgroep bijv:
- FLACC
- NRS
- COMFORT(neo)
- Faces Pain Scale-Revised
- REPOS
- Zorgplan pijn
- Niet-medicamenteuze interventies
- Evaluatie pijn
- Op basis van pijnobservatiescore
- Algemene patiëntkenmerken bijv:
NB: In de richtlijnen worden veel verschillende meetinstrumenten/observatieschalen genoemd. Op basis van leeftijdscategorie en evt. uitingsbeperking wordt een keuze gemaakt voor een observatieschaal. Indien er verschillende observatieschalen worden genoemd in de richtlijnen, wordt in de toelichting alternatieve schalen (bijv. PACSLAC-D) benoemd.
Bij gespecialiseerde zorg worden sommige taken van de behandelaar overgenomen door een 'verpleegkundig specialist'. In die situaties kan i.p.v. behandelaar 'verpleegkundig specialist' worden gelezen.
Use Case - Verslaglegging 'chronische pijn'
Bedrijfsrollen
Gezien de use case verslaglegging, wat over het algemeen plaatsvindt binnen het eigen informatiesysteem (XIS), wordt geen onderscheid in verschillende bedrijfsrollen gemaakt. Indien er verschillende systemen worden gebruikt binnen een zorgaanbieder zullen de bedrijfsrollen nader moeten worden ingevuld. (Hiervoor wordt verwezen naar een referentie-implementatie.)
Systemen & Systeemrollen
Vastlegging zal voornamelijk plaatsvinden binnen een informatiesysteem (XIS). Bij uitwisseling naar andere zorgaanbieders (XIS) wordt o.a. verwezen naar de informatiestandaard eOverdracht (gericht op overdracht van verpleegkundigen/verzorgenden in de zorgketen). Indien er verschillende systemen worden gebruikt binnen een zorgaanbieder zullen de systeemrollen nader moeten worden ingevuld.
Transacties & Transactiegroepen
Het vastleggen of uitwisselen van gegevens tussen de verschillende systeemrollen gebeurt op basis van transacties, een verzameling van transacties (bijvoorbeeld een vraag- en antwoordbericht) vormt een zogeheten transactiegroep.
In de verslaglegging wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van bestaande zibs om informatie van patiënten/cliënten t.a.v. thema pijn te kunnen registreren in het dossier. Deze zibs zijn geordend volgens de fases van het zorgproces: observaties, patiëntprobleem, interventies, evaluatie.
Voor de use case verslaglegging staan in bijgevoegd overzicht de gebruikte zibs per fase benoemd. De precieze functionele specificaties zijn te vinden via onderstaande tabel: deze maakt het mogelijk direct de gewenste scenario’s, transactiegroepen en/of transacties te raadplegen in ART-DECOR.
Scenario | Transactiegroep | Transacties |
---|---|---|
Verslaglegging | Verslaglegging: chronische pijn | Verslaglegging: chronische pijn |
Tabel 3: Referenties naar ART-DECOR transacties voor verslaglegging chronische pijn
Use case - Beslissingsondersteuning 'acute pijn'
De beslisregels voor de use case beslisondersteuning worden later via een extra module aangeboden. Naar verwachting zal deze module worden opgeleverd als de effecten van deze use case zijn getest in het EPD/ECD en zijn toegepast in de dagelijkse praktijk. Bij deze informatiestandaard zijn de beslisregels dan ook nog niet opgeleverd.
Onderdelen die gebruikt zijn bij beslissingsondersteuning zijn gebaseerd op de kwaliteitsstandaard:
- Observaties in relatie tot pijn:
- Risicofactoren chronische pijn
- Pijnkenmerken bijv:
- ALTIS (aard, lokalisatie, tijdsduur, intensiteit, samenhang)
- Vragenlijsten per doelgroep bijv:
- Pijnanamnese
- Pijn Gedrag Analyse (PGA)
- Zorgplan chronische pijn:
- Ervaren belemmering fysiek functioneren
- Ervaren belemmering mentaal functioneren
- Ervaren belemmering participatie in de maatschappij
- Bepalen behandeldoelen (stepped care model)
- Niet-medicamenteuze interventies
- Evaluatie chronische pijn
- Op basis van behandeldoelen
NB: In de richtlijnen worden veel verschillende meetinstrumenten/observatieschalen genoemd. Op basis van leeftijdscategorie en evt. uitingsbeperking wordt een keuze gemaakt voor een observatieschaal. Indien er verschillende observatieschalen worden genoemd in de richtlijnen, wordt in de toelichting alternatieve schalen (bijv. PACSLAC-D) benoemd.
Bij gespecialiseerde zorg worden sommige taken van de behandelaar overgenomen door een 'verpleegkundig specialist'. In die situaties kan i.p.v. behandelaar 'verpleegkundig specialist' worden gelezen.
Referenties
Nr | Auteur(s) | Titel | Datum |
---|---|---|---|
1 | Nederlands Vereniging voor Anesthesiologie | Richtlijn Postoperatieve pijn | 2012 |
2 | V&VN | Multidisciplinaire richtlijn Signaleren van pijn bij mensen met een verstandelijke beperking | 2013 |
3 | NHG-werkgroep Pijn | NHG-Standaard Pijn | 2015 |
4 | Nederlands Vereniging voor Anesthesiologie | Richtlijn Diagnostiek en Behandeling van Pijn bij patiënten met kanker. Modulaire herziening. | 2015 |
5 | Verenso | Multidisciplinaire Richtlijn Pijn, Herkenning en behandeling van pijn bij kwetsbare ouderen. Deel 1. | 2011 |
6 | Nederlands Vereniging voor Kindergeneeskunde | Richtlijn Pijnmeting en Behandeling van pijn bij kinderen | 2017 |
7 | Dutch Pain Society | Zorgstandaard Chronische Pijn | 2017 |
Tabel 4: Referenties
Paginahistorie
Versie | Datum | Omschrijving |
---|---|---|
0.1 | 28-1-2018 | 1e conceptversie |
Tabel 3: Paginahistorie